Slachtoffers van mensenhandel of moderne slavernij krijgen veel te weinig of niets betaald. Ze werken hier in Nederland onder (zeer) slechte omstandigheden, bijvoorbeeld in restaurants, de land- en tuinbouw en de schoonmaakbranche.Of ze worden seksueel uitgebuit.
Nederlanders kijken de slavernij af van de Portugezen. Ze veroveren Portugese gebieden in Zuid-Amerika en het belangrijke steunpunt fort Elmina aan de West-Afrikaanse kust. Nederlanders varen met Europese goederen naar de Afrikaanse kust en ruilen dit tegen tot slaaf gemaakten.
Naar schatting tien miljoen kinderen werken als slaaf. Kindsoldaten in Colombia en Afrika zijn voorbeelden van moderne slavernij. Verder werken kinderen als slaaf in steengroeven, in de tapijtindustrie in India, en op cacaoplantages in Ivoorkust.
Sommige mensen worden geboren als slaaf, omdat hun ouders dat zijn. Anderen werken hun leven lang om een schuld of een lening af te betalen. Maar ook gedwongen prostitutie, op jonge leeftijd uithuwelijken en zelfs het verkopen van een orgaan om aan geld te komen, wordt gezien als moderne slavernij.
Michiel de Ruyter (1607-1676)
Die handelsroutes waren voor een groot deel gebaseerd op de slavenhandel waarmee de de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden veel geld verdiende. Aan de westkust van Afrika, waar de bevolking vaak tot slaaf werd gemaakt, vocht De Ruyter daarom verschillende oorlogen uit met Engeland.
De onderzoekers hebben uitgerekend dat de opbrengst van de Nederlandse slavenhandel in de zeventiende en achttiende eeuw tussen de 63 en 79 miljoen gulden is geweest. Per jaar was het tussen de 200.000 en 600.000 gulden, met af en toe uitschieters van meer dan een miljoen gulden.
Als laatste land ter wereld schafte Mauritanië de slavernij af, in 1980.
“Moderne slavernij of mensenhandel - dat is eigenlijk hetzelfde - kan gaan om gedwongen orgaanhandel, criminele uitbuiting, seksuele uitbuiting of arbeidsuitbuiting. Met FairWork richten we ons op arbeidsuitbuiting en we communiceren dat naar buiten als 'moderne slavernij'.
Anti-Slavery International noemt een aantal van ten minste 40 miljoen mensen die in een vorm van moderne slavernij leven.
De verklaring is eenvoudig: de afschaffing gebeurde in fases. In 1814 werd de handel in slaven al verboden, in 1860 kwam er een einde aan de slavernij in Nederlands-Indië en in 1863 werd de wet van kracht waarmee slavernij ook in Suriname en het Caribisch gebied werd afgeschaft.
Een lange geschiedenis
Zo leerden de Portugezen de slavernij kennen. Zij begonnen ook met de handel vanaf de Afrikaanse Westkust en beschermden deze door het bouwen van forten, waaronder het fort São George der Mina, het later Elmina. Omstreeks 1630 gaan de Hollanders zich met de slavenhandel bezighouden.
Om aan voldoende slaven te komen intensiveerden de Ottomanen de import van menselijke handelswaar uit Afrika. Ook groeide de aanvoer van slaven uit het Middellandse Zeegebied. Barbarijse zeerovers, afkomstig uit Noord-Afrika, zouden tussen 1500 en 1830 zo'n 1,25 miljoen Europeanen tot slaaf maken.
In West-Afrika kopen Nederlanders Afrikaanse mannen, vrouwen en kinderen uit de binnenlanden. Die laden hen aan boord van schepen, op weg naar Zuid-Amerika. Daar worden ze verkocht aan plantage-eigenaren. In slavernij zijn zij gedwongen op de velden te werken.
In de 17e en 18e eeuw was de driehoekshandel op zijn hoogtepunt en werden grote aantallen slaven door vooral Portugese, Engelse, maar ook Spaanse en Nederlandse handelaren gekocht aan de kust van West-Afrika en verkocht in Amerika. De huidige schatting is dat 12 miljoen slaven zijn vervoerd vanuit Afrika naar Amerika.
Zoals staat geschreven in het boek 'Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000. Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.”
Sommige mensen worden geboren als slaaf, omdat hun ouders dat zijn. Anderen werken hun leven lang om een schuld of een lening af te betalen. Maar ook gedwongen prostitutie, op jonge leeftijd uithuwelijken en zelfs het verkopen van een orgaan om aan geld te komen, wordt gezien als moderne slavernij.
Slaven werden eigenlijk een beetje behandeld als dieren. Hun hoofd werd kaal geschoren, ze werden vast gezet en kregen een merkteken van hun baas in hun borst, op hun rug, op hun voorhoofd, in hun nek of op hun bovenarm. Slaven werden vaak met duizenden op een boot gezegd, ze konden dus nauwelijks bewegen.
Slavernij duurde tot ongeveer 1865 in ongeveer de helft van de Amerikaanse staten. Als economisch systeem werd de slavernij grotendeels vervangen door sharecropping en het convict leasing, het verpachten van gevangenen.
Keti Koti betekent "ketenen gebroken" in de Surinaamse taal Sranantongo. Op 1 juli 1863 kwamen met de afschaffing van de slavernij ruim 45.000 oorspronkelijk Afrikaanse tot slaaf gemaakte mensen vrij.
Nee, een slaaf wordt gemaakt door een ander die de macht heeft om dat te doen. De machthebber gaat daarin heel ver. Hij neemt een persoon de vrijheid af door hem te kopen en hem vervolgens de eigen naam, taal en cultuur af te nemen. De machthebber doet daarna wat hij wil met degene die hij in slavernij brengt.
Naast Bantu-slaven maakten de Somaliërs ook tot slaaf van de Chamito-Semitische pastorale volkeren . Veel Oromo's werden dus gevangen genomen tijdens oorlogen en invallen. Er waren echter zeer duidelijke verschillen in de perceptie en behandeling van Oromo-slaven in vergelijking met Bantu-slaven.
Ook Nederlandse kooplieden deden mee aan die handel. Ze haalden die mensen uit Afrika. In de 18e eeuw werd er veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Het stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en verkocht deze als slaven aan een Nederlandse koopman.
Ketikoti in Suriname
Op 1 juli 1955, onder premier Ferrier, werd 'Ketikoti' een officiële Surinaamse feestdag (vrije dag). Formeel heet deze dag Dag der Vrijheden. Informeel wordt de feestdag ook wel Kettingsnijden genoemd.
Hoe begon de slavernij? Op jacht naar meer land en rijkdom, voerde Nederland in de zeventiende eeuw oorlog tegen de Spanjaarden en Portugezen. Zeevaarder Piet Hein veroverde de Spaanse zilvervloot en Nederland pakte slavenfort Elmina in Ghana af van Portugal.