Borderline-tumoren De tumor kan op een agressieve manier groeien, maar zaait niet vaak uit. Een eierstoktumor of een wekedelensarcoom kunnen borderline-tumoren zijn.
Goedaardige tumor
Goedaardige tumoren groeien niet door in omliggend weefsel en zaaien niet uit naar andere delen van het lichaam. Een goedaardige tumor kan wel vervelend of pijnlijk zijn als deze op het omliggende weefsel drukt. Als een goedaardige tumor klachten geeft, kunnen we de tumor weghalen.
We spreken van kanker als de tumor kwaadaardig is. Dat wil zeggen dat de 'ontspoorde' cellen omliggende weefsels en organen kunnen binnendringen. In tegenstelling tot goedaardige gezwellen kan kanker zich uitzaaien naar andere delen van het lichaam.Kanker kan zich niet van het ene lichaam naar het andere verplaatsen.
Van sommige typen kanker geneest bijna iedereen.Van andere typen vrijwel niemand. Maar ook dan is er niets met zekerheid te zeggen, omdat een bepaald type kanker zich bij de ene persoon heel anders ontwikkelt dan bij de andere. Belangrijk voor de kans op genezing is vooral het stadium waarin de tumor verkeert.
Volledige operatieve verwijdering van de tumor is de basis van een effectieve behandeling. Samen met de tumor verwijderen we meestal ook een deel gezond weefsel rond de tumor. Bij veel typen sarcoom is het daarnaast nodig u te bestralen, meestal vóór de operatie.
Gemiddelde overleving van kanker
Van alle mensen met kanker is de overleving 1 jaar na de diagnose gemiddeld bijna 80%. Dit betekent dus dat na 1 jaar 4 van de 5 mensen in leven zijn. Bij 5 jaar na de diagnose is ongeveer 65% van de mensen met de diagnose kanker nog in leven. De overleving na 10 jaar is 59%.
Een patiënt kan genezen worden verklaard als er na vijf jaar geen nieuwe tumor wordt gevonden.Voor sommige tumoren geldt een langere termijn, vaak dan 10 jaar. Het is in ieder geval wel duidelijk dat des te langer er geen uitzaaiingen worden aangetroffen, des te beter de prognose is.
Alvleesklierkanker heeft de slechtste overlevingscijfers van alle soorten kanker in Nederland. Het is bovendien de enige kankersoort waarbij de overleving in afgelopen decennia niet of nauwelijks is verbeterd.
De kans op overleving is fors toegenomen bij darmkanker, nierkanker, slokdarmkanker en ook bij veel soorten bloed- en lymfeklierkanker. Kankersoorten met een 5-jaarsoverleving hoger dan 80% zijn huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en minder vaak voorkomende kankersoorten zoals hodgkinlymfoom en zaadbalkanker.
Maar de overlevingskansen verschillen sterk per soort kanker. Zo hebben patiënten met borst-, prostaat- of huidkanker goede overlevingskansen (rond de 90%). Maar voor bijvoorbeeld patiënten met long- of alvleesklierkanker is de 5-jaarsoverleving veel slechter: voor longkanker 25% en bij alvleesklierkanker maar 5%.
Longkanker is een weinig hoopvolle ziekte. Veruit de dodelijkste kankersoort die er is.
Een goedaardige tumor kenmerkt zich vaak door een ronde vorm. Een kwaadaardige tumor daarentegen groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. Deze 'sprieten' groeien door de wanden van omliggend weefsel en organen heen.
Sommige vormen zijn nu al goed te behandelen, mits ze op tijd worden ontdekt en nog niet zijn uitgezaaid. Dat geldt bijvoorbeeld voor zaadbalkanker, huidkanker, borstkanker en prostaatkanker, vertelt Otto Visser van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).
Ongeneeslijk zieke kankerpatiënten genezen soms 'spontaan'. Niet zelden begint de genezing na een zware infectie. Aangezien een infectie het afweersysteem stimuleert, werd de suggestie geopperd dat het afweersysteem op eigen kracht een kankergezwel kan opruimen.
Waar vroeger een stukje weefsel van de tumor nodig was om de cellen te analyseren, kan men nu tumordeeltjes in het bloed zien. Daarom spreekt men van een vloeibare biopsie. De vloeibare biopsie detecteert rondzwervend gemuteerd DNA, dat wordt afgegeven in het bloed door kankercellen.
Van sommige kankers weet je niet op voorhand hoe ze zullen evolueren: Sommige kankers zijn 'slapend': ze groeien niet. Andere kankers groeien wel, maar zeer traag. Soms gebeurt dat over een periode van wel 15 jaar.
Veelvoorkomende lichamelijke klachten van mensen met kanker in de terminale fase zijn pijn, misselijkheid/braken, vermoeidheid, anorexie (gebrek aan eetlust) en obstipatie. Pijn komt bij 70-90 procent van de kankerpatiënten voor, anorexie bij 40-80 procent.
Het stadium van de ziekte is bepalend voor de behandeling en prognose van deze patiënten. Een jaar na diagnose is nog maar 22% van de patiënten met stadium IV longkanker nog in leven en na vijf jaar is dat gedaald naar 3%.
Pasgeboren vrouwen hebben een kans van 5 om vóór hun 50e levensjaar kanker te krijgen en een kans van 30 om vóór hun 80e levensjaar kanker te krijgen. Voor mannen zijn deze percentages respectievelijk 3 en 36.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
De mediane overleving na chemotherapie, immunotherapie en combinatiebehandeling is tegenwoordig respectievelijk 7.5 maanden, 17.7 maanden en 12.1 maanden. Vijfjaarsoverleving is respectievelijk 6%, 25% en 17%. Relevante publicaties: Immunotherapie verdubbelt overleving voor bepaalde patiënten met uitgezaaide longkanker.
Voorbeelden van kankers die via het bloed kunnen uitzaaien en de plaatsen waar de uitzaaiingen meestal voorkomen: borstkanker: botten, lever, longen, huid, hersenen. dikkedarmkanker: lever, buikvlies, longen. longkanker: botten, bijnieren, lever, hersenen, longen.
Bijvoorbeeld: bij een 'T2, N1, M0' is de primaire tumor al niet meer zo onschuldig (want T2 betekent meestal groter dan 2 of 3 cm), zijn er ook lymfeklieren gevonden met kankercellen in, maar geven verschillende onderzoeken (o.a. CT-scan, PET-scan ...) aan dat er geen metastasen zijn.
Wanneer de uitzaaiingen op grote afstand van de oorspronkelijke tumor ontstaan, heet dat uitzaaiingen op afstand. Bij uitzaaiingen in andere organen is genezing vaak niet meer mogelijk. De behandeling richt zich op het remmen van de ziekte en/of het verminderen van klachten.
Zo komen vermoeidheid, pijn, benauwdheid en verlies van eetlust veel voor. In de terminale fase komen ook symptomen als gewichtsverlies, sufheid en verwardheid vaak voor.