In groep 2 maken kinderen in lichamelijk opzicht een grote ontwikkeling door. Hun motoriek wordt steeds beter. Ze leren hinkelen, huppelen en een koprol maken en kunnen steeds netter kleuren en knippen.
Aan het eind van groep 2 moet je kind in staat zijn om tot 20 te tellen. Ook moet het onder de 10 op de juiste volgorde kunnen terugtellen en kunnen lezen. Je kind leert bovendien de rangtelwoorden (eerste, tweede enz.) tot en met de 10.
Welke letters leert je kind in kern 1? In kern 1 van Veilig leren lezen kim-versie leren de kinderen de letters p, aa, r, e en v. Met deze letters en de letters van de vorige kern (i,k, m en s) kunnen ze nu al zinnen en korte tekstjes lezen.
Op de meeste basisscholen leren kinderen letters schrijven vanaf groep 3, terwijl er in groep 1 en 2 al veel voorbereidend schrijfonderwijs plaatsvindt. Leren schrijven is een kwestie van goed oefenen, waarbij de leerkracht let op hoe je kind de pen vasthoudt.
In groep drie leert je kind eerst om letters te herkennen, en daarna om woordjes en eenvoudige zinnen te lezen. Kinderen leren lezen tussen vijf en acht jaar.
De eerste letters die je kind leert in groep 3
De eerste letters die je kind leert zijn de letters i, k, m, s. Ook leert je kind in kern start om met die letters korte woordjes te maken en te lezen zoals: ik, kim en mis.
Welke letters leert je kind in kern 2? In kern 2 leren de kinderen de volgende vijf letters: n, t, ee, b en oo. Sommige kinderen verwarren de b met de d (de d wordt in kern 3 geleerd).
Uit veel studies blijkt dat vroege leerlingen op latere leeftijd (ongeveer na 14 jaar) niet noodzakelijk slechter presteren dan de late klasgenoten. Maar in landen met vroege selectie, zoals Nederland, zijn ze dan meestal al geselecteerd voor vervolgonderwijs.
Zittenblijven in groep 2 heet ook wel kleuterverlenging. Ouders kunnen via de MR invloed uitoefenen op het beleid rondom zittenblijven. De school is verplicht om ouders tussentijds op de hoogte te stellen van de vorderingen van hun kind.
Waarin verschilt groep 2 van groep 1? In groep 1 ligt de nadruk nog meer op spelen, maar in groep 2 gaat de leerkracht gerichter werken naar groep 3. Het verschilt per school, maar op veel scholen wordt er gewerkt met zogenoemde werkkaarten of werkjes en kinderen besteden per week een bepaalde tijd aan die werkjes.
Leren schrijven lijkt te beginnen in groep 3, maar in groep 1 en 2 wordt er ook al aandacht aan besteed. In dit artikel lees je alles over leren schrijven op de basisschool. In groep 3 gaat je kind leren lezen en schrijven. Maar in de kleuterklas is het natuurlijk al bezig geweest met letters.
Meetkunde in groep 2
Het moet vormen kennen als vierkant, rechthoek, driehoek, cirkel en ruit.
Welke letters leert je kind in kern 3? In kern 3 van Veilig leren lezen kim-versie leren de kinderen de letters d, oe, z, ij en h. De kinderen oefenen het lezen en maken van woordjes die bestaan uit van één lettergreep met die letters die ze kennen, zoals kaas, eet en nee.
Wanneer je kleuter het duidelijk leuk vindt om letters en woordjes te leren, kun je ervoor zorgen dat hij vaak met letters in aanraking komt. Zet zijn naam bijvoorbeeld op de deur van zijn slaapkamer en op de beker waar hij uit drinkt. Of plak etiketjes met het juiste woord op de meubeltjes in zijn kamer.
De kernen start tot en met 6 duren elk in ieder geval 2 weken. Dat is in totaal 14 weken. De kernen 7 tot en met 11 duren 3 weken.
Hij kan ook zelf woorden stempelen. Ook schrijven, maar stempelen is makkelijker.
Lezen begint met letters en klanken. In groep 1 en 2 oefenen kinderen heel veel met luisteren en het onderscheiden van klanken en wordt een begin gemaakt met het koppelen van klanken aan die letters. Bij het 'echte' leren lezen in groep 3, is die vertrouwdheid met klanken en letters heel belangrijk.
Voor kinderen binnen deze leeftijdscategorie gaat er een wereld open, letterlijk: ze leren lezen. Daardoor gaan ze opeens van alles om zich heen begrijpen: verkeersborden, naamborden, menukaarten, producten in de supermarkt, ga zo maar door.
Je kind van 5 jaar kan:
tellen tot 20 en terug. de cijfers 1 t/m 10 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op en hoeveelheden t/m 12 vergelijken en ordenen (meer, minder, verschil, alles) en schatten.
Ze kunnen goed lopen, huppelen, zelfstandig traplopen of zelfs op één been staan. Ook kunnen ze tegen een bal schoppen, ermee gooien en meestal al een stuiterende bal opvangen. Ook de fijne motoriek gaat vooruit: kleuters kunnen cirkels en vierkanten tekenen en enkele blokletters schrijven.