Munt moet alleen
Die kun je beter niet met andere kruidenplantjes combineren. Dat komt omdat munt erg snel groeit en daarmee al snel de ruimte voor andere kruiden in kan pikken. Daarnaast voorkom je hiermee ook kruisbestuiving. Plant je munt dus apart voor de puurste smaak.
Woekerende kruiden als bijvoorbeeld munt, citroenmelisse of lievevrouwebedstro kunt u in een ingegraven pot of in een bak planten om de wortels in toom te houden. Zorg wel voor afvoergaten in de bodem. Snoei dode of lelijke scheuten vlak boven de grond af en knip ook al te hard groeiende houtige takken terug.
Plaats je vierkantemeterbak op een zonnige plek
Zorg dus altijd dat je plantjes genoeg zonlicht krijgen. Een zonnige plek naast de keukendeur is ideaal, zo heb je je verse groenten en heerlijke kruiden altijd bij de hand. Plant hoge groenten of vrolijke klimmers aan de noordkant van je bak.
Een standaard moestuinbak is 120 x 120 cm en is ongeveer 20 cm diep. Je kunt natuurlijk ook voor ander afmetingen kiezen, maar de binnenmaat van je bak moet altijd een veelvoud van 30 cm zijn. Bijvoorbeeld 120 bij 60, 90 x 120, enzovoort.
En waar peterselie blij is met een voedselrijke, humusrijke en goed doorlatende grond, voelen tijm en rozemarijn zich goed op een voedselarme, droge en licht zanderige grond. Om zeker te zijn dat je kruiden zich optimaal kunnen ontwikkelen, kan je kruiden met dezelfde behoeften samen aanplanten.
De smaak en geur van de plant gedijt het beste als de plant een paar uur per dag (min. 4-6 uur) zon krijgt zonder de plant daar steeds voor te hoeven verplaatsen. De afgeknipte blaadjes basilicum bewaar je het best in een droog keukenpapiertje in de koelkast.
Over het algemeen is het voorjaar de beste tijd om te zaaien voor mediterrane, eenjarige kruiden of kruiden die je wilt gebruiken in salades. Ook planten doe je het best in het voorjaar.
Zon en droog: kruidenplanten die zeer zonnig willen staan en vrij goed tegen droogte kunnen zijn rozemarijn, lavendel, salie, tijm, hyssop, bonekruid en citroenkruid. Zon: dille en dragon staan ook graag in de zon en hebben iets meer water nodig.
Ga je kruiden kweken in de volle grond, dan kun je het beste kiezen voor winterharde kruidenplanten zoals bieslook, oregano, laurier, salie, maggikruid en citroenmelisse. Deze plant je één keer en vervolgens geniet je er jaren van.
Bovenaan de spiraal worden de planten gezet die het meest houden van zon en een droge bodem zoals rozemarijn, salie, dragon, oregano en tijm. Meer naar beneden toe kan je dan koriander, peterselie, bieslook, kamille, citroenmelisse en munt plaatsen.
Deze plant is zeer geschikt voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. U kunt haar ook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur.
Dé truc zit 'm in het laag genoeg afknippen van de steeltjes. Haal dus niet roekeloos de blaadjes los, maar knip de steeltjes altijd ongeveer een centimeter boven de aarde af. Zo gaat er geen energie naar de rest van het steeltje, maar naar de wortels en krijgt de plant de kans nieuwe blaadjes te groeien.
Basilicum groeit het beste op een warme plek met veel licht/zon. Bescherm de plant tegen wind, vorst en (te) hete middagzon. Geef voldoende water want basilicum droogt snel uit.
In de verspreidingsgebieden geeft tijm de voorkeur aan een zonnige standplaats op een droge magere bodem. Deze hebben een losse rotsstructuur, zijn zeer doorlatend en vaak kalkhoudend. Tijmplanten zijn nogal tolerant en groeien ook zonder problemen in een normale bodem.
Salie, tijm, rozemarijn, hysop, bonenkruid, currykruid, citroenverbena, laurier, oregano houden van veel warmte en weinig water – geen wonder dat ze het in ons koel klimaat vaak wegkwijnen.
Als u een voorkeur hebt voor Zuiderse kruiden zoals tijm, Marjolein, oregano en rozemarijn, moet u ze niet zo vaak besproeien omdat ze arme en droge grond gewoon zijn. In tegenstelling tot peterselie, bieslook en Dragon, hebben deze kruiden veel water nodig. In beide gevallen moet u waterplassen voorkomen.
Daarom kun je het beste kiezen voor duurzaam en kwalitatief hout van minstens 2 cm dik. Een goede houtsoort is Douglashout. Hier zit veel hars in waardoor het lang mee gaat zonder dat je het hoeft te bewerken. Larikshout is ook een fijne houtsoort maar Grenen- en Vurenhout gaan minder lang mee.