Bovenkleding: Wij adviseren u warme, comfortabele kleding te dragen zonder metaal (bh-beugels, bh-haakjes, ritsen, drukknopen etcetera). Onderkleding: Als u een broek met een metalen rits draagt, dan kunt u die tijdens het onderzoek laten zakken. Laat sieraden, indien mogelijk, thuis.
U hoeft zich niet helemaal uit te kleden voor dit onderzoek. Een hemd of T-shirt, onderbroek en sokken of kousen kunt u gewoon aanhouden. Dit geldt niet voor kleding waarin metaal is verwerkt, zoals beha, knopen, rits, piercings. In de CT kamer krijgt u een bekertje contrastmiddel te drinken.
Tijdens het maken van de scan is het van belang dat u goed stil ligt. De scan duurt ongeveer 30 minuten. De totale duur van het onderzoek is ongeveer twee uur.
Vanaf 18 uur voor het afgesproken tijdstip van het onderzoek mag u niets meer eten, ook geen kauwgom. U mag alleen water drinken. De laatste twee maaltijden voorafgaand de nuchtere periode (ontbijt, lunch en/of avondeten) moeten koolhydraatarm en vetrijk zijn.
U krijgt een PET-CT-onderzoek. Als voorbereiding volgt u de dag voor én de dag van het onderzoek een koolhydraatarm dieet. De reden hiervoor is dat het hart tijdens het onderzoek zo weinig mogelijk van de radioactieve stof mag opnemen.
De werking van beide apparaten berust deels op hetzelfde principe: met behulp van een computer kunnen dwarsdoorsneden van het menselijk lichaam worden gemaakt. De CT-scan maakt gebruik van röntgenstraling om deze dwarsdoorsneden te maken, terwijl bij een MRI-scan de patiënt in een groot magneetveld ligt.
Een PET-CT-scan wordt niet standaard gedaan bij dunnedarmkanker. Deze scan kun je krijgen als de andere scans en onderzoeken niet genoeg duidelijkheid geven. Op een PET-CT-scan is te zien of de tumor zich heeft verspreid naar andere organen of uitgezaaid is. Een PET-CT-scan gebruikt een andere techniek dan een CT-scan.
Het doel ervan is dat het lichaam vetten gaat verbranden in plaats van koolhydraten. Vanaf 18 uur voor het afgesproken tijdstip van het onderzoek mag u niets meer eten, ook geen kauwgom. U mag alleen water drinken. In de laatste 2 uur voorafgaand aan het onderzoek moet u minstens 1 liter water drinken.
Omdat spieren veel suiker gebruiken, is het belangrijk dat u vanaf 24 uur voor het onderzoek geen zware lichamelijke inspanning meer levert.
Bij een PET-scan wordt licht radioactieve glucose (suiker) ingespoten en met een scanner een computerbeeld gemaakt van de plaatsen in het lichaam waar de stof zit. Kwaadaardige cellen zijn namelijk heel actief en hebben een hoger energieverbruik – ze hebben dus meer brandstof (of glucose) nodig.
Als u het contrastmiddel heeft gedronken, plast u dit vanzelf uit. Soms heeft u 1 of 2 dagen na de CT-scan last van diarree. Dit gaat vanzelf over. Als u het contrastmiddel via een infuus heeft gekregen, verdwijnt het weer uit uw bloed en plast u het ook weer uit.
U krijgt jodiumhoudende contrastvloeistof via een infuusnaaldje in uw arm. Hiervan kunt u een warm gevoel door uw lichaam krijgen. Dit gevoel verdwijnt na enkele minuten. Dit is niet schadelijk voor uw lichaam.
De uitslag van een PET-CT-scan is niet direct bekend. De dienst nucleaire geneeskunde interpreteert eerst de beelden, dat kan enkele dagen in beslag nemen. Daarna stuurt de dienst de uitslag van het onderzoek naar uw behandelend arts.
Op de PET-scan zie je alleen de plekken waar de radioactieve stof zit. Deze plekken worden zwart. Maar daardoor weet je meestal niet waar in je lichaam die zwarte punten zitten. Met CT wordt er tegelijkertijd een afbeelding van je lichaam gemaakt.
Bij de meeste onderzoeken wordt gebruik gemaakt van Technetium 99m. De hoeveelheid radioactiviteit van deze stof halveert iedere 6 uur. Daarnaast scheidt het lichaam deze stof via de natuurlijke weg uit. Hierdoor is de radioactieve stof slechts enkele dagen in uw lichaam aanwezig.
Het is van groot belang dat u op tijd bent, omdat de radioactieve vloeistof zeer snel vervalt en zeer duur is. De kosten van het onderzoek bedragen ongeveer € 1.200.
Een CT-scanner geeft via röntgenstraling informatie over de structuur van weefsels. Een PET-scan brengt juist de stofwisseling van weefsels in beeld. Met de PET/CT-scan kan zowel de aard als de plaats van de afwijking nauwkeurig worden vastgesteld.
de resolutie van de PET-scan wordt steeds beter, maar hele kleine tumoren zijn er niet mee te zien. Die kleine tumoren nemen de isotoop wel op, maar ze zijn kleiner dan het kleinste object dat zichtbaar gemaakt kan worden op de foto. Daarom zijn tumoren kleiner dan ongeveer 5-10 mm moeilijk te zien op een PET-scan.
Bij sarcoïdose in de longen raakt het longweefsel langzaam vol met littekens, waardoor de longen na verloop van tijd blijvend beschadigd raken. Op longfoto's ziet deze ernstige vorm eruit als een patroon van streepjes en vlekjes, meestal in het midden van de longen.
Een goedaardig gezwel (benigne tumor) drukt het omringende weefsel opzij zonder al te veel schade aan te richten. Een goedaardige gezwel zal niet in het omringende weefsel groeien. Een cyste is een veelvoorkomende goedaardige afwijking in de borst. Dit is een klein, met vocht gevuld blaasje.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam beoordelen en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
Met een MRI-scan kan de arts de mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
U krijgt de uitslag van het onderzoek meestal binnen 5 werkdagen van uw arts. Uw arts belt u voor de uitslag of vertelt u die tijdens een afspraak.