Bij redeneren over bronnen stel je allerlei vragen over de bron, bijvoorbeeld wie heeft de bron geschreven of gemaakt, waar is de bron gemaakt en waarom is de bron gemaakt.
'Er staat geen maker bij de bron, dus de bron is niet betrouwbaar' – Als de maker van de bron onbekend is, dan hoeft dat nog niet te zeggen dat de bron onbetrouwbaar is. Klopt de informatie van de bron met de informatie die bekend is over jouw onderwerp? Dan geeft de bron waarschijnlijk een betrouwbaar beeld.
Interpreteren bestaat dus uit twee gedeelten: (1) informatie achterhalen en (2) de bron plaatsen in de juiste historische context. Bij de eerste stap beantwoord je de eerste vijf vragen. De antwoorden geef je door naar de inhoud van de bron en het onderschrift/bijschrift te kijken.
Er zijn verschillende soorten bronnen. De drie hoofdgroepen zijn: materiële voorwerpen (alle bronnen die niet geschreven of gesproken zijn), geschreven en gesproken bronnen. Afbeeldingen worden daarnaast nog weleens onder 'visuele bronnen' ingedeeld.
Oude literatuur kan achterhaald zijn, daarom mag je geen bronnen ouder dan vijf jaar gebruiken. Dit is een manier waarop sommige opleidingen het zichzelf wel heel makkelijk maken. Alles wat nieuw is, is goed. Alles wat ouder is dan een bepaald jaar is slecht.
Check het colofon van de site of zoek meer op over de auteur, bijvoorbeeld in de bibliotheek. Vuistregel: Hoe duidelijke de herkomst van de informatie en de schrijver, hoe beter. Is de bron van de informatie vaag, wees dan op je hoede. Zorg in dat geval voor verschillende bronnen die hetzelfde zeggen.
Primaire bronnen worden ook wel oorspronkelijke bronnen genoemd, en hierin wordt bijvoorbeeld een originele, empirische studie beschreven. Een secundaire bron is een bron over een bron, bijvoorbeeld een literatuuronderzoek over die originele empirische studie.
Geschreven bronnen zijn stukken tekst uit het verleden geschreven door historische actoren. Deze teksten vertellen iets over hoe de schrijver tegen zijn wereld aankeek, oftewel het perspectief van de maker. Dit wereldbeeld is beïnvloed door de omgeving van de maker, oftewel zijn standplaatsgebondenheid.
Historische bron: voorwerpen uit het verleden of mondelinge of geschreven getuigenissen over het verleden. Ze vormen het basismateriaal waaruit historici argumenten putten om een historische beeldvorming te onderbouwen. Historisch werk: het product van historisch of ander (archeologisch, antropologisch, sociologisch …)
Een bron ontstaat meestal doordat regenwater in een hoger gelegen gebied door een doorlatende grondlaag (bijvoorbeeld kalk- of zandsteen) sijpelt. Het water zakt tot het een ondoorlatende laag tegenkomt (bijvoorbeeld klei). Die fungeert als een soort afvoerpijp waarlangs het water verder geleid wordt.
Waarom is APA belangrijk? APA-verwijzing is belangrijk wanneer je bezig bent met bijvoorbeeld een literatuuronderzoekvoor je theoretisch kader van je scriptie. Je leest dan vaak artikelen of boeken. Je vergaart hier nieuwe kennis en verwerkt deze vervolgens in bijvoorbeeld het theoretisch kader van jouw thesis.
Betrouwbare bronnen zijn vaak transparant. Een voorbeeld is dat er adres- en contactgegevens op de website staan. Of ze vermelden namen van klanten of samenwerkingsverbanden. Vaak zie je ook dat deze bronnen open staan voor commentaren op de informatie die ze publiceren.
Een andere manier om te zorgen dat je gevonden informatie betrouwbaar is, is het checken van informatie vanuit meerdere bronnen. Hierbij moet je alleen wel opletten dat deze verschillende bronnen niet op elkaar gebaseerd zijn want dan heeft het geen zin.
Bruikbaarheid hangt dus af van de volgende drie punten: De vraagstelling of het onderzoeksdoel. De betrouwbaarheid van de bron en daarmee de maker. De representativiteit van de bron.
Het stellen van historische vragen kan expliciet gebeuren door de titel van een les als een vraag te formuleren. Het kan ook impliciet door het lesonderwerp als een 'probleem' te beschrijven, en dit probleem geleidelijk aan 'op te lossen'.
Primaire bronnen komen in geschreven en ongeschreven vorm voor. Een voorbeeld van een geschreven primaire bron is een dagboek, maar ook labjournaals en bepaald archiefmateriaal vallen in deze categorie. Een voorbeeld van een ongeschreven primaire bron is bijvoorbeeld een vuistbijl.
Dat werkt als volgt: Je gebruikt alleen de achternaam van de eerste auteur, gevolgd door “et al.”, een komma en het publicatiejaar. Een voorbeeld is: (Verstraten et al., 2020).
In de wetenschappelijke methode worden ook tertiaire bronnen onderscheiden. Dit zijn overzichtswerken zoals woordenboeken, encyclopedieën en andere naslagwerken die zich voornamelijk baseren op secundaire bronnen en primaire bronnen gebruiken ter ondersteuning.
Een historische bron is elk object dat rechtstreeks informatie geeft over het verleden. Historische bronnen zijn objecten die uit het verleden komen, bijvoorbeeld een muurschildering.
Een betrouwbare bron is een bron die gegevens verstrekt die op waarheid berusten. Een blogartikel of Wikipedia kan bijvoorbeeld interessante informatie bevatten, desondanks wil dat niet zeggen dat de informatie die verstrekt wordt door deze bronnen ook daadwerkelijk juist is. Niet elke bron is dus betrouwbaar.
Informatie verzamelen voor je project. Het uitvoeren van een bronnenonderzoek bestaat uit het opsporen en combineren van (vak)literatuur, krantenartikelen, interviews, rapporten, memo's, verslagen, internetpagina's,…
Je begint altijd met de achternaam van de auteur gevolgd door een komma en hierna de voorletters van de voornamen van de auteur. Als een bron meerdere auteurs heeft, gebruik je een komma tussen de auteurs. Voor de laatste auteur gebruik je een ampersand (&). De laatste auteur eindigt met een punt.