Verschillende vitamines (A, B, C en E) zijn belangrijk bij de wondgenezing. Een gebrek aan één enkele vitamine kan de genezing al vertragen. Eet daarom vooral gezond en gevarieerd en houd je aan de dagelijks aanbevolen hoeveelheden, met afwisselend vlees, vis en kip en veel groente en fruit.
De genezing versnellen
Een kleine, oppervlakkige wond kun je dun insmeren met een wondzalf. Ook in dat geval creëer je een vochtig milieu waarin de wond sneller heelt. En vaak ook mooier, omdat een zalf aanzienlijk kan helpen bij het verminderen van littekens.
Algemene regels bij lokale wondzorg
Ga altijd na wat de oorzaak van de wond is. Volg de instellingsrichtlijnen voor infectiebehandeling om kruisbesmetting te voorkomen. Bepaal de doelstelling en bespreek die met de patiënt. Draag zorg dat het primaire verband het wondbed volledig raakt.
Rapporteer (in het zorgdossier, zo mogelijk op apart formulier) bij iedere wondbehandeling: Het effect van het wondbeleid en de preventieve maatregelen. Beschrijf de omvang, kleur, geur en exsudaat (wondvocht).
Slaap heeft een krachtig effect op het immuunsysteem, dus het is niet alleen wondgenezing, maar alle vormen van herstel van ziekte, verwonding en ziekte die worden beïnvloed door slaap.
Daarnaast vonden de onderzoekers ook meer collageen – het belangrijkste structurele eiwit in de huid – op een wondje die overdag was opgelopen. De onderzoekers constateerden dat snij- en brandwonden die overdag opgedaan zijn, ongeveer 60 procent sneller genezen.
Smeer geen vaseline op een open wond. Als dit niet praktisch is (bijvoorbeeld in verband met kleding) en bij diepere schaafwonden kun je de schaafwond afdekken met metaline of ander niet aan de wond klevend verband. Gewone pleisters en kompressen plakken aan de wond vast.
We weten tegenwoordig veel over wonden en hoe ze herstellen. Dit herstel verloopt in een viertal fasen: hemostase, inflammatiefase, regeneratiefase en remodellering. Fase 3 en 4 kunnen versneld worden door een vochtig wondmilieu. De juiste wondmaterialen zorgen voor een vochtige wondgenezing.
Een chirurgische wond kun je na de operatie gewoon verzorgen met een beetje vaseline. Dat is vet, trekt nauwelijks in de huid en daardoor blijft je huid lang soepel. Op die manier laat je wonden en littekens het beste en comfortabel genezen.
Fase 1: Noodreparatie
Deze noodreparatie bestaat uit de vorming van een beschermende korst op wond. Bij de vorming van deze korst spelen verschillen processen een rol. Processen die de wondgenezing stimuleren (activators) en processen die de wondgenezing afremmen.
Bij gewone huid moet je al voorzichtig zijn met te veel zon, maar het advies voor littekens is om de zon zoveel mogelijk te mijden. Littekens zorgen er namelijk voor dat je huid gevoeliger is, en dus sneller beschadigd raakt. Het is dus goed om niet met je litteken in de zon te komen.
Wat doet honing in de wond? Honing bevat veel suikers, onder meer glucose en fructose. De suikers houden de honing in de wond vochtig door wondvocht aan te trekken. De zuigkracht van de honing is zo sterk dat ook het vocht uit de aanwezige bacteriën wordt onttrokken waardoor zij verschrompelen en dood gaan.
Het jeukende gevoel geeft aan dat het genezingsproces aan de gang is. Een jeukende wond ontstaat doordat er tijdens de wondgenezing een vochttekort ontstaat rondom de wond.
De belangrijkste leverancier van het mineraal zink zijn dierlijke producten zoals vlees, zuivel en vis. Ook verschillende soorten noten bevatten zink. De meeste zink zit echter in schaal- en schelpdieren zoals oesters, garnalen en mosselen. In mindere mate komt zink voor in brood, peulvruchten en rijst.
Vitamine E zit in zonnebloemolie, halvarine, margarine, brood, graanproducten, noten, zaden, groenten en fruit. Een tekort aan vitamine E komt nauwelijks voor.
De volgende producten zijn eiwitrijk: vlees, kip, vis, melkproducten (in kwark en Skyr zit meer eiwit dan gewone melk), kaas, yoghurt (in Griekse yoghurt zit meer eiwit dan in gewone yoghurt), peulvruchten en noten.
Er zijn verschillende oorzaken waarom een wond niet goed geneest. De wond kan bijvoorbeeld erg groot zijn of vervuild. Het kan dan dat er hulpmiddelen nodig zijn om het proces voorspoedig te laten verlopen. Als een wond niet binnen een maand geneest, dan is er sprake van een chronische wond.
Een aantal medicijnen heeft invloed op het wondgenezingsproces. Zo remmen corticosteroïden de wondgenezing. Cytostatica heeft een remmende invloed op de celdeling, waardoor wonden minder snel genezen. Ook van bètablokkers is bekend dat ze invloed hebben op de wondgenezing.
Speciaal vocht uit de bloed- en lymfevaten voert afval en bacteriën weg, zodat er geen infectie ontstaat. Dit goedje heet wondvocht en is doorgaans dus een teken van goede genezing. Toch is er ook een keerzijde: té veel vloeistof kan je verwonding zacht maken en het genezingsproces in gevaar brengen.