Dit zijn vaak wijnen met een zachte en krachtige smaak. Ze hebben geuren van bramen, hout, vanille en kruiden. Volronde en sappige wijnen zijn vaak Cabernet, Merlot, Petit Verdot, Tempranillo en Shiraz.
Ben jij een beginnende rode wijndrinker? Dan is tempranillo waarschijnlijk jouw perfecte match. Deze zachte, soepele wijn is namelijk meestal niet heel uitgesproken. Tempranillo heeft redelijk weinig tannines, en wordt dan ook wel eens aangevuld met cabernet sauvignon voor wat extra pit.
Druivensoorten die perfect geschikt zijn voor de productie van soepele rode wijn, zijn bijvoorbeeld Merlot, Pinot Noir (ook Spätburgunder, Blauburgunder of Pinot Nero genoemd) en Barbera.
De druiven bepalen ook hoe droog of zoet een rode wijn is. Bordeaux en chianti zijn erg droog, terwijl een merlot medium droog is en veel meer een toegankelijke wijn is om mee te beginnen.
Merlot. Misschien wel net zo populair is de merlot. Deze wijn heeft een zachte en toegankelijke smaak met weinig zuur en weinig tannines. Merlot wordt in wijngebieden over de hele wereld verbouwd, maar hoe warmer het gebied is, hoe zachter de smaak van de wijn.
Merlot is een zwarte of blauwe druivensoort die een zachte, medium tot volle droge rode wijn produceert. Wanneer gevinifieerd als een gedroogde rode wijn, vertonen Merlot-druiven dramatische smaakverschillen, afhankelijk van het type en het klimaat waarin ze worden verbouwd.
een Brachetto wel veel alcohol. Bij deze wijn moet je dus wel echt wat eten! Andere wijnen met een 'licht zoetje': Barbera, Dolcetto, Primitivo of Zinfandel.
Je kunt ze herkennen aan deze traditionele etikettermen: VdP of IGP (Frankrijk), IGT (Italië) en IGP (Spanje). Dat deze wijnen minder voorschriften kennen, betekent niet dat de kwaliteit minder hoeft te zijn.
De pinot gris is een overwegend droge, frisse witte wijn met medium tot hoge zuurgraad. De wijn smaakt naar citrus en perzik waardoor 'ie een fris en fruitig karakter krijgt. Ook proef je bij sommige pinot gris wijnen tonen van amandelen, honing en gember.
De zoetheid varieert van droge rode en witte wijnen zoals Cabernet Sauvignon of Chardonnay tot zeer zoete dessertwijnen zoals Port. Voor veel beginners zijn de niet-droge wijnen zoals Moscato d'Asti en Pinot Noir een geweldige entree in de wijn.
De Merlot wordt vaak gezien als het kleine broertje van de Cabernet Sauvignon. De Merlot is vaak wat zachter en subtieler. Ook bevat de Merlot vaak minder tannines.
Voorbeelden van druiven met weinig zuren: -wit – pinot gris, gewurztraminer en viognier, – rood – tempranillo, zinfandel en grenache. De rijpheid tijdens de oogst heeft ook veel invloed op de hoeveelheid zuren in de wijn.
De smaak van Cabernet Sauvignon is heel herkenbaar!
Vaak herken je cassis, zwarte bes, kers en pruim. Daarbij komt dat je in de wijn – door de dikke schil van de druif – vaak vrij veel tannine terugkomt. Soms komen ook wat aardse smaken terug zoals leer of koffie.