In groep 2 wordt bovendien een begin gemaakt met het leren van letters. Op veel scholen staat er elke week een letter centraal in groep 2: de letter van de week. Bij de overgang naar groep 3 kan je kind zijn eigen naam schrijven en 'verklanken' (de naam in klanken verdelen K-oe-n) en kent hij vaak al zo'n 15 letters.
Aan het eind van groep 2 moet je kind in staat zijn om tot 20 te tellen. Ook moet het onder de 10 op de juiste volgorde kunnen terugtellen en kunnen lezen. Je kind leert bovendien de rangtelwoorden (eerste, tweede enz.) tot en met de 10.
In groep drie leert je kind eerst om letters te herkennen, en daarna om woordjes en eenvoudige zinnen te lezen. Kinderen leren lezen tussen vijf en acht jaar.
Zo moet een kind in groep 3 eenvoudig logisch kunnen redeneren, veel informatie kunnen verwerken en opslaan in het geheugen en aandacht kunnen vasthouden. Ook moet het de Nederlandse taal voldoende beheersen om instructies te kunnen volgen en gedragsregels aan te leren.
Schrijven in groep 3: woordjes maken
Leren schrijven is oefenen, oefenen, oefenen. Leerkrachten beginnen vaak met de makkelijke letters, zoals de i en de o. Vaak gaan leren lezen en leren schrijven hand in hand. Dus ik, maan, roos, vis (en de eigen naam) zijn vaak de eerste woordjes.
Slimme peuters/kleuters zijn nieuwsgierig, onderzoekend, kunnen goed onthouden en kunnen lastige denkproblemen aan. Ze zijn snel van begrip en stellen veel vragen.
De eerste letters die je kind leert zijn de letters i, k, m, s.
Liedjes kunnen immers een grote hulp zijn om kinderen te leren tellen. Een kind ontwikkelt in het algemeen zo tussen de twee en vier jaar het vermogen om het eigenlijke concept van tellen te begrijpen. Tegen de leeftijd van vier kunnen de meeste kinderen al tot 10 en/of hoger tellen.
Aanvankelijk lezen
In groep 2 maken kleuters al een beginnetje met lezen. Hoewel dit volgens het SLO niet tot de leerstof van groep 2 behoort, leren ze in groep 2 vaak de letters kennen en de klanken die erbij horen. Letters spreken de kinderen uit zoals ze klinken. De E is 'eh', en de R is een 'rrrrr'.
kan tellen tot tien. herkent de cijfers 1 t/m 5. heeft besef van de begrippen meer-minder, veel-weinig, erbij-eraf, groter-kleiner, dikste-dunste, voor-naast-op. herkent groepjes van twee en drie zonder te tellen.
Nodig: losse kaartjes met daarop alle letters (met uitzondering van: q, x, y en c), de dubbelklanken: aa, ee, uu, oo en de twee teken klanken: eu, ui, au, ou, oe, ei, ie en ij. Begin met bijvoorbeeld enkele letters uit de naam van je kind. Herhaal deze dagelijks of zo vaak je kind behoefte heeft.
Deze fijn motorische ontwikkeling wordt in de loop van de jaren steeds verfijnder, en in combinatie met de rijping van het brein is een kind rond de leeftijd van 6 jaar klaar voor het leren lezen en schrijven.
De grove motoriek is nu goed ontwikkeld. Hinkelen, met een bal overgooien, steppen, fietsen, springen en draaien zijn vaardigheden die kinderen op deze leeftijd veel oefenen. De fijne motoriek is nu zo ver dat je kind allerlei vormen tekent en soms zelfs al letters kan schrijven, meestal met dezelfde hand.
Je kind begrijpt en spreekt steeds meer woorden en zinnen, speelt meer samen met andere kinderen en doet steeds meer dingen zelf. Ze oefenen met zelfstandig worden. Wanneer het even niet lukt, kan dat frustrerend zijn voor je peuter. Driftbuien zijn dan ook heel normaal in deze fase.
Die moeilijke letter 'r'
Maaike Hebbrecht, logopediste: “In de Nederlandse taal is de letter 'r', samen met de 's', technisch gezien een van de moeilijkere klanken. We zien dan ook dat kinderen daar de meeste problemen mee hebben.
Sommige kinderen kunnen al lezen lang voordat ze in groep 3 zitten. Als jouw kleuter al leest, vraag je misschien af of je zoon of dochter hoogbegaafd zou kunnen zijn. Dat kan, maar hoeft niet. Lees hier wanneer er sprake is van een ontwikkelingsvoorsprong.
In groep 1 leren de kinderen spelenderwijs al een hele hoop dingen! Je kind gaat letters en cijfers herkennen, soms al een beetje schrijven (natekenen) en tellen. Ook wordt er in het kringgesprek door iedereen iets verteld. Daar zijn flink wat mondelinge vaardigheden voor nodig!
Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden. Idema: "Hoogbegaafde peuters snappen al hoe een oorzaak-gevolg relatie werkt.
Denken tussen 2 en 3 jaar
Op deze leeftijd gaan kinderen steeds duidelijker beseffen dat ze zelf dingen kunnen veroorzaken. Ze onthouden ervaringen beter en gebruiken die informatie dan in andere situaties. Als je kind bijvoorbeeld weet waar de afstandsbediening voor is, weet het dit niet alleen thuis maar ook bij oma.
Hoogbegaafdheid bij peuters
De ontwikkelingssprong is bij peuters al wat duidelijker te herkennen. Peuters met kenmerken van hoogbegaafdheid zijn doorgaans zeer ondernemend, erg zelfstandig en motorisch vaardig. Hun begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden ontwikkelt snel.
Aan het eind van groep 3 kan je kind al plus- en minsommen tot en met 20 maken. Ook tellen in stapjes van 2, 5 en 10 zijn dan een eitje voor hem, een voorbereiding op het leren van de tafels in groep 4 en 5. Verder leert je kind dit jaar tot 100 tellen en gaat hij aan de slag met meten, klokkijken en rekenen met geld.
In groep 3 komen de eerste spellingregels aan bod. Een kleuter heeft nog geen handschrift aangeleerd. Langzaamaan ontwikkelt het kind de kleine motoriek (ook wel fijne motoriek genoemd), zodat het later in groep 3 echt kan leren schrijven. Het schrijfonderwijs verschilt per school.
Leren lezen staat centraal in groep 3. Gelijk op de eerste schooldag leert je kind al zijn eerste woordje lezen en aan het einde van groep 3 moeten de kinderen alle letters (klanken) kennen en moeten ze al lekker vlot kunnen lezen. Een flinke uitdaging, die de meeste kinderen maar al te graag aan gaan.