Op kleuter- en schoolleeftijd uit depressie zich vaak in prikkelbaarheid en verveling. Het kind vertoont minder emoties en wordt algemeen wat trager of juist overactief. De interesses nemen af en vriendschappen gaan verloren. Het kind is dikwijls abnormaal moe en slaapt slecht of juist overdreven veel.
Vaak worden jongeren onzekerder, zijn ze sneller geïrriteerd, voelen ze zich somber of hebben ze nergens zin in. Ook kunnen pubers snel wisselen van emoties. Het ene moment voelen ze zich prima, het andere moment slaan ze met deuren of zijn ze heel verdrietig. Vaak worden dit soort klachten na een tijdje weer minder.
Kinderen en adolescenten die snel boos, angstig of verdrietig zijn, lopen een groter risico op het krijgen van een depressie. Andere risicofactoren zijn een naar binnen gekeerde houding, een geringe mate van autonomie, een lage zelfwaardering en de neiging negatief over zichzelf te denken bij tegenslag.
Een depressie heeft twee hoofdkenmerken: je hebt minimaal twee weken achter elkaar last van somberheid en neerslachtigheid én je beleeft nergens meer plezier aan.
Goede of slechte ervaringen of gebeurtenissen die je leven opeens erg veranderen, kunnen ervoor zorgen dat je depressief wordt. Voorbeelden daarvan zijn het verlies van je partner, ontslag of een verhuizing. Maar denk ook aan schokkende gebeurtenissen die je somber en angstig maken, zoals een beroving of een ongeluk.
Er is niet één speciale oorzaak voor het ontstaan van een depressie. Het is bijna altijd het gevolg van een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren. Erfelijkheid is de belangrijkste natuurlijke (biologische) factor. In sommige families komen depressies vaker voor dan in andere.
Ongeveer 3% van de kinderen onder de 13 jaar lijdt aan een depressie. Depressie neemt toe met de leeftijd; in de leeftijdsgroep 13 tot 18 jaar lijdt ongeveer 5% van de jongens en 6% van de meisjes aan depressie.
Over het algemeen gaan de klachten binnen drie maanden vanzelf over, maar als hulp te laat komt kunnen klachten flink verergeren en kan je depressie zelfs chronisch worden. Erkennen dat je depressief bent is vaak de eerste stap naar herstel.
Het is volkomen normaal dat je daar allerlei gevoel bij hebt: verdriet, angst, woede, somberheid. Als je die dingen ervaart, weet je vaak waar ze mee te maken hebben en het gevoel komt en gaat. Je kunt erover praten, je kunt erom huilen soms misschien een beetje lachen, er zit beweging in.
Vaak hebben mensen met depressieve klachten nergens zin in of energie voor, ze hebben moeite met hun werk en ze zien overal tegenop. Ook verzorgen ze zichzelf minder goed en besteden ze weinig tot geen tijd aan vrienden of familie. Iemand met een depressie, draagt meestal de hele dag een zwaar gevoel met zich mee.
Meeste depressies op middelbare leeftijd
Depressies lijken het vaakst voor te komen op middelbare leeftijd. Een op de tien 40- tot 50-jarigen geeft aan het afgelopen jaar depressief te zijn geweest. Na de 'midlife' periode geeft men minder vaak aan een depressie te hebben of te hebben gehad.
Meestal gaat een depressie weer over. Soms na een paar weken.Maar het kan ook langer duren, bijvoorbeeld een half jaar.
Onder jongeren van 16 tot 20 jaar komt depressie met ruim 12 procent het meeste voor; dat was in 2021 nog 10 procent. Van de jongeren van 12 tot 16 jaar heeft 5 procent naar eigen zeggen in het afgelopen jaar minstens zes maanden een depressie gehad; in 2021 was dat 5,6 procent.
Een depressie kan ook voorkomen bij jongere kinderen. Van kinderen tussen de zes en twaalf jaar heeft 1 à 2% een depressie.
Kenmerken die horen bij een depressief kind:
Somber en chagrijnig: heeft geen zin meer om te shoppen of wil niet meer naar feestjes. Zorg niet meer goed voor zichzelf: doucht niet meer en eet slecht waardoor het afvalt. Slaapproblemen: heeft ineens moeite met in slaap vallen en wordt 's nachts regelmatig wakker.
Volgens onderzoeken heeft 3 tot 8 procent van de jongeren tussen 12 en 18 jaar een depressie. Nog veel meer jongeren hebben mildere depressieve klachten. Meisjes hebben tweemaal zo vaak last van een depressie als jongens. Jongeren met een depressie voelen zich langere tijd rot, neerslachtig en lusteloos.
Na een depressie krijgen kinderen en jongeren vaak andere problemen. Bijvoorbeeld onhandelbaar, crimineel of teruggetrokken gedrag, problematisch middelengebruik en een slechtere lichamelijke gezondheid.
Kenmerkend voor een depressieve stoornis is rusteloosheid, somberheid, concentratieproblemen en een verminderd gevoel van eigenwaarde. Iemand die depressief is, beleeft nergens meer plezier aan en heeft weinig energie om iets te ondernemen.
De behandeling van depressie steunt op 2 pijlers: psychologische ondersteuning en medicatie. De keuze voor een van de twee of voor beide pijlers samen hangt af van de ernst van de depressie. De behandeling bestaat steeds uit psychologische begeleiding door een huisarts, psycholoog of psychiater.
De duur van depressieve episodes (de periode waarin zich depressieve symptomen voordoen) is per persoon verschillend. De helft van de depressieve episodes duurt korter dan drie maanden. Ongeveer 20% van de episodes duurt meer dan twee jaar. De gemiddelde duur van een depressieve episode is acht maanden.
Er bestaan verschillende soorten depressies. Deze variëren van een lichte tot zeer zware depressie. Het verloop is wisselend. Gemiddeld duurt een depressie acht maanden, maar het kan ook zijn dat je kort te maken hebt met een heftige depressie of juist lang met milde klachten.