Bij een snoekbaars hengel is het van belang dat je een bijpassende vismolen kiest. Voor een hengel van 2.40 meter is dit veelal een molen in de maat 2000 of 2500.Gaat het om een snoekbaars hengel met een lengte van 2.70 meter?Dan ligt een molen in de maat 3000 meer voor de hand.
Bij het vissen op snoekbaars wordt vaak voor een fluorocarbon leader gekozen, in diktes van 22/00 tot 35/00. Dit materiaal heeft als voordeel dat het schuurbestendig is en onder water vrijwel onzichtbaar. Met een zogenaamde 'Albrightknoop' kun je de hoofdlijn en de fluorocarbon onderlijn met elkaar verbinden.
Snoek 45 cm. Snoekbaars 42 cm. Zeelt 25 cm. * voor de baars geldt, met uitzondering van het IJsselmeer, in twee gevallen een uitzondering.
Snoekbaars vissen kant techniek
Je werpt de shad in, draait de lijn strak en draait hem met een aantal slagen van je vismolen naar je toe. Dan wacht je even om vervolgens weer met een aantal slagen van je vismolen de shad naar je toe te halen. Je kan hierbij ook je hengel wat bewegen.
Als je met een hengel vist van 1.80 – 2.10 meter en klein en licht kunstaas gebruikt (op forel, baars), dan is een vismolen in de maat 1000 gebruikelijk. Gebruik je een hengel van 2.10 meter voor het vissen met klein kunstaas (spinvissen, streetfishing, baarsvissen)? Dan is een molen in de maat 1000 – 2000 prima.
Wordt er alleen maar op groot water op hele grote snoek gevist met zwaar kunstaas? Dan is een molen in formaat 4000 tot 6000 de juiste keuze. Wordt er veel op kleiner water (polders en vijvers) gevist en zijn de snoeken van gemiddeld formaat, dan voldoet een molen in de maat 3000 tot 4000 maat.
Een molen met een 4000 of 5000 maat ligt het meest voor de hand. Deze zijn niet te licht en vormen een mooi geheel met de doodaas hengel. Ze kunnen ook voldoende lijn hebben en zijn sterk genoeg voor het wat grofere werk.
Op rivieren vind je de snoekbaars vooral op plekken die uit de stroming liggen, zoals havens en de uitgangen hiervan, in de buurt van sluizen, langs diepe kribben of op plekken waar warmer water in de rivier stroomt. Op stilstaand water dien je de diepste plekken te bevissen.
In maart wordt snoekbaars bij een zachte winter en dito voorjaar zeer actief in voorbereiding op de paai. Shads doen het nu zeker, met wat wind, driftend en heffend. Na de gesloten tijd wordt het eind mei en kunnen we terug aan de slag. De maand die nu volgt is dikwijls de beste vang maand.
Als je op pad gaat om snoekbaars te vangen kies dan bijvoorbeeld de vroege ochtenduren of het begin van de avond. In deze schemerperiode is de snoekbaars tot kort onder de kant actief om zijn maaltje bij elkaar te roven.
Daarbij mogen ze met koudere omstandigheden maar wat graag dieptes op zoeken, tot wel 25 meter, puur om de elementen te vermijden. Natuurlijk gaan wij daar naar niet vissen, aangezien snoekbaars het loodje legt als je ze van grote diepte vangt. Raadzaam is om een maximale visdiepte van 10 meter te hanteren.
Ruim 40% van de vissers noemt dode visjes en stukjes vis als het beste aas voor het snoekbaars vissen. Een dood visje is hierbij favoriet en scoort nauwelijks lager dan de nummer 1 aassoort shads en andere softbaits. Hieruit kunnen we opmaken dat snoekbaars kennelijk vaak de voorkeur geeft aan natuurlijk aas.
Knoop je onderlijnen met een lengte van ongeveer 80cm. Het voordeel hiervan is dat je er nog een stukje af kunt knippen als de eerste paar centimeters beschadigd raken na een flinke dril.
Van verticaal op snoekbaars tot vliegvissen en van het vissen met jerkbaits tot met een fireball. Hou je echter wel aan een code, vis nooit dunner dan 80/00, liefst dikker.
Gevlochten vislijn is er in diverse soorten en maten. Sommige vissers gebruiken deze lijn in een felle kleur (geel, oranje) omdat ze de lijn zo beter kunnen zien. De meeste vissers kiezen echter voor een (mos)groene gevlochten vislijn omdat deze het beste opgaat in de onderwateromgeving.
Snoekbaars brengt op de zwarte markt tien, twaalf euro per kilo op. "In de winter vangen stropers soms negenhonderd kilo per week", weet De Bruin.
Met een kleinere maat (5-10 centimeter) maak je meer kans op snoekbaars, baars en kleine snoek. Met de grotere maten (10-20 centimeter) maak je meer kans op grotere snoek en grote snoekbaars. Ten tweede zal je shads met de juiste staart moeten kiezen.
Vissers op snoek, snoekbaars en baars hebben het meeste vertrouwen in pluggen, spinners en shads in de kleuren zilver, goud en rood.
Het is ook niet onbelangrijk om weten dat grote snoekbaars in de winter soms veel ondieper ligt. Zeker wanneer na een vorstperiode de zon terug begint te schijnen. Snoekbaarzen die niet actief zijn zoeken ook graag de luwte van de rietkragen of de oever op. Hier liggen ze rustig stijf tegen de kant vlak op de bodem.
De filets van de snoekbaars zijn stevig en daardoor lenen ze zich goed voor verschillende soorten bereidingen zoals bakken, grillen of stomen. Daarnaast bevat snoekbaarsfilet ook nauwelijks graten. Hierdoor kun je meteen ermee aan de slag in de keuken zonder eerste te lopen pielen.
Zet de dobber bij voorkeur zo diep dat de aasvis 20-40 centimeter boven de bodem van het viswater hangt. Dat levert vaak de meeste aanbeten op. Een andere manier van met de dobber en dood aas snoek vissen is meer statisch. Je verankert de aasvis dan met schuiflood op de bodem.
Qua drijfvermogen, kies een dobber van tussen de 20 en 30 gram. Zwaarder is niet nodig, de kans is groter dat de vis daar weerstand van gaat voelen en de aasvis loslaat.
Haakmaat 4 of 6 is meer dan voldoende, omdat je 2 dreggen aan een takel hebt zitten is groter niet nodig zoals bij het dobber vissen.