De langste notenduur die in onze tijd in het algemeen gebruikt wordt is de hele noot. Vaak wordt daar een waarde van vier tellen aan toegekend als de teleenheid de kwartnoot is. In vroeger eeuwen hebben nog langere notenwaarden dan de hele noot bestaan. Een oude naam voor de hele noot is de semibrevis.
Een halve noot duurt in een 4/4 maat 2 tellen (volgens het onderste cijfer). Staat er een punt achter, dan komt de helft erbij.
Een halve noot staat tot een kwartnoot als 2:1 in tijdsduur. Er passen dus twee kwartnoten in één halve noot. Er passen dus ook vier kwartnoten in een hele noot. Een kwartnoot staat tot een achtste noot als 2:1 in tijdsduur.
Dus.... in een hele noot (of rust) zitten vier kwartnoten (kwartrusten), vier kwarten duren samen even lang als een hele, en vier achtsten zijn samen één halve, enzovoort.... Hoeveel tellen zo'n noot of rust duurt, hangt weer af van de maatsoort! Als er een punt achter een noot staat, wordt-ie de helft langer.
Een kwartnoot duurt normaal één tel. Een kwartnoot met punt duurt dus anderhalve (1½) tel. Een ritme dat vaak voorkomt is een kwartnoot met punt gevolgd door een achtste noot. Samen duren deze noten 1½ + ½ = 2 tellen.
Weet je nog dat we in deel 2 er van uitgingen dat een hele noot 4 tellen is, een halve noot 2 tellen, een kwart noot 1 tel, enzovoort? Nu we allerlei verschillende maatsoorten zijn tegen gekomen in de vorige les, hebben we gezien dat een kwart noot niet altijd 1 tel is. Want dit hangt van de maatsoort af.
Gepunteerde rusten worden op dezelfde wijze verlengd als noten. Zo duurt een kwartnoot of kwartrust met een punt dus drie achtsten, waar een normale kwart slechts twee achtsten duurt.
En denk eraan: in een vierkwartsmaat duurt elke kwartnoot één tik van de metronoom, achtstes duren een halve tik, hele noten duren vier tikken, enzovoort.
De hele noot (de open noot zonder stok) is de grootste noot en duurt 4 tellen. Dit betekent dat je deze noot 4 tellen lang aan één stuk door moet laten klinken.
De lengte van een geografisch nummer bedraagt in Nederland tien cijfers (hierbij is de +31 weggelaten, maar niet de eerste 0). In België zijn dit negen cijfers. De lengte van een niet-geografisch nummer kan variëren.
De hele rust heeft, net als de hele noot, een duur van 4 tellen.
Achtste noot en zestiende noot
Een achtste noot is de helft van een kwart noot. Er passen dus 2 achtste noten in een kwart noot, 4 achtste noten in een halve noot en 8 achtste noten in een hele noot. De nootduur van een achtste noot is een halve tel.
Wat is een achtste rust gelijk aan? Achtste rust is gelijk aan de duur van een achtste noot: 1/2 a BEAT. De ACHTSTE RUST. Achtste rusten hebben één boog, net als één vlag of straal van de achtste noot.
Als we van de achtste noot weer twee keer zo klein gaan, krijgen we een zestiende noot die maar een kwart tel lang is (er passen vier van deze noten in één tel). De zestiende noot heeft twee vlaggetjes aan de stok.
Een driekwartsmaat (3/4-maat of 34-maat) bestaat uit drie tellen van een kwartnoot en een 6/8-maat uit zes tellen van achtste noten. Een 3/4-maat is dus een oneven maatsoort met hoofdaccent op de eerste tel.
Enkele voorbeelden van maatsoorten:
Bij deze afbeelding staat de 2 boven en de 4 onder, dit noemen we een 2-kwarts maat. Omdat de 2 boven staat hebben we in iedere maat 2 tellen. En omdat de 4 onder staat duurt de kwart noot 1 tel. Bij deze afbeelding staat de 3 boven en de 8 onder, dit noemen we een 3-achtste maat.
' De eerste tel klinkt iets harder dan de vierde tel. Een 3/2 maat betekent dat je 3 halve noten moet tellen voor 1 maat. 1 halve noot is 2 kwartnoten waard. Probeer gelijkmatig tot 6 te tellen, met de nadruk op de oneven getallen: 'EEN-twee-DRIE-vier-VIJF-zes, EEN-twee-DRIE-vier-VIJF-zes.
Steeds als er 2 witte toetsen zijn met een zwarte toets ertussen dan is dat een hele afstand. Maar liggen 2 witte toetsen naast elkaar en zit er geen zwarte toets tussen, dan is dat een halve afstand. De halve afstanden vindt je dus tussen de E en F, en tussen de B en C.
Staccato is het los van elkaar spelen van de noten van muziek. De lengte van elke noot wordt korter en er is een korte stilte hoorbaar tussen elke twee noten. Het tempo van het muziekstuk blijft hierbij gelijk. Staccato wordt genoteerd met een punt boven elke noot.
Bij de regelmatige twaalf achtsten maat komen er telkens 12 tellen in iedere maat. De achtste noot is teleenheid. De accenten worden weergegeven door het ">" tekentje. Deze twaalf achtsten maat is samengesteld en bestaat uit 4 groepjes van 3.
Een zestiende noot bevat de helft van de tijdswaarde van een achtste noot. Er passen dus 2 zestiende noten in een achtste noot. Als je dit doorrekent naar de hele noot, dan passen er 16 zestiende noten in een hele noot.
Een zestiende is een kwart van een kwart.
We gebruiken de eerste 7 letters van het alfabet om de muzieknoten een naam te geven: A, B, C, D, E, F en G. Als je die op een piano speelt, gebruik je de witte toetsen, en die noemen we de stamtonen. In het rijtje A B C D E F G klinkt A het laagst, en G het hoogst.