Welke anesthesie voor u het beste is hangt af van o.a. uw leeftijd, uw lichamelijke conditie en de operatie die u krijgt. Heeft u een voorkeur voor een bepaalde vorm van anesthesie dan kunt u dit bespreken met de anesthesioloog.
Aan beide vormen van anesthesie zitten voor- en nadelen. Evident voordeel van de ruggenprik is dat je met de arts kunt communiceren en zo goed geïnformeerd bent wat hij/zij doet. Een nadeel kan zijn dat de ruggenprik niet helemaal goed werkt en je alsnog onder volledige narcose moet worden gebracht.
De middelen die voor een narcose worden gebruikt zijn slaapmiddelen, spierontspanners en pijnstillers. Ook wordt er vocht toegediend. Slaapmiddelen (anesthetica) worden meestal als eerst toegediend. Dit gebeurt meestal via een infuus.
Deze kans is heel erg klein, ongeveer 1 persoon van de 100.000 patiënten die geopereerd wordenkomt tijdens de operatie te overlijden.
Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid. Dat is meestal goed op te vangen of te behandelen en is vaak van korte duur. Op de dag na de ingreep horen we nogal eens klachten van spierpijn, keelpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of duizeligheid, naast natuurlijk napijn.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel. Dit gebeurt als u onder narcose bent.
Je geeft iemand anders de controle over je lichaam.” Maar de kans dat het mis gaat, is uiterst klein. Het risico op overlijden is bij 'normale' patiënten kleiner dan het risico dat je loopt als je aan het verkeer deelneemt.
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
De apparatuur die je in slaap houdt kan slecht functioneren. De anesthesist heeft tijd nodig om uit te zoeken wat er mis loopt. Tijdens het oplossen van een probleem met het anesthesietoestel zou je kunnen wakker worden.
Het risico dat men overlijdt ten gevolge van de anesthesie is uiterst klein en hangt eerder samen met de algemene gezondheidstoestand van de patient, de aard van de chirurgie en eventuele complicaties die zich tijdens de operatie voordoen.
Narcose kan een zware aanslag op de hersenen zijn. Jonge kinderen kunnen er hersenschade door oplopen, en menige bejaarde die met een gebroken heup in het ziekenhuis belandt, is bij het ontwaken uit de narcose langdurig, soms voorgoed, de weg kwijt.
Nadat u onder narcose bent geweest, reageert u tijdelijk wat minder snel. Als u op de dag van de operatie naar huis mag, zorg er dan voor dat u de eerste nacht na ontslag uit het ziekenhuis niet alleen thuis bent. Ook mag u niet zelf naar huis rijden.
Bij sedatie wordt het bewustzijn tijdelijk verlaagd. Het is dus geen verdoving, maar u wordt wel wat rustiger en kunt zich beter ontspannen zonder uw bewustzijn volledig te verliezen. Dit wordt ook wel bewuste sedatie genoemd. U wordt wat slaperig, zodat het onderzoek en/of behandeling voor u minder belastend is.
Na de narcose en operatie kunt u zich een periode minder fit voelen. Dat is heel normaal. Het lichaam heeft tijd nodig om te herstellen van de operatie. In de regel zijn narcosemiddelen binnen een paar uur uit uw lichaam verdwenen.
Samenvatting. Na een behandeling onder algehele anesthesie kunnen tijdelijke geheugenstoornissen optreden en pre-existente geheugenstoornissen verergeren. In de literatuur wordt een frequentie van postoperatieve cognitiestoornissen van tussen de 10 en 50% gesteld.
Een narcose: je lichaam werkt door, maar op een laag pitje. Een narcose: je lichaam werkt door, maar op een laag pitje. Je hersenactiviteit is laag, je kunt je niet bewegen, niet slikken en meestal niet zelf ademhalen.
Ingespoten via ader. Via een infuus spuit de anesthesist een slaapmiddel (intraveneus anestheticum) in. Ondertussen ademt u enkele keren diep in en uit boven een masker met zuivere zuurstof. U verliest nu zeer snel uw bewustzijn.
Tijdens de operatie wordt je dus beademd door een toestel en dat gaat via een pijpje in de luchtpijp. Een riskante procedure, waar lang op getraind wordt, voordat je dit zelfstandig mag uitvoeren.
In de eerste periode na de operatie kan het zijn dat u meer moeite heeft met het ophouden van de ontlasting omdat de sluitspier van uw anus langere tijd niet heeft gewerkt. Deze klachten kunnen zes weken tot drie maanden aanhouden en verdwijnen na verloop van tijd meestal spontaan.
Waarschijnlijk ken je de afdeling PACU onder de naam 'uitslaapkamer'. Hier worden patiënten voor en na een operatie extra bewaakt (maximaal 24 uur) voordat ze terug gaan naar de verpleegafdeling, de Medium Care of de Intensive Care.
Door verwijding van de interne sluitspier en prostaat kan een van tevoren al minder functionerende sluitspier in de problemen komen en urine doorlaten. Ook kan de sluitspier beschadigd raken. U kunt in de eerste fase na de operatie een verhoogde aandrang voelen. U kunt deze dan moeilijk uitstellen.
In dit flapje worden enkele niet-oplosbare hechtingen geplaatst. Onder dit flapje door kan het oogwater langzaam wegstromen waardoor de oogdruk lager wordt. Als de operatie klaar is, wordt het slijmvlies van het oog gesloten met oplosbare hechtingen en wordt uw oog afgeplakt.
De gangbare regel is dat u niet meer mag eten vanaf middernacht als uw operatie gepland is voor de volgende ochtend. Drinken van water, koffie en thee zonder melk, niet-koolzuurhoudende vloeistoffen en energiedranken, en ook fruitsap zonder pulp (bijv. appelsap) mag tot 2 uur vóór de start van de anesthesie.