Motorische problemen zijn bijvoorbeeld verlamming, moeite met doelbewuste handelingen: apraxie.Moeite met spreken; Broca afasie en dysartrie.Moeite met schrijven: agrafie.Moeite met slikken, kauwen.
Reuma, spierdystrofie, dwarslaesie, spasticiteit en RSI/CANS zijn voorbeelden van motorische aandoeningen die je beperken in (voort) bewegen, (gaan) zitten, lopen, veranderen van houding, balans en de arm/ handfunctie.
Motorische stoornissen zijn storingen van het zenuwstelsel die onwillekeurige of oncontroleerbare bewegingen of handelingen van het lichaam veroorzaken . Deze stoornissen kunnen een gebrek aan bedoelde beweging of een overmaat aan onwillekeurige beweging veroorzaken.
DCD: Kenmerken. DCD (Developmental Coördination Disorder) of coördinatie-ontwikkelingsstoornis werd vroeger (ontwikkelings)dyspraxie genoemd. Kinderen die DCD hebben, hebben moeite met het aanleren en uitvoeren van motorische taken, zoals zich aan- en uitkleden, fietsen, zwemmen, tekenen, knippen en schrijven.
Functionele motor stoornissen (FMS) bestaan uit trillen, schokken, standsafwijking of verminderde kracht, gekenmerkt door specifieke bevindingen die passen bij de functionele aard van de klachten, zoals variabiliteit en invloed van aandacht en afleiding. FMS komen veel voor en kunnen erg beperkend zijn.
Wanneer iemand een fysieke (of motorische) beperking heeft, is zijn bewegingsmogelijkheid verstoord. Onder deze diverse groep beperkingen vallen onder meer mensen met onvrijwillige bewegingen (spasmen of tremors), coördinatieproblemen, verlamming, artritis en mensen met ontbrekende ledematen.
Kinderen met motorische problematiek zijn vaak onhandig of houterig, vallen veel of stoten zich regelmatig. Ze hebben een opvallende houding, met lage of juist hoge spierspanning. Ook is er vaak sprake van angst om te bewegen. Ze hebben te weinig spierkracht en bewegen niet, of juist te krachtig.
Neurologische aandoeningen is een verzamelnaam voor een groep aandoeningen aan de hersenen. Er zijn ongeveer 600 neurologische aandoeningen. De aantal van de bekendste neurologische aandoeningen zijn dementie, hersentumoren, de ziekte van Parkinson en epilepsie. De symptomen hangen af van de aandoening.
Een kind ontwikkelt zich op verschillende gebieden. Denk daarbij aan spraak, de grove en fijne motoriek, sociale vaardigheden en leervermogen. Als er sprake is van een achterstand in de bewegingsmogelijkheden, noemen we deze achterstand een motorische retardatie.
Kinderen met DCD zijn vaak wat trager in het bereiken van de zogenaamde ontwikkelingsmijlpalen zoals gaan kruipen, zitten, staan en lopen. Kinderen met DCD bewegen minder fraai dan hun leeftijdsgenoten zonder DCD. Hun bewegingen zijn niet soepel, maar eerder houterig.
Iemand met een motorische beperking heeft problemen met bewegen. Je kunt bijvoorbeeld niet lopen of je armen niet goed gebruiken. Dit komt door problemen met je spieren, gewrichten en/of je skelet. Sommige motorische beperkingen zijn goed zichtbaar, omdat iemand in een rolstoel zit.
1. Hoofdpijn . Hoofdpijn is een van de meest voorkomende neurologische aandoeningen. Er zijn verschillende soorten hoofdpijn, zoals migraine, clusterhoofdpijn en spanningshoofdpijn.
Functionele neurologische stoornissen (FNS) is een aandoening waarbij mensen problemen ervaren met dingen zoals bewegen, praten, zien of horen. Deze problemen ontstaan doordat de communicatie tussen de hersenen en het lichaam verstoord raakt, maar gelukkig is er geen schade aan de hersenen of het zenuwstelsel zelf.
Je voelt je niet helder, suffig, vergeetachtig, verstrooid of wat verward en kan moeite hebben met je te concentreren of met het oplossen van problemen. Het lukt misschien niet (of moeizaam) om op woorden te komen en wat je wil zeggen. Het lijkt alsof je wartaal uitspreekt. Je kan je intens moe voelen en wazig zien.
Cerebrale parese (CP) is een houding- en bewegingsstoornis die veroorzaakt wordt door een beschadiging van de hersenen. Die beschadiging ontstaat voor of tijdens de geboorte of in het eerste levensjaar. Bij mensen met CP functioneert een deel van de hersenen niet of anders.
Motorische onrust is de drang van de hersenen om het lichaam te gebruiken en de wereld via het lichaam te voelen. Het is als een kriebel versus kruipen. Als we onze kinderen de kans geven om hun lichaam te gebruiken, wordt er aan deze behoefte voldoen en neemt de drang af waardoor je kind kalmeert.
Een cognitieve stoornis is een stoornis in een of meer cognitieve functies. Dit kan problemen opleveren met het geheugen, taal, gedrag en het oplossen van problemen. Een cognitieve stoornis kan tijdelijk of blijvend zijn.
Een motorisch bilan is een (deel van een) verslag met objectieve gegevens over beweeglijkheid en kracht in de ledematen en romp, sensibiliteit, pijn, tonus, coördinatie, evenwicht ... opgesteld door een (para)medicus zoals bijvoorbeeld de revalidatiearts, neuroloog of de kinesitherapeut.