Traditioneel worden er drie netten onderscheiden: het gemeenschapsonderwijs, het gesubsidieerd officieel onderwijs en het gesubsidieerd vrij onderwijs.
Er zijn verschillende schoolsoorten: praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo. Sommige scholen geven tweetalig onderwijs.
Verschil tussen atheneum en gymnasium
Er is geen niveauverschil tussen atheneum en gymnasium. Echter, het enige verschil is dat je op het gymnasium extra vakken krijgt: klassieke culturele vorming, Latijn en Grieks. Op het gymnasium moet je ook in een van de twee klassieke talen eindexamen doen.
Het verschil zit voornamelijk in hoe taken en opdrachten gegeven worden. Op een Daltonschool zijn de instructies vaak specifiek en gericht, terwijl je kind op een Montessorischool nog veel zelf moet ontdekken.
Cluster 1: blinde, slechtziende leerlingen; Cluster 2: dove, slechthorende leerlingen of met een taal-spraakontwikkelingsstoornis; Cluster 3: lichamelijk gehandicapte en/of verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke leerlingen (somatisch); Cluster 4: kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen.
Montessori is een onderwijsconcept voor de voorschool, basis- en voortgezet onderwijs.Op een montessorischool leren kinderen zelfstandig werken en zitten zij met meerdere jaargroepen in een klas. Tegenwoordig combineren montessorischolen vaak montessorimateriaal met reguliere taal- en rekenmethodes.
Type 7: auditieve beperking of een spraak- of taalstoornis. Type 9: autismespectrumstoornis (zonder verstandelijke beperking)
Een 'diploma secundair onderwijs' en een 'getuigschrift hoger secundair onderwijs' zijn gelijkwaardig. De term 'getuigschrift hoger secundair onderwijs' werd gebruikt tot begin jaren 1990. Nadien werd de term veranderd naar 'diploma secundair onderwijs'. Beide geven de leerling recht tot hoger onderwijs.
Vmbo-tl, de theoretische leerweg (mavo): Deze leerweg is het beste te vergelijken met de oude mavo. Met een diploma van de theoretische leerweg kan een leerling naar een mbo niveau 3 of mbo niveau 4 opleiding. Vanuit vmbo-tl kunnen leerlingen, met het juiste vakkenpakket doorstromen naar het havo.
Daltononderwijs is een onderwijssoort waarbij de nadruk ligt op keuzevrijheid voor de leerling, samenwerking met andere leerlingen en de ontwikkeling van zelfstandigheid. De scholen vallen in Nederland zowel onder het algemeen bijzonder onderwijs als het openbaar onderwijs.
Montessori onderwijs is met name geschikt voor kinderen die zelfstandigheid, vrijheid en autonomie waarderen. Kinderen die graag op hun eigen tempo willen werken en interesse hebben in zelfontdekking en zelfgestuurd leren, kunnen zich goed voelen in een Montessori omgeving.
Montessori is een onderwijsmethode die gebaseerd is op zelfgestuurde activiteit, hands-on leren en samenwerkend spelen . In Montessori-klassen maken kinderen creatieve keuzes in hun leerproces, terwijl de klas en de hoogopgeleide leraar leeftijdsgeschikte activiteiten aanbieden om het proces te begeleiden.
Penta-onderwijs is er voor kinderen en jongeren die door ziekte, revalidatie of opname in een residentiële setting gedurende een tijd niet naar school kunnen. Penta biedt zowel attesterend onderwijs (voor de kinderen opgenomen in het Zeepreventorium) als niet-attesterend onderwijs (in de andere vestigingen).
Cluster 2: Scholen voor kinderen met communicatieve problemen, waaronder autisme, slechthorendheid en kinderen met erstige spraak-taalproblemen. Cluster 4: Scholen voor kinderen met ernstige problemen in het gedrag, met ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen.
Er zijn vele 'soorten' scholen, met elk hun eigen manier van werken: Het onderwijsconcept maakt duidelijk hoe de school het onderwijs vorm en inhoud geeft. Er zijn in ons land verschillende concepten: Dalton, Montessori, Jenaplan, Vrije school en Freinet.
Volgens de denkwijze van Maria Montessori moeten kinderen zich ontwikkelen in een omgeving waar ze eenvoudig kunnen bewegen en ontdekken. Daarom raadde ze tafels en stoelen aan die kinderen zelf kunnen verplaatsen en groeperen. Sommige taken mogen op speciale kleedjes worden gedaan.
Jenaplan houdt stamgroepen aan. Dat zijn groepen waarin kinderen van 3 verschillende leerjaren bij elkaar zitten. Het idee van de stamgroepen is simpel: ieder kind krijgt de gelegenheid zich op zijn eigen tempo te ontwikkelen. Daarnaast kunnen oudere kinderen hun jongere groepsgenootjes helpen.
Daltononderwijs is voor elk kind geschikt. Geen enkel kind is echter hetzelfde. De basisschool moet hier rekening mee houden. Dat geldt voor een gewone basisschool en voor een Daltonschool.