Van je brutoloon worden loonbelasting en premies ingehouden. Hoe meer je verdient, hoe meer belasting je betaalt. Ook zijn er 3 verplichte premies: AOW, Anw en Wlz.Soms worden ook premies zoals WW, WAO, WIA en ZW ingehouden.
Vaste werkgeverslasten
Loonbelasting;Premie Volksverzekeringen (AOW, Anw en Wlz);Premie Werknemersverzekeringen (WW, WAO, WIA en ZW);Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
Je betaalt per werknemer een premie voor vier werknemersverzekeringen. Welke werknemersverzekeringen zijn er? Er zijn vier werknemersverzekeringen: de Werkeloosheidswet (WW), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet op de arbeidsongeschiktheidverzekering (WAO) en de Ziektewet (ZW).
De belastingen en premies die onder loonheffingen vallen, zijn: loonbelasting. premie volksverzekeringen. premies werknemersverzekeringen.
Werkgeverslasten zijn de kosten die jij als werkgever betaalt bovenop het brutoloon. In het algemeen komen deze in Nederland neer op 20 tot 35 procent van het brutosalaris.
Naast het brutoloon van de werknemer, kun je als werkgever rekening houden met gemiddeld 20% tot 40% werkgeverslasten, met uitschieters naar zelfs 50%. De loonkosten variëren door persoonlijke afspraken met werknemers en door verplichtingen die vanuit een cao of bedrijfstak zijn geregeld.
Hoeveel loonheffing betaal ik? Het precieze bedrag hangt af van de hoogte van je loon. De Belastingdienst werkt momenteel (2021) met 2 schijven. Voor box 1 gelden de volgende tarieven: 37,10% voor belastbare inkomens tot €68.508 en 49,50% voor belastbare inkomens vanaf €68.508.
Bijdrage Aof-premie 2024
In 2024 is de Aof-premie voor kleine werkgevers gemiddeld 7,25 procent. Voor kleine werkgevers (tot 25 keer de gemiddelde premieplichtige loonsom) is er een lager tarief, namelijk: 6,18 procent (in 2023 was dat 5,82 procent). Grote werkgevers betalen 7,49 procent (2023: 7,11 procent).
Premieheffing werknemersverzekeringen
De werkgever betaalt zelf de premies voor de werknemersverzekeringen (WW, WAO en WIA). Hij houdt deze premie dus niet in op het loon van de werknemer. De overheid stelt elk jaar in januari en in juli de hoogte van deze premies vast.
Loonheffingen. In de loonheffingen zit een component Loonbelasting. De loonheffingen zijn een voorheffing op de inkomstenbelasting. Je betaalt als je een salaris hebt maandelijks belasting over je salaris, deze belasting heet loonheffingen.
Premie pensioen (OP)
Dit is de premie die je elke maand afdraagt voor je pensioenopbouw. De premie wordt ingehouden op je brutoloon. Je betaalt dus geen loonheffing over de ingehouden premie. Afhankelijk van de cao die op jou en je werkgever van toepassing is, zit hier een percentage aan vast.
De Belastingdienst bepaalt het belastingtarief aan de hand van twee belastingschijven. Het tarief tot een inkomen van 68.507 euro is 37,35 procent.Voor het deel van het inkomen boven de 68.507 euro is het tarief 49,50 procent.
Voor de kleine werkgevers was het Aof-premiepercentage 5,49% in 2022. Deze premie wordt verlaagd naar 5,46%. De (middel)grote werkgevers gaan een hogere premie in 2023 afdragen, namelijk 7,11% (was 7,05% in 2022).
Over extra inkomen, zoals een dertiende maand, vakantiegeld, overwerk, bonus of uitbetaling van vakantiegeld betaal je vaak een bijzonder tarief in de loonheffing. In 2022 kan dit oplopen tot 55,36% loonbelasting en zelfs tot voor 58,21% AOW'ers.
Het salaris dat de medewerker krijgt, is circa 70%. Dit heeft te maken met de te betalen premies en belastingen. Op de vraag wat een medewerker kost, geldt voor de werkgever een percentage van 130 tot 140%. Op de vraag wat het personeel kost in zijn geheel kan dit zelfs oplopen tot 150 à 160%.
De loonheffingen bestaan uit de volgende heffingen: loonbelasting. premie volksverzekeringen. premies werknemersverzekeringen.
De loonbelasting en premies volksverzekeringen worden ingehouden op het loon van de werknemer. De werknemer betaalt er dus voor, maar jij zorgt voor de afdracht ervan. De premies werknemersverzekeringen en de bijdrage voor de zorgverzekeringswet worden niet ingehouden op het loon en betaal je als werkgever zelf.
Sociale of patronale bijdrage voor de werkgever (RSZ-bijdrage) Deze werkgeversbijdrage wordt berekend op basis van het brutoloon en bedraagt gemiddeld 25%. Dus betaal je je medewerker een brutoloon van 2000 euro, dan betaal je daarbovenop zo'n 500 euro patronale bijdrage.
Loonheffing is een heffing die je moet betalen over je loon. Deze heffing moet worden afgedragen aan de Belastingdienst. Iedere werkende Nederlander heeft recht op loonheffingskorting. Deze heffingskorting is een korting op de belasting.
Vanaf september 2019 is de pensioenpremie gelijk verdeeld over werkgevers en werknemers. De totale pensioenpremie voor ouderdoms- en partnerpensioen was in 2021 25 procent, dus voor werkgevers en werknemers ieder 12,5 procent. In 2022 is de pensioenpremie 25,8 %, dus voor beiden 12,9%.
Hebt u geen of een laag inkomen? Dan betaalt u geen of weinig belasting. Het kan zijn dat het bedrag aan heffingskortingen waarop u recht hebt, hoger is dan de belasting die u moet betalen. U kunt uw heffingskortingen dan niet volledig verrekenen met de belasting die u moet betalen.
Of je wel of geen loonheffingskorting moet toepassen, hangt af van je persoonlijke situatie. Als je maar één werkgever hebt, is het verstandig om wel loonheffingskorting toe te passen. Als je meerdere werkgevers hebt, moet je goed opletten dat je niet te veel loonheffingskorting toepast.
Het nettoloon in de rekentool wordt als volgt berekend: nettoloon = brutoloon – loonheffing + loonheffingskorting + arbeidskorting.