Tussen de 7 en 8 maanden gaan de meeste baby's tijgeren, al ontwikkelt elk kind zich natuurlijk op zijn eigen tempo. Hierbij ligt je baby op zijn buik, zet hij zich met de voetjes af en trekt hij zich met zijn armen vooruit.
In de eerste maanden doet je baby al veel voorwerk om later te kunnen tijgeren en kruipen. Zijn ontwikkeling gaat dan heel hard. Gemiddeld begint een kind vanaf 7 maanden langzaam met tijgeren. Maak je echter geen zorgen als je kleine spruit dan nog geen interesse heeft om deze stap te zetten.
De spieren zijn als het ware getraind om te gaan kruipen. Rond dezelfde leeftijd als het beginnende kruipen gaat hij vaak ook voor het eerst proberen om te zitten. Vaak begint het kruipen met het afzetten van de voetjes en het vooruit trekken van de armpjes. Dit noemen we tijgeren.
Vaak tijgeren kinderen eerst achteruit, omdat in deze fase nog met de handen wordt afgezet. Tussen de 10 en 13 maanden kunnen kinderen over het algemeen goed kruipen.
De meeste baby's zijn gemiddeld tussen de 7 en 10 maanden als ze gaan kruipen. Maar er zijn ook baby's die pas later gaan kruipen (of gaan billenschuiven) of de hele kruipfase overslaan en meteen gaan lopen.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Het duurt ongeveer 4 maanden vanaf het moment dat je kind gaat staan en langs de rand gaat lopen, tot het moment dat je kind losloopt. Maar het kan ook langer duren. De meeste kinderen kunnen rond 18 maanden loslopen.
Naar achteren tijgeren op de buik: dit leren baby's gemiddeld tussen de 7 en 8 maanden. Naar voren tijgeren op de buik:baby's leren gemiddeld tussen de 8 en 9,5 maanden om naar voren te tijgeren op hun buik door zich met de armen voort te trekken en met de benen af te zetten.
Er is sprake van hoogdbegaafheid als een kind een IQ hoger dan 130 heeft. Vaak zijn ze ook creatiever in hun denkwijze en hebben ze veel doorzettingsvermogen. Er is wel een verschil tussen hoogbegaafdheid en een ontwikkelingsvoorsprong. Kinderen die voorlopen in hun ontwikkeling, hebben een ontwikkelingsvoorsprong.
Tussen de 7 en 8 maanden gaan de meeste baby's tijgeren, al ontwikkelt elk kind zich natuurlijk op zijn eigen tempo. Hierbij ligt je baby op zijn buik, zet hij zich met de voetjes af en trekt hij zich met zijn armen vooruit.
Een baby rolt op zijn buik, en weer terug naar zijn rug, als hij zo'n negen maanden oud is. Vanaf dat moment kan hij ook gaan tijgeren: het kindje trekt zich met arm of armen vooruit (eerst een poosje achteruit) op de buik. Daarna volgt meestal al vrij snel ook kruipen op handen en knieën.
Niet te lang achter elkaar zitten
Het is het beste om je kind maximaal een uur achter elkaar te laten zitten. Ook als je kind al goed zelfstandig kan zitten, bijvoorbeeld in de kinderstoel. Pas als je kind goed zelfstandig kan gaan zitten, kun je het in een kinderzitje voor op de fiets meenemen.
Als je baby gaat billenschuiven, is dat in principe niet erg. Het is een normale variant in zijn ontwikkeling, een alternatief voor kruipen. Billenschuiven kan wel wat gevolgen hebben voor de ontwikkeling van je kind.
De meeste baby's beginnen trouwens pas met kruipen als ze zelfstandig kunnen zitten. Vanaf dat moment zijn de spieren sterk genoeg om voldoende rompbalans op te bouwen en dus om te kruipen. Toch kan niet iedere baby zitten voor hij kan kruipen.
Kruipen heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van een kind. Kinderen die niet gekropen hebben, kunnen – wanneer zij de schoolleeftijd bereiken of op nog latere leeftijd – problemen ervaren met allerlei taken uit het dagelijkse leven.
Tussen de voedingen door hebben sommige baby's behoefte om te zuigen. Sommige baby's hebben een grote zuigbehoefte en willen graag langer zuigen, ook al hebben ze geen honger. Een fopspeen kan dan helpen.
Researchers aan de University of Washington en in Glasgow zijn het er na uitgebreid onderzoek over eens: de intelligentie van een kind wordt bepaald door het genetisch materiaal langs moeders kant. Het genetisch materiaal van de vader heeft geen invloed.
Wat boeit jouw baby het meest, herkent hij al dingen het huis? Tip: Jouw baby kan zich gaan vervelen als hij steeds hetzelfde ziet, hoort, voelt, ruikt of proeft. Varieer daarom de omgeving van jouw baby en verplaats bijvoorbeeld de box, het wipstoeltje, speelkleed op de grond en/of varieer met speeltjes.
Temperament is de primaire, aangeboren manier waarop je baby reageert op haar omgeving. Het karakter van je baby wordt gevormd door haar temperament en haar omgeving. Een karakter is dus niet aangeboren, maar moet zich nog ontwikkelen. Het karakter groeit vervolgens door de jaren heen uit tot de persoonlijkheid.
Meestal stappen kinderen tussen de 8 en 15 maanden aan de hand, en volgen de eerste losse stapjes rond 12-15 maanden. Het zelfstandig lopen verschilt van kind tot kind. Sommige kleintjes kunnen het pas op 18 maanden terwijl enkele uitzonderingen al stappen voor hun eerste verjaardag.
Als de bovenste helft van de rug recht wordt dan kan een kindje leren om te gaan zitten. Dit is doorgaans rond de 8-9 maanden. Dit is vaak 1 of 2 maanden nadat ze voor het eerst gingen tijgeren of kruipen.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Wanneer zal je kleintje zich voor het eerst omrollen? Het kan zijn dat je baby zich met 3 maanden kan omrollen van rug naar buik, maar pas met 6 maanden terug kan rollen. Alles binnen die tijdsperiode valt binnen de normale motorische ontwikkeling.
Meestal loopt je kind op de tenen uit gewoonte, maar soms kunnen er ook problemen zijn met de spieren, zenuwen of een verkorte achillespees. Tenenloop verdwijnt vaak vanzelf. Maar als het nodig is kan de jeugdarts of de huisarts je kind doorverwijzen.