De goedkoopste manier om macrofoto's te maken is met een dioptrie-voorzetlens. Dit is feitelijk een soort brillenglas, verkrijgbaar in verschillende sterktes, van +1 tot +10. Deze voorzetlens kun je simpel op de lens van de camera schroeven.
De macro lens voor professionele (of serieuze hobby) fotografen is wel de Nikon AF-S 105mm f/2.8G VR Micro. Met de meest hoogwaardig beeld- en bouwkwaliteit is dit een top lens.
Camera. Als je wilt starten met macrofotografie heb je geen speciale camera nodig. Wat ons betreft is een camera waarop je het diafragma, de ISO-waarde en sluitertijd kunt instellen voldoende. Ben je nog op zoek naar een nieuwe camera, kies dan voor een model met een groot dynamisch bereik.
Kenmerkend voor een macro-objectief is een hoge vergrotingsfactor. De vergrotingsfactor van een lens – ook wel 'afbeeldingsmaatstaf' genoemd – geeft aan hoe groot het onderwerp door de lens op de sensor (of het filmvlak, bij een analoge camera) wordt geprojecteerd.
Bij macrofotografie werk je altijd met een kleine scherpstelafstand en de meeste macrolenzen hebben een lange brandpuntsafstand (meestal tussen de 90mm en 150mm). Zoals je net hebt kunnen lezen zijn dit twee factoren die zorgen voor een kleine scherptediepte.
Bij macrofotografie is de scherptediepte altijd heel erg klein, omdat je heel dicht op je onderwerp zit. Gebruik daarom een kleiner diafragma (groot getal), f/11 bijvoorbeeld, als je zeker wilt weten dat je hele onderwerp scherp is.
Je zult meestal aan de slag gaan met een macro lens maar zeker met insecten die al warm zijn en snel wegvliegen is het soms handiger om iets verder weg te kunnen blijven. Dan werk ik graag met een telelens, eventueel met tussenringen (zie deze tutorial, of voorzetlenzen (zie deze tutorial.
Insecten zijn onderwerpen die snel bewegen en snel kunnen wegvliegen als ze iets in hun vizier zien verschijnen. Hier wil je het liefst zo veel mogelijk afstand van houden en daarom is een lens met een brandpuntsafstand van 100mm of meer hier goed geschikt voor.
De brandpuntsafstand van 50mm zit tussen groothoek en tele in. Het is een hele veelzijdige lens die je voor allerlei soorten fotografie kunt gebruiken. Alledaagse foto's in en rond het huis, portretten, productfoto's, straatfotografie én zelfs landschappen kun je ermee fotograferen.
Door een witte paraplu voor de zon te houden komt er nog wel licht door het witte doek op het onderwerp maar is het licht zacht diffuus en egaal. Hierdoor heb je geen harde schaduwen meer of last van te groot licht / donker contrast, vooral bij macrofotografie wordt hier veel gebruikt van gemaakt.
Een 35mm lens heeft een weider beeld en kan dus meer 'zien', dit is bijvoorbeeld erg handig als je foto's wilt maken in een kleine ruimte. Hij is geschikt voor bijvoorbeeld portretfotografie aangezien je meer van je onderwerp op de foto krijgt.
Verschil micro- en macrofotografie
Bij macrofotografie geeft de sensor het onderwerp tot de ware grootte weer. Hierbij is er sprake van een vergroting van 1:1 (0.1 tot 1). Bij microfotografie loop de vergrotingsfactor van de foto's op vanaf 1.1 tot ongeveer 20.
Fotografeer je graag vliegerige insecten zoals vlinders of libellen, dan is het handig om een macrolens met een brandpuntsafstand van 150mm of zelfs 180mm te nemen. Je kunt dan net wat meer afstand houden, wat net het verschil kan maken tussen een mooie foto en eentje van een leeg takje.
Voor veel fotografen is de favoriete lenzen voor het fotografen van landschappen meestal een 14 mm f / 2.8, een 16-35 mm f / 2.8 en een 24 mm f / 1.4. Als je scènes fotografeert met het onderwerp prominent in de voorgrond, dan kan een groothoeklens ook een goede keuze zijn.
Lenzen met een 'snel' diafragma hebben altijd de voorkeur voor het fotograferen van sterren en hoeven geen fortuin te kosten. De Canon RF 35mm f/1.8 Macro IS STM is bijvoorbeeld een fantastische lens voor astrofotografie.
Standpunt en compositie
Je kunt experimenteren met het standpunt, maar de meeste foto's van insecten worden gemaakt vanaf 'ooghoogte'. Je zult regelmatig door de knieën moeten of op de grond liggen voor de mooiste hoek. Er bestaan basisregels voor compositie zoals de 'Regel van derden', maar je kunt daar van afwijken.
Je kunt voor het fotograferen van insecten dus beter kiezen voor een langere lens – circa 90mm tot 180mm – in plaats van de (doorgaans goedkoopste) lenzen die een brandpuntsafstand van ongeveer 40mm tot 60mm hebben. Sommige macrofotografen maken er een sport van echt contact met een beestje te maken.
Diafragma gebruiken voor scherptediepte
Hoe kleiner de diafragma opening, hoe groter het gebied wordt dat scherp is. Hoe groter de diafragma opening, hoe kleiner het gebied wordt dat scherp is. Een groot diafragma getal betekent een grote scherptediepte, een klein diafragma getal een kleine scherptediepte.
Waarom een 85mm brandpunt? Een 85mm objectief staat over het algemeen bekend als een portret lens. De reden is simpel; de brandpuntafstand is lang genoeg om een portret te fotograferen waarbij er geen vertekening optreedt, en kort genoeg om niet te ver weg te hoeven staan.
Bij macrofotografie kan de kleinste trilling of beweging zorgen voor onscherpte. Daarom wil je een stabiel statief, dat ook nog eens laag bij de grond komt. Een tripod zonder middenkolom kun je gemakkelijk dicht bij de grond houden.
Met een macrolens leg je kleine onderwerpen of details van dichtbij vast. Om het onderwerp zo natuurgetrouw mogelijk vast te leggen, hebben de meeste macrolenzen een vergrotingsfactor van 1:1. Dit betekent dat het onderwerp op ware grootte wordt vastgelegd.