Op de kast werken krachten (duwkracht, wrijvingskracht, zwaartekracht en normaalkracht) en de verplaatsing is niet nul. Er wordt arbeid verricht door de krachten in de richting van de verplaatsing: De duwkracht en de wrijvingskracht.
Deze fundamentele krachten zijn de sterke kernkracht, de elektromagnetische kracht, de zwakke kernkracht en de zwaartekracht.
Aangezien arbeid kracht keer afstand is, is de eenheid van arbeid de Newtonmeter (Nm), wat gelijk is aan de eenheid Joule (J). Uit de eenheid van arbeid kunnen we dus afleiden dat arbeid gezien kan worden als de hoeveelheid energie die een kracht levert.
Altijd als iets tegen een bepaalde kracht in wordt bewogen, wordt er door die kracht negatieve arbeid verricht; wordt iets met een kracht mee bewogen, dan is de door die kracht verrichte arbeid positief.
Deze term betekent de «moeite, inspanning van lichamelijke en/of geestelijke krachten om iets te verrichten, te verkrijgen, of tot stand te brengen» (Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, elfde herziene druk, Utrecht/Antwerpen, verbo «Arbeid».)
Zolang het voertuig het spoor volgt, staat de normaalkracht altijd loodrecht op de bewegingsrichting. Dus verricht zij geen arbeid. De enige kracht die arbeid verricht op het voertuig is de zwaartekracht.
Een aantal voorbeelden:
De kracht F=50 N en de totale afstand waarover deze kracht wordt uitgeoefent is 0,5 meter + 1 meter = 1,5 meter. Dit kunnen we invullen in de formule: W = 50N · 1,5m = 75J. De verrichte arbeid is dus 75 J.
De arbeid (W) die een kracht (F) verricht is gelijk aan de kracht keer de verplaatsing (s) die de kracht veroorzaakt (W=F·s). Als kracht en verplaatsing tegengesteld zijn kan arbeid ook negatief zijn en komt er juist energie vrij in plaats van dat iets energie kost.
Arbeid omvat zowel lichamelijke als geestelijke menselijke werkzaamheid, gericht op het voortbrengen van goederen en het verwerven van inkomen.
Een kracht heeft niet alleen een grootte maar ook een richting en een aangrijpingspunt. Een kracht wordt meestal weergegeven als een pijl met een lengte die evenredig is met de grootte van de kracht.
Bij de veldkrachten heb je de zwaartekracht, elektrische kracht en magnetische kracht.
De sterke (kern)kracht, sterke interactie of sterke wisselwerking is de sterkste van de vier fundamentele natuurkrachten uit de natuurkunde en is nog ongeveer 100 keer sterker dan de elektromagnetische kracht. Ze is verantwoordelijk voor de stabiliteit van atoomkernen.
Er zijn vier fundamentele krachten die de materie en zelfs ruimte en tijd beheersen. Dat zijn de twee kernkrachten, sterk en zwak, de elektromagnetische wisselwerking, en de zwaartekracht. Alle andere krachten die we in de echte wereld meten en ervaren, zijn afgeleiden van dit beroemde viertal.
Vermogen is een natuurkundige grootheid voor de energie (arbeid) per tijdseenheid. De SI-eenheid voor vermogen is de watt.
Arbeid is de naam die we geven aan de energie die komt kijken bij het veranderen van bewegingen. De arbeid van de motor doet de auto versnellen (voegt bewegingsenergie toe) de arbeid van de rem doet de auto vertragen (neemt bewegingsenergie weg door het om te zetten in warmte) .
De arbeid die de wrijvingskracht verricht is daarom negatief. Alleen de duwkracht verricht positieve arbeid en de wrijvingskracht negatieve arbeid.
'Arbeid' heeft te maken met het biologische proces van het menselijk lichaam, 'werk' met de onnatuurlijkheid van het menselijk bestaan, en 'handelen' met de veelvormigheid van mensen. In onze moderne cultuur is arbeid dominant geworden. En arbeid staat in de ordening van Arendt het laagst.
De vragers naar arbeid zijn de werkgevers die vragen naar het arbeidsvermogen van werknemers. Concreet zijn dit bedrijven, organisaties en de overheid die naar arbeid vragen.
Werken is het aanbrengen van wenselijk geachte veranderingen in de omgeving door menselijke activiteit. Werk kan zowel lichamelijk als geestelijk zijn. In economisch verband spreekt men van arbeid.
De resulterende kracht op een voorwerp krijg je door alle krachten die op een voorwerp werken bij elkaar op te tellen.
Het symbool voor de grootheid kracht is F (van het Engelse force) en de SI-eenheid is de newton (symbool: N), genoemd naar de bekende natuurkundige Isaac Newton.
Nettokracht is de optelsom van alle krachten die op een voorwerp werken. Nettokracht wordt ook wel “somkracht” of “resulterende kracht” genoemd. Symbool van nettokracht is ΣF.