Plichten die bij burgers berusten zijn volgens het VN-verdrag (BuPo) onder meer het verlenen van openbare diensten in tijden van nood, contractuele verplichtingen en de verplichting, ook voor staten, tot bevordering en naleving van de mensenrechten.
De meeste plichten worden door middel van wetten opgelegd. Zo kennen we de leerplicht, de plicht om verkeersregels en andere voorschriften na te leven, de plicht om belasting te betalen en de plicht om voor de rechter als getuige op te treden.
Kortgezegd zijn rechten de zaken die je mag doen, waar je recht op hebt. Daartegenover zijn plichten de zaken die je moet doen of moet laten.
Eenieder heeft aanspraak op alle rechten en vrijheden, in deze Verklaring opgesomd, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status.
Er zijn 2 soorten grondrechten: Klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten.
Zonder die plicht is mijn recht niets waard (1). Je hebt ook recht op vrijheid van meningsuiting, maar daarbij tevens de plicht om de rechten van anderen te respecteren en ook de openbare orde, de volksgezondheid en de goede zeden te beschermen.
Een lege huls
Huisvesting als recht is vastgelegd in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens. Ook in de Nederlandse Grondwet staat dat de overheid de volksgezondheid in Nederland moet bevorderen en moet zorgen voor voldoende goede woningen. Maar dit recht is helaas niet afdwingbaar.
De meeste volwassenen beschouwen werk als een maatschappelijke plicht en vinden het geen vrije keuze. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat onderzoek deed naar het arbeidsethos van Nederlanders. Doen waar je zin in hebt, kan pas als je je plicht hebt gedaan, vindt tweederde van de volwassenen.
Rechten en plichten is wat je wettelijk mag of moet in een land. Zo heb je recht op bescherming door de overheid of recht op een uitkering als je geen inkomsten hebt. Plichten hebben tegenwoordig meestal alleen moreel betekenis en worden vaak aan iemands goede wil overgelaten.
Een plicht is een wettelijk `nadeel`, datgene dat aan een ander toebehoort en moet worden vervuld. Plichten kunnen van juridische of niet-juridische aard zijn.
Als werknemer bent u verplicht om de overeengekomen arbeid zelf, en naar beste kunnen te verrichten. Daarnaast bent u als werknemer verplicht om redelijke bevelen en opdrachten van uw werkgever op te volgen. Wanneer u dit niet doet is er sprake van werkweigering en is ontslag op staande voet mogelijk.
Echtgenoten zijn verplicht elkaar het nodige te verschaffen. Dit houdt in dat u en uw partner over en weer verplicht zijn om, voor zover zij inkomsten hebben, naar rato bij te dragen aan de kosten van de huishouding. Daarnaast zijn echtgenoten elkaar huwelijksgetrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd.
De overheid moet de volksgezondheid in Nederland bevorderen en ze moet zorgen voor voldoende goede woningen. Verder schept de overheid voorwaarden voor ontplooiing en vrijetijdsbesteding. De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.
Er is persoonlijke, intellectuele, politieke en academische vrijheid. Tot de vrijheidsrechten behoren die op vrijheid van geweten, godsdienst, meningsuiting, vereniging en drukpers. Men is vrij in de keuze van geloof, opvoeding (ouderlijke macht), werk, partner voor een huwelijk, enzovoort.
Artikel 11
Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.
De staat legt burgers verplichtingen op, zoals het betalen van belasting, het naleven van wetten en het vervullen van plichten (deelname aan het arbeidsproces, leerplicht), maar die plichten gelden alleen uit hoofde van wetgeving en met waarborging van grondrechten.
Geen absolute vrijheid
De verschillende vrijheden en rechten zijn niet absoluut: een burger kan niet onbeperkt zijn gang gaan. Er bestaat bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst, maar dat betekent niet dat een burger overal en altijd zijn geloof vrij kan uitoefenen.
Volgens artikel 1 van de Grondwet is discriminatie verboden. Daarnaast zijn er wetten voor gelijke behandeling. Deze zorgen ervoor dat mensen geen ongelijke behandeling krijgen op basis van bepaalde kenmerken. Er staat een aantal discriminatiegronden in de wet, zoals ras, godsdienst en leeftijd.
Niet absoluut
'Het briefgeheim is nooit absoluut, vrijwel geen enkel mensenrecht is absoluut. Het gaat bijna altijd over de vraag onder welke bepaalde voorwaarden een mensenrecht mag worden beperkt, waarbij nu de eventuele inbreuk door een rechter-commissaris wordt getoetst.
Kinderrechten gaan over onderwerpen als onderwijs, gezondheid en de rol van familie en ouders. Ze gaan over vrijheid van geloof en vrijheid van meningsuiting. Ze gaan ook over het recht op een naam en een nationaliteit. Over een dak boven je hoofd en spelen.