Vochtig weer is er de oorzaak van dat bladaaltjes zich vanuit de grond of vanaf plant verder omhoog over de plant kunnen verplaatsen. In droge perioden is aantasting door aaltjes veel minder. Planten die last hebben van bladaaltjes zijn onder meer: chrysanth, Anemone, aardbei en voorjaarszonnebloem.
Rozen, Suikerbiet, tulp, ui, tuinboon, schorseneer, peen, kroot en aardbei zijn zeer gevoelig.
Op de beschadigde wortels ontstaan langwerpige bruine tot zwarte plekjes (lesies) waardoor de planten, bijvoorbeeld aardappel, erwt en bloembollen, niet meer goed groeien. Er is echter één plant waar dit wortellesieaaltje (wortel-lesie-aaltje) helemaal niet tegen kan: afrikaantjes.
In de loop van de tijd zijn er veel methoden ontwikkeld om aaltjes te “bestrijden”. Dat kan met groenbemesters maar ook met aaltjes etende aaltjes die in de grond aangegoten kunnen worden. Het zijn maatregelen die er op gericht zijn om te doden of te verdrijven.
Wat kun je doen? Een ruime teeltwisseling (1 op 4, dus drie jaar wachten tussen twee teelten) voorkomt al een opbouw van aaltjespopulatie en verder zijn er ook resistentere rassen. De meeste nieuwe rassen zijn resistent tegen één of meer types van aaltjes.
Bij bodemtoepassing kunnen de aaltjes, bij de juiste temperatuur en vochtigheid, ongeveer 2 weken overleven.
De bodem moet na toepassing tenminste twee weken vochtig gehouden worden, maar niet drijfnat. Aaltjes zoeken het plaaginsect op en dringen naar binnen. Door het afscheiden van bepaalde bacteriën sterft het plaaginsect al na 2-3 dagen.
Anderzijds hebben Aaltjes die niet van levende planten eten hebben meestal geen naaldvormige stekel. Ten slotte, in Nederland komen ongeveer twaalfhonderd soorten bodemaaltjes voor. Hiervan zijn circa 100 schadelijk voor de plantengroei.
Aaltjes met de gieter verspreiden is en blijft één van de makkelijkste en goedkoopste manieren. De aaltjes verdunnen en mengen in water en verspreiden met de gieter. Hierdoor geef je direct de nodige hoeveelheid water per vierkante meter.
Bestrijding aaltjes
Vooral Tagetes patula wordt in de land- en tuinbouw ingezet tegen de aaltjes. Tijdens veldproeven tussen 2006 en 2008 is gebleken dat de teelt van dit gewas gedurende twee maanden voldoende is voor een goede bestrijding.
Aaltjes zijn kleine parasitaire wormpjes, die met het blote oog niet waarneembaar zijn. Ze zijn onschadelijk voor planten en de bodem. Aaltjes zijn echter de meest doeltreffende natuurlijke vijanden van een groot aantal plagen die jouw tuin aantasten.
Zo bestrijden ze met name naaktslakken, engerlingen, larven van taxuskever, larven van varenrouwmuggen en emelten (larven van langpootmug). De aaltjes of nematoden dringen het schadelijk insect binnen via natuurlijke lichaamsopeningen. Ze infecteren hun prooi met specifieke bacteriën die het schadelijke insect doden.
Dan pas ontstaan er schadeplekken door de engerlingen. Als de plaag heel ernstig is dan zie je dat het jaar erop de plaag weer weg is. De natuur lost dit ook vanzelf op, natuurlijke vijanden nemen toe en dan duikt zo'n schadeplek twee á drie jaar later weer ergens anders op.
Aaltjes komen overal ter wereld voor. De meeste aaltjes zijn nuttige bodembewoners die leven van bacteriën, schimmels of insecten. Een aantal soorten veroorzaken plantenziekten zoals aardappelmoeheid of leven als parasiet in het darmkanaal van zoogdieren. In Nederland komen ongeveer 1200 soorten aaltjes voor.
Bestrijding in de zin van een middel toevoegen aan de grond om aaltjes te doden kennen we binnen de biologische landbouw niet. Er worden wat successen geboekt met biologische grondontsmet- ting, waarbij grote hoeveelheden vers organisch materiaal de grond in wordt gewerkt en afgedekt met luchtdichte folie.
Vermeerdering in mengsel
Ook andere onderzoeken tonen aan dat aaltjes hun waardplant weten te vinden in mengsels. In een pottenproef van WUR werd de vermeerdering van Pp getest op mais (waardplant), Japanse haver (niet-waard) en tagetes (bestrijder).
Verdun de verpakking aaltjes met de hoeveelheid water die je planten nodig hebben. Weet je niet precies hoeveel dit is? Ga dan uit van ongeveer 200 ml per plant.
Aaltjes zijn met het blote oog niet te zien; onder een microscoop wel.
Transport en opslag van nematoden
Je kunt de nematoden dan ook het beste bewaren in een koele ruimte met een temperatuur van 2 - 7°C. Dit verschilt enigszins per soort. Kijk voor de bewaartemperatuur op de verpakking. Komt de temperatuur onder het vriespunt, dan sterven de nematoden door bevriezing.
Binnen 2 tot 4 dagen hebben de aaltjes de eerste Engerlingen gedood en gaan de parasieten opzoek naar nieuwe slachtoffers. Het duurt zo'n 4 tot 6 weken voordat 95% van de Engerlingen in het gazon gedood is.
De aaltjes waren makkelijk toe te dienen. Binnen één week zag ik al een duidelijke afname van de rouwvliegjes rondom mijn planten. Na twee weken waren de rouwvliegen helemaal verdwenen. De verpakking van 10 m2 is ruim voldoende voor de meeste mensen.
Aaltjes zijn microscopisch kleine rondwormen die een belangrijk deel van de bodemfauna vormen. Het zijn ongesegmenteerde wormen. Ze zijn maar 1 mm lang en met het blote oog niet zichtbaar. Per m2 kunnen in de bodem wel een miljoen aaltjes leven van nature.
Aaltjes zijn beperkt houdbaar. Op de verpakking staat de houdbaarheidsdatum aangegeven. Na deze datum verliezen ze geleidelijk hun effectiviteit.
Hoe zelf aaltjes kweken? Gebruik een zwarte emmer met deksel zodat er geen UV straling in kan, want aaltjes sterven af onder invloed van UV straling. Maak in het deksel van de emmer enkele kleine gaatjes met een nagel en hamer voor de luchttoevoer. Verzamel een 20 tal slakken uit je tuin.
Hoe lang werken de nematoden/kunnen de nematoden overleven na toepassing? Onder de juiste omstandigheden kunnen nematoden afhankelijk van hun energiereserve een paar weken in leven blijven in de bodem en op zoek gaan naar een gastheer.