Er is niet een bepaalde afwijking in een gen die een psychische ziekte veroorzaakt. Wel is nu ontdekt, dat duizenden veranderingen in de genen samen, iemand gevoeliger kunnen maken voor bijvoorbeeld autisme, depressie of angststoornissen of schizofrenie.
Mensen van 25 tot 35 jaar hebben het vaakst ooit in het leven één of meer psychische aandoeningen gehad en mensen van 55 tot 65 jaar het minst vaak. Stemmingsstoornissen komen het vaakst voor bij mensen van 45 tot 55 jaar, angststoornissen bij 35 tot 45-jarigen en middelenstoornissen bij 18 tot 35-jarigen.
Erfelijke factoren
Psychose gevoeligheid kan toegenomen zijn als in je familie, mensen voorkomen met bijvoorbeeld bipolaire stoornissen, psychosen (zoals schizofrenie) of ernstige depressies. Ook sociaal isolement, weinig sociale steun ervaren, vergroot de kans op psychotische ervaringen.
Onderzoekers hebben ontdekt dat bijvoorbeeld stress en roken invloed kunnen hebben op je genen. Door epigenetische veranderingen wordt de functie van een gen anders, zonder dat de DNA-code verandert. Je kunt het vergelijken met de letters in het verhaal van een boek. Alle letters in het boek zijn de code van het DNA.
'Onder psychiatrische aandoeningen versta ik de ernstigere ziektebeelden. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om ernstige depressies, angststoornissen en psychoses of psychiatrische problematiek bij dementie. Bij psychische aandoeningen gaat het om lichtere vormen daarvan, zoals somberheid bij rouw.
Gedrag waar je op kan letten zijn: nieuwe/toegenomen concentratieproblemen, slaapproblemen, gejaagdheid of onrust, opvliegendheid, maar ook problemen met voeding of gebruik van alcohol of drugs. Reacties en emoties. Wanneer we (even) niet lekker in ons vel zitten, merk je dat aan de manier waarop we ons uiten.
Definitie van psychische aandoening
De term psychische aandoening wordt gebruikt om een beschrijving te geven van een psychische en emotionele gesteldheid die het denken, voelen en handelen zodanig beïnvloeden dat men niet optimaal kan functioneren in het dagelijkse leven.
Een depressie is een multifactoriële aandoening. Dit houdt in dat meerdere zaken een rol spelen bij het ontstaan van de stoornis. Erfelijkheid is daar één van. Kinderen van ouders met een depressie hebben bijna 3 keer zo veel kans om zelf een depressie te krijgen.
Als je vader of moeder bijvoorbeeld een depressie heeft, is de kans rond de 37% dat jij er ook last van krijgt. Bij de manisch-depressieve stoornis is dat ongeveer 10%. Vooral opvoeding, karakter en (nare) ervaringen hebben veel invloed. Angst- en stemmingsstoornissen zijn niet terug te vinden in een bepaald gen.
Boodschapperstoffen (neurotransmitters) spelen een grote rol in het angstcircuit in de hersenen. Het gaat vooral om de stoffen serotonine, dopamine en noradrenaline. Bij mensen met een angststoornis werken deze boodschapperstoffen niet goed. Dan is de verwerking van angstsignalen uit balans.
Er zijn verschillende oorzaken van psychische aandoeningen. Wat je hebt meegemaakt kan veel invloed hebben. Maar ook hoe (on)gezond je leeft. Heftige gebeurtenissen, armoede, infectieziektes, drugsgebruik en alcohol kunnen mensen die er aanleg voor hebben, een duw geven in de richting van een psychische aandoening.
In principe kan iedereen psychotisch worden. Een enkele keer is er een duidelijke aanleiding, bijvoorbeeld een zware operatie of tumor. Meestal is het niet mogelijk om één bepaalde oorzaak aan te wijzen, maar gaat het om een samenspel van factoren.
Je ziet dingen en/of personen die er in werkelijkheid niet zijn. Kleuren kunnen veranderen, vormen en voorwerpen nemen een andere vorm aan. In extreme gevallen ziet iemand beelden of schimmen die er helemaal niet zijn. Geuren ruiken.
Voorbeelden van ernstige psychische aandoeningen zijn: verslaving, ernstige depressie, psychose en bipolaire stoornis.
Mentale gezondheid gaat over cognitief (denken), emotioneel (voelen) en sociaal welzijn. Mentaal gezonde personen voelen zich over het geheel genomen tevreden, zijn in staat om te genieten, denken positief, kunnen omgaan met tegenslagen en zijn tevreden met hun sociale relaties.
In het kort. U voelt u bijvoorbeeld somber, verward, angstig of gespannen. Door zulke psychische klachten heeft u minder plezier in het leven.
In bepaalde delen van de hersenen zou er bij depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters. Deze verstoringen in het chemische evenwicht geeft aanleiding tot angstklachten, overmatig piekeren, verminderde plezierbeleving, passiviteit en een sombere stemming.
De levensverwachting van mensen die lijden aan een ernstige psychische stoornis, zoals schizofrenie, zware depressie of een bipolaire stoornis, is tien tot vijftien jaar korter dan gemiddeld, zo blijkt uit een Brits onderzoek. Zij sterven relatief vaak al op vroege leeftijd aan kanker of hartfalen.
Bij een bipolaire stoornis heeft u manische periodes en depressieve periodes. Tussendoor zijn er periodes waarin u zich normaal voelt. U bent veel actiever en opgewekter dan u gewend bent. U wordt snel boos als iets niet gaat zoals u het wilt.
Bij een typische depressie kan het basisadvies worden aangevuld met vitamine B12 (1.000 – 2.000 mcg per dag) en foliumzuur in de actieve vorm (folaat, 400 tot 1000 mcg per dag). Wanneer er sprake is van een atypische depressie worden ontstekingremmende stoffen als curcumine ingezet.
Een depressie kan veel oorzaken hebben, maar kan ook 'zomaar' ontstaan. Omdat er vaak geen duidelijke reden of oorzaak is, kan het extra frustrerend zijn als je in een depressie zit. Een depressie zie je meestal niet aan de buitenkant van iemand. Daarom kan je je met een depressie vaak zo onbegrepen en alleen voelen.
Neurotransmitters. Bepaalde stoffen in de hersenen maken een mens kwetsbaar voor depressie. Dat zijn de zogenaamde neurotransmitters, die zorgen voor emoties, eetlust en concentratievermogen. Enkele van deze neurotransmitters, namelijk serotonine en noradrenaline, werken in op de stemming.
Als het niet goed gaat met iemand, merk je dat meestal aan diens emoties: vaker geïrriteerd of boos, minder fut, sneller huilen, … Ook snelle schommelingen in de stemming kunnen een teken zijn. Bij mensen die psychisch in de knoop zitten, overheerst vaak hopeloosheid.
Hij/zij is vaak in de war, gedraagt zich vreemd of maakt vreemde opmerkingen. Hij/zij doet (bijna) niets meer. Hij/zij is gespannen en verliest veel gewicht zonder duidelijke reden. U voelt zich niet meer veilig als u bij hem/haar bent.