Een Ewing sarcoom is een kwaadaardige tumor die ontstaat in het bot maar ook kan voorkomen in de weke delen (spieren en bindweefsel). Een osteosarcoom is een kwaadaardige tumor uitgaande van het bot. De tumor komt het meest voor bij mensen tussen de 10 en 30 jaar en na 60 jaar.
Hoe kun je ze herkennen? In de beginfase treden er bij sarcomen weinig tot geen symptomen op. Botsarcomen veroorzaken pijn, zwelling en warmte van de huid boven het gezwel. Als ze in de buurt liggen van een gewricht, kan de beweeglijkheid ervan verminderen.
Effectiviteit. De verschillende typen sarcoom hebben verschillende prognoses en een verschillend verloop. Met een optimale lokale behandeling is de kans op succesvolle controle meer dan 80%. Dit is mede afhankelijk van de plaats, de uitgebreidheid en de agressiviteit van de tumor.
Er zijn sarcomen die heel langzaam groeien, maar ook sarcomen die heel snel groeien. Binnen het Antoni van Leeuwenhoek behandelen we alle sarcomen met uitzondering van sarcomen in het bot. Op deze pagina leest u meer over de symptomen en de meest gebruikte diagnostische onderzoeken en behandelvormen bij sarcomen.
De herkenning van een weke delen tumor is vaak moeilijk. Een zwelling kan lang onopgemerkt blijven als deze diep in het lichaam of in elastisch weefsel zit. Vage pijnklachten kunnen dan de eerste klachten zijn. Als de tumor net onder de huid zit, kunt u deze voelen als een zwelling of knobbeltje.
Sarcomen zijn zeldzaam. In 2021 kregen 762 mensen de diagnose wekedelensarcoom.
Een tumor is meestal onregelmatig van vorm en voelt heel hard aan, want bestaat uit vast weefsel. Ook een jonge volwassene (tot 40 jaar) kan klierzwellingen hebben ten gevolge van een infectie.
Symptomen van een liposarcoom in de buik
Een liposarcoom in de buikholte wordt vaak pas ontdekt als de tumor groter is. Maar ook als de tumor groot is, kun je lang niks merken. Er kunnen klachten ontstaan als de tumor tegen organen in je buik drukt, bijvoorbeeld buikpijn en sneller een vol gevoel hebben na het eten.
Vaak kun je het knobbeltje met je vingers op en neer bewegen. Ook bij een kwaadaardige tumor kan er een zwelling ontstaan. Is er sprake van een verlamming in het gezicht?
T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.
Een snelgroeiende of grote tumor veroorzaakt drukverhoging in de hersenen. Een gevolg van drukverhoging kan hoofdpijn zijn. Dit krijg je vooral bij activiteiten die zelf ook de druk laten toenemen, zoals bukken, niezen of persen. Soms gaat de hoofdpijn samen met misselijkheid en overgeven, vaak vroeg in de ochtend.
De term 'in situ' is Latijn voor 'op zijn plek'. De afwijkende cellen zitten op een bepaalde plaats en hebben het omliggende weefsel nog niet aangetast. Ze kunnen ook nog niet doorgroeien in de omgeving of uitzaaien. Een carcinoom in situ wordt daarom anders behandeld dan een kwaadaardige tumor.
Je kunt problemen krijgen met je evenwicht en je gehoor en pijn in het gezicht. Dit komt meestal door uitzaaiingen van een tumor ergens anders in het lichaam. Je kunt hierdoor pijn in je rug krijgen, maar ook problemen met voelen of bewegen.
Met een echografie kan de arts in een zacht weefsel kijken en zo afwijkingen als misvormingen, tumoren of bloedklonters vaststellen.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Knobbeltjes kunnen heel verschillend aanvoelen. Het kan een plek zijn die niet echt rond is en wat stugger en harder aanvoelt dan de rest van het klierweefsel. Het kan ook een kogelrond knobbeltje zijn dat als een knikker onder de vingers wegglijdt. In de meeste gevallen doet een knobbeltje geen pijn.
Met bevolkingsonderzoek kan men een bepaalde kankersoort in een vroeg stadium opsporen. Door deel te nemen aan bevolkingsonderzoek vergroot u de kans op vroegtijdige ontdekking en genezing van kanker.
Klachten van een wekedelensarcoom in de buik
Pas als het sarcoom tegen een orgaan of zenuwen gaat drukken, kun je klachten krijgen. Je kunt dan last hebben van een vol gevoel, een opgezette buik, darmklachten of bloed bij de ontlasting. Een wekedelensarcoom dat tegen organen aandrukt, kan pijn veroorzaken.
Een darmtumor groeit meestal langzaam. In het eerste stadium beperkt de tumor zich slechts tot het slijmvlies. Wanneer de tumor doorgroeit, kan deze door de verschillende lagen van de darmwand heen groeien. Hoe groter de tumor wordt, hoe groter de kans is dat kankercellen loslaten van de tumor.
Soms wordt een desmoïd vanzelf kleiner of verdwijnt de tumor vanzelf. Daarom kan je arts voorstellen om eerst af te wachten en niet gelijk te behandelen. Dit heet ook wel 'afwachtend beleid'. Je komt dan regelmatig op controle.
Een goedaardige tumor is vaak rond. Maar een kwaadaardige tumor groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. De sprieten van de kanker groeien door de wand van omliggende bloedvaten of lymfevaten heen.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Ook de vormen van de tumoren verschillen. Een goedaardige tumor kenmerkt zich vaak door een ronde vorm. Een kwaadaardige tumor daarentegen groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. Deze 'sprieten' groeien door de wanden van omliggend weefsel en organen heen.
De tumoren ontstaan meestal rond het 50e tot 60e levensjaar, maar kunnen ook veel eerder of later optreden. Wat dat betreft is er een grote spreiding. Mannen en vrouwen lopen min of meer in gelijke mate het risico een hersentumor te krijgen.