De mannen droegen een tuniek tot boven hun knie, met daaronder een middeleeuwse maillot of beenkappen. Over hun hoofd droegen zij een capuchon, die hun beschermde tegen wind en regen. Vrouwen droegen een lange jurk. De kinderen droegen dezelfde kleding als hun ouders.
Op de schilderijen zien we dat de gewone man een kort jak over een langere tuniek droeg en een vrij strakke beenbekleding had, of een pofbroek tot onder de knie met een soort maillot eronder. Indien nodig voor hun beroep, hadden de mannen een schort voor. Zij droegen een pet of een helmvormige vilten hoed.
Rijke mannen droegen over hun paltrock een tabbaard, een soort wijde mantel met wijde mouwen met een grote kraag. Bij officieel bezoek gebruikte men de tabbaard als plechtig gewaad. De tabbaard was van het duurste materiaal dat men kon betalen. De voering was van bont of een andere mooie stof.
Middeleeuwen (circa 500 – 1500): Tijdens de middeleeuwen droegen vrouwen lange gewaden met lange mouwen en hooggesloten halslijnen. De kleding was meestal loszittend en werd vaak vergezeld van mantels en hoofddeksels zoals kappen of sluiers. De mode varieerde sterk tussen de vroege, hoge en late middeleeuwen.
Al 200.000 jaar begonnen de verre voorouders van de moderne mens kleding, te dragen. In het begin waren deze kleren niets meer dan een bescherming tegen omgevingsinvloeden zoals regen of kou. In de ijstijd (ongeveer 130.000 jaar geleden) gebruikte de mens dierenhuiden, bont en plantaardig materiaal als kleding.
Ook hier was er een onderscheid tussen rijk of arm. Het gewone volk droegen de mannen een heupschort of lendendoek. Rijke mannen droegen er nog een lang, recht kleed boven dat versierd was met kralen. Vrouwen droegen een lange tunica zonder mouwen met daarboven een doorschijnend kleed met een strakke gordel.
De eerste kleding bestond uit dierenvellen en -huid. Tenminste: dat vermoeden wetenschappers. De oudste kleding die bewaard is gebleven, is slechts een krappe tienduizend jaar oud. Het enige wat erop wijst dat mensen daarvoor al kleding vervaardigden, zijn gereedschappen die voor dat doeleinde gebruikt konden worden.
De vrouwen droegen een linnen kap die meestal rood was, soms blauw of wit. De kappen van de mannen waren meestal blauw.
Boeren sponnen en weefden hun eigen kleding. Een smid had een leren schort aan, voor de vuurspetters. De kleding van de kinderen was in de Middeleeuwen hetzelfde als die van hun ouders. De stoffen, die gebruikt werden, waren van wol (lakenstof) en linnen.
Mondaine mannen en vrouwen kleedden zich in die tijd met rijkelijk gebrocheerde, gedamasceerde of geborduurde zijde met schitterende kleuren en patronen. Het silhouet van de vrouwen werd gevormd door korsetten en hoepelrokken die varieerden naargelang de periode.
Afgezien van het menstruatiebloed was de middeleeuwse mens misschien wel schoner dan wij. De middeleeuwen staan bekend als een duistere tijd vol ziekte, dood, verderf en viezigheid. Mensen gooiden hun afval gewoon op straat, tandenborstels en zeep waren non-existent, en wie de puberteit haalde was een uitzondering.
Met de term middeleeuwen wordt de periode bedoeld tussen ca. 500 en 1500. Het is een periode waarin zich veel veranderingen voordoen zoals de opkomst van de steden en een steeds toenemend belang van het schrift, niet alleen in het Latijn maar vanaf de twaalfde eeuw ook de volkstaal (de voorloper van het Nederlands).
Brood vormde het hoofdvoedsel, gevolgd door andere graanproducten, zoals pap. Vlees was prestigieuzer en duurder dan graan of groente. De adel liet bij speciale gelegenheden een beer (mannelijk varken) slachten. Als smaakmakers werden verjus, wijn en azijn gebruikt.
De stoffen werden door de vrouwen geweven van wol. De vrouwen droegen een wollen of linnen rok, de mannen droegen een broek met een wollen of linnen hemd. De mouwen en de halsopening waren versierd met een zoompje van een naaiwerk. De rok was een lange lap.
Kleren. Monniken droegen een pij (lange jurk/hemd met hoofdkap) en meestal sandalen. De nonnen die lesgaven op scholen en verpleegden in ziekenhuizen droegen een jurk, een schort, een hoofddoekje en een kap. Nog iets opmerkelijks: de monniken lieten zich zo kaalscheren dat alleen een randje haar om hun hoofd bleef.
De vrouw bedekte het naakte lichaam en de armen met een hemd. Het had dezelfde vorm en snit als een mannenhemd. Bij edele vrouwen, werd het voorpand rijkelijk versierd met borduursel. Het was zichtbaar onder de laag uitgesneden bovenkleding.
De mensen in de Middeleeuwen waren schoner dan je denkt. Ze poetsen hun tanden met linnen, maakten tandpasta van zout, houtskool en munt en gebruikten een kippenbotje als tandenstoker. Ook gaan ze wekelijks naar het badhuis.
Het was kort na de IJstijd toen kou mensen dwong een garderobe aan te schaffen. Zo'n 180.000 jaar geleden regeerde de IJstijd. De kou bleef ook daarna hangen en moet mensen 'gedwongen' hebben om wat aan te trekken. Waarschijnlijk bestonden de eerste kledingstukken uit dierenvellen en -huid.
Enkele andere belangrijke uitvindingen waren het spinnewiel, de mechanische klok, het trekpaardentuig, de stijgbeugel, verbeteringen van windmolens en natuurlijk de drukpers, die in 1450 door de Duitser Johannes Gutenberg werd ontwikkeld.
Vrouwen. De middeleeuwse vrouwen stierven gemiddeld rond het 39ste jaar. Een sterftepiek ligt tussen 30 en 39 jaar.
Al in de Middeleeuwen is er een onbereikbaar schoonheidsideaal voor vrouwen: kleine borsten, afhangende schouders, een bolle buik en een dikke kont. Deze vrouwen doen er alles aan om te voldoen aan dit middeleeuwse ideaalbeeld.
Vrouwen van het gewone werkvolk moeten vaak net als hun mannen werken om geld. Dat is nodig, want van het loon van de man alleen kan een heel gezin niet leven. Dus werkt bijna heel de familie mee. Thuis gaan de vrouwen wol kammen en schoonmaken om te spinnen en ook het weven behoord tot aan de vrouw.
Bij de Romeinen komt rang en stand wel tot uiting in de kleding. De basis is een tunica: een mouwloos kledingstuk, lang tot de knieën, van linnen of katoen, met een gordel. Vrouwen dragen verder een wollen gewaad (de stola), bijeengehouden met een speld, een fibula. Rijke vrouwen hebben ingewikkelde kapsels.