Personeelskosten kun je verdelen in vier categorieën: Je hebt (1) directe loonkosten, zoals het salaris en vakantiegeld, (2) indirecte loonkosten, zoals onkostenvergoedingen en pensioen, (3) verplichte premies en bijdragen, ook wel loonheffingen genoemd en (4) overige personeelskosten, zoals kosten voor de werkplek en ...
De loonkosten bestaan uit de volgende elementen: lonen en salarissen (inclusief de ingehouden loonbelasting en sociale premies), bijzondere beloningen (zoals vakantietoeslag), loon in natura, onkostenvergoedingen in verband met de dienstbetrekking (zoals kosten woon-werkverkeer) en sociale premies ten laste van de ...
De loonkost bestaat enerzijds uit het brutoloon, verschuldigd door de werkgever aan de werknemer, en anderzijds de patronale bijdragen voor de sociale zekerheid die de werkgever rechtstreeks verschuldigd is aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
De loonkosten per gewerkt uur stegen met 5,3 procent.De loonkosten zijn de optelsom van de lonen, sociale premies ten laste van werkgevers en eindheffingen minus loonkostensubsidies. De loonontwikkeling van werknemers die niet onder een cao vallen is ook meegenomen in deze cijfers.
De loonkosten per werknemer bestaan uit het brutoloon van de werknemer én enkele sociale premies die de werkgever moet betalen voor deze werknemer. Soms moet de werkgever ook een deel van de pensioenpremie betalen.
Gemiddeld zijn de totale loonkosten van een medewerker zo'n 130% van het brutoloon. De kosten die zichtbaar zijn op het loonstrookje, zoals vakantiegeld en loonheffing, zijn hierin meegenomen. Dit betekent dat de personeelskosten uitkomen op zo'n € 5.200,-.
Bereken de arbeidskosten per uur van een werknemer door zijn brutoloon op te tellen bij de totale kosten van gerelateerde uitgaven (inclusief jaarlijkse loonbelasting en jaarlijkse overheadkosten), en dit vervolgens te delen door het aantal uren dat de werknemer per jaar werkt . Dit helpt bepalen hoeveel een werknemer zijn werkgever per uur kost.
Werkgeverslasten, wat zijn dat? Naast het brutoloon krijg je als werkgever ook te maken met andere kosten zoals de werkgeverslasten. De kosten aan werkgeverslasten zijn ongeveer 30% van het brutoloon van de medewerker. Deze lasten bestaan uit vaste en aanvullende lasten.
Voor kleine werkgevers (tot 25 keer de gemiddelde premieplichtige loonsom) geldt een laag tarief, namelijk: 6,28 procent (in 2024 was dat 6,18 procent). Grote werkgevers betalen 7,64 procent in 2025 (over 2024: 7,54 procent).
En wat kost een werknemer per maand? Gemiddeld komen de extra kosten voor je personeel uit op 20% tot 30% van het brutoloon. Natuurlijk is dit sterk afhankelijk van de secundaire arbeidsvoorwaarden die je biedt, hoe hoog de salarissen zijn en hoeveel medewerkers je in dienst hebt.
Allereerst zijn er de directe loonkosten. Dit zijn het salaris, de vakantietoeslag, provisies en winstuitkeringen.
Gewone socialezekerheidsbijdragen
De werknemersbijdragen in de privésector bedragen 13,07% van het brutoloon. Werknemers met lage lonen betalen niet de volle 13,07%. Ze kunnen gebruikmaken van de werkbonus. De werkgeversbijdrage bedraagt voor de private profitsector 25%.
De bedragen waaruit je brutoloon is opgebouwd, zoals je basisloon, vakantiebijslag en eventuele toeslagen. Het wettelijk minimumloon dat voor jou geldt. De periode waarvoor je betaald krijgt, bijvoorbeeld de maand juni. Het aantal uren dat je hebt gewerkt.
Dit omvat niet alleen het bruto salaris van de werknemer, maar ook alle andere kosten die de werkgever betaalt, zoals werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen, pensioenbijdragen, vakantiegeld, reiskostenvergoedingen en andere vergoedingen en bonussen.
U houdt als werkgever elke maand loonheffing in op het salaris van uw werknemers.U betaalt ook de premies voor de werknemersverzekeringen WW, WAO en WIA.
Het lage tarief wordt voor 2024 vastgesteld op 2,64 procent en het hoge tarief op 7,64 procent.Gemiddeld betalen werkgevers daarme een Awf-premie van 3,89 procent.
Netto maandsalaris van Nederlander met modaal inkomen stijgt met 42,91 euro. Het maandsalaris van Nederlanders met een modaal inkomen in 2024 (€3433,68) stijgt per 1 januari 2025 netto met 42,91 euro. Dat is een stijging van 1,53 procent. Dit blijkt uit de doorrekeningen van HR-dienstverlener Visma | Raet.
Het salaris dat de medewerker krijgt, is circa 70%. Dit heeft te maken met de te betalen premies en belastingen. Op de vraag wat een medewerker kost, geldt voor de werkgever een percentage van 130 tot 140%.Op de vraag wat het personeel kost in zijn geheel kan dit zelfs oplopen tot 150 à 160%.
De 'loonkost' is de totale kost die een werkgever betaalt wanneer hij jou je maandelijks loon uitkeert. Dit is niet hetzelfde als het brutoloon dat je iedere maand ontvangt. Op jouw bruto maandloon moet de werkgever immers sociale zekerheidsbijdragen betalen (in de volksmond 'patronale bijdragen').
Vaste werkgeverslasten
Loonbelasting;Premie Volksverzekeringen (AOW, Anw en Wlz);Premie Werknemersverzekeringen (WW, WAO, WIA en ZW);Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
Over uw inkomen moet u inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet betalen. Werkt u in loondienst? Dan houdt uw werkgever deze belasting automatisch in op uw loon. Het belastingtarief voor uw inkomen uit werk is een oplopend tarief.
De personeelskosten voor de werkgever bedragen gemiddeld 65 tot 82% van de totale kosten en 15 tot 36% van de omzet. Onderdeel van de personeelskosten zijn de premies werkgeverslasten. Deze bedragen ongeveer 25 tot 35 procent van het bruto uurloon van een medewerker.
Personeelskosten mogen maximaal 28 procent zijn
Zonder goed personeel kan een bedrijf niet excelleren. Personeel kost maximaal 28 procent van je omzet, zo leerde Cees Helder ons al eerder.
Voorbeeld: Een werknemer werkt full-time (40-uur) en heeft een kost maandelijks € 5000,-. Door dit bedrag te delen door het aantal gewerkte uren die maand (4 x 40 = 160 uur) kan worden berekend dat de loonkosten per uur voor deze medewerker € 31,25 bedragen.