Een appelboom snoeien doe je best in de winter, zoals de meeste fruitbomen. De snoeiperiode voor deze boomsoort loopt van november tot en met maart. In de periode van juni tot eind oktober kan je ook een lichte onderhoudssnoei doen.
De gesteltakken of zijscheuten worden afgesnoeid op een lengte van 1 m. Takken die ontstaan op de onderste 70 cm van de spiltak of stam worden geheel weggehaald. De nieuwe groei op de gesteltakken wordt in de winter telkens ter geleidelijke verlenging teruggesnoeid tot 25 cm, de zijtakken op 3 bladeren of 10 cm.
Wanneer wat snoeien? Pitvruchten zoals appel- en perenbomen en mispels snoei je in de winter, liefst in februari -maart of in de zomer, afhankelijk van wat je beoogt met de snoei. Steenvruchten zoals kersen, pruimen, perziken en abrikozen snoei je voor of na de bloei en na de oogst tot half september.
Als je in de zomer snoeit, van half juli tot half september, rem je de scheutvorming. De sapstroom is dan dalend, waardoor de takken die je wegneemt niet terug groeien en er geen waterlot rond de snoeiwonden ontstaat. Een heel belangrijke reden om in de zomer te snoeien is het vlotte wondherstel.
Zo kunnen appels goed naast elkaar groeien en van alle kanten het benodigde zonlicht krijgen. Als je een appelboom niet snoeit, zal deze vooral veel nieuwe takken maken en weinig energie steken in het laten groeien van appels. Goed om te weten is dat je door te snoeien echt kan zorgen voor oogst.
Een appelboom heeft voldoende water nodig. Dit is vooral belangrijk tijdens het planten en de eerste periode na het planten. De fruitboom vraagt zo'n dertig tot veertig liter water per week. In de zomerperiode heeft de appelboom qua verzorging meer water nodig (zo'n 3 keer per week) dan in de rest van de seizoenen.
Zomersnoei van een appelboom
Snoei altijd boven een knop die naar buiten wijst. Bij extreme hitte en droogte, of bij veel regen is het beter om nog even niet te snoeien. Als je een sterk groeiende appelboom hebt, dan kan je ook in de zomer nog zijtakken terugsnoeien.
Tijdens zomersnoei kunnen gelijktijdig zieke takken weggesnoeid worden. Denk hierbij aan meeldauw. Door het open snoeien van de boom in de zomer krijgen schimmelziektes als schurft minder kans. Door zomersnoei verkrijgt men een betere belichting van de vruchttakken.
Kortloten zijn korte takken met bloesemknop en weinig groeiknop. Waterlot is juist andersom, dat zijn snelgroeiende takken die recht omhoog gaan. Die halen energie weg van de bloesemtakken, dus het meeste waterlot wordt weggehaald.
Bestuiving. De meeste appelrassen hebben kruisbestuiving nodig om appels te laten groeien. Dat betekent dat er een ander appelras nodig is voor een goede bevruchting. Ook zelfbestuivende rassen geven meer vruchten als er daarnaast kruisbestuiving plaatsvindt.
Het moet tijdens het snoeien wel droog zijn, het mag niet vriezen en er mag ook geen vorstperiode binnen enkele dagen starten. Overige bomen kan je van half oktober tot in maart snoeien. Ook hier geldt: niet met vorst. Bijsnoeien, voor een mooie vorm van de boom, kan je doen in de zomer (juni, juli en augustus).
Waterloten kun je tegen de stam wegsnoeien. Her en der kun je twee centimeter van de loot laten zitten. Dan heb je kans dat daar weer vruchthout op groeit. Waterloten kun je overigens ook heel goed in juni verwijderen.
Ook wel draag- of zijtakken genoemd. Dit zijn de onderste, stevige takken die vrijwel horizontaal op de harttak staan en de boom vorm geven. Gesteltakken worden alleen gesnoeid als de boom nog moet groeien, om de juiste vorm te bereiken.
De oplossing hiervoor is het “dunnen” van de fruitbomen: het weghalen van een aantal vruchten. Als u uitdunt worden de vruchten groter en smaakvoller en zal de boom ook elk jaar vruchten geven. Bij nog jonge bomen is het aan te raden om maar per handbreedte 1 appel te laten zitten.
Om nieuwe uitlopers te stimuleren is het belangrijk dat je ze op de juiste manier topt. Snoei altijd net boven een naar buiten gerichte knop (ongeveer 2-5 mm erboven). Deze knop zal de nieuwe uitloper gaan vormen. Deze richt zich naar buiten, zodat de kroon mooi open blijft.
De wintersnoei van de appelboom
In de winter, als de boom in ruststand is, snoei je dood hout en zieke takken weg. Ook oude grote takken kan je terugsnoeien. Daarnaast wil je zoveel mogelijk takken wegsnoeien die naar binnen groeien én de verticale takken (waterloten). Hiermee maak je de boom luchtig.
Hoe herken je waterloten? Waterloten hebben een duidelijk kenmerk: ze groeien recht naar boven. En er groeien dus geen appels aan, dus ze zullen ook geen bloesems dragen. Waterloten kun je wegsnoeien.
Onder de appelboom
De bollen weren woelratten en geven in het voorjaar veel kleur, als de boom verder nog kaal is. Andere bollen, zoals botanische tulpjes, sneeuwklokjes of krokussen zijn ook heel geschikt.
Waterloten zijn de takken die recht omhoog groeien. Vaak herken je deze aan hun net wat afwijkende uiterlijk.Qua kleur neigen ze meer naar roodbruin en vaak hebben ze witte stipjes. De waterloten van een perenboom snoeien doe je in de winter.
Een appelboom snoeien gaat als volgt: snoei lange, dunne scheuten weg tot op 10 cm vanaf een dikkere, houtige tak. De kortere takken die zo ontstaan, zullen dikker worden en na verloop van tijd vruchten dragen. De appelboom groeit goed op de meeste grondsoorten.
Appels uitdunnen doe je zo
Knip vruchten weg totdat er elke 10-15 cm nog maar één appel aan die tak hangt. Verwijder om te beginnen beschadigde en misvormde appels. Zo houd je de sterkste appels over. Vervolgens kies je een appel die er gezond uitziet en knip je de andere appels aan die tros weg.
De gemiddelde gezonde en goed verzorgde appelboom kan 50 tot 80 jaar oud worden. Er zijn echter opvallende uitzonderingen op deze regel. Van sommige appelbomen is gemeld dat ze al meer dan een eeuw leven. Een appelboom produceert zelden veel vruchten na zijn 50e jaar.
Geef 2 tot 3 keer per week een ruime watergift, ook als het regent! Als u met de tuinslang water geeft zet hem dan een half uur zachtjes aan per boom. De bodem moet constant ligt vochtig blijven. Maak gebruik van een gietrand om er voor te zorgen dat het water echt door de kluit trekt.
Een appelboom heeft in de regel geen kunstmest nodig en kan goed uit de voeten met gedroogde koemest. Zoals bij andere fruitbomen bemesten kun je de grond in februari verrijken met kalkkorrels. Hierdoor wordt de mest beter opgenomen.