Wanneer je je dichter bij de Noordpool zou bevinden moet je dus naar het zuiden kijken om noorderlicht te kunnen zien. Vanuit Spitsbergen is dat bijvoorbeeld regelmatig het geval. Wanneer de geomagnetische verstoring toeneemt, breidt deze zone zich verder uit naar het zuiden.
Een goed uitgangspunt bij het fotograferen van het noorderlicht: apertuur f/2.8, ISO 1600 (hoger als het heel donker is) en 15 seconden sluitertijd. Onthoud dat wanneer het noorderlicht snel en actief door de hemel danst, je de sluitertijd best korter maakt.
Op zoek naar het licht
Als we het noorderlicht zouden kunnen zien vanuit de ruimte, zou het zich onder de Noordpool bevinden, als een halo rondom de aarde. Het zou zich een weg banen door centraal Alaska en Canada, Groenland, IJsland en het noorden van Scandinavië en Rusland.
Allereerst is dat niet helemaal waar, maar het is wel zo dat je dicht bij de polen de meeste kans hebt om dit bijzondere licht te zien. In noordelijke landen zoals Finland, IJsland, Zweden, Noorwegen, Canada en de staat Alaska heb je de meeste kans om het Noorderlicht te zien.
Uiteraard zal het noorderlicht steeds hoger boven de horizon te zien zijn naarmate je dichter bij de breedtegraad komt waarboven het noorderlicht zich op dat moment afspeelt. Wanneer je je dichter bij de Noordpool zou bevinden moet je dus naar het zuiden kijken om noorderlicht te kunnen zien.
De wintermaanden zijn de beste maanden om het noorderlicht te zien omdat de dagen dan kort zijn en de nachten lang. November, december en januari hebben de minste zonuren, ook overdag. Het noorderlicht kan dus door de lange donkere dagen in deze maanden vaker worden waargenomen.
Daar heb je gemiddeld 300 dagen per jaar goed zicht op het Noorderlicht, of ga met een hondenslee-expeditie mee waarbij je genoeg kans hebt op de Aurora. Wanneer je de meeste kans hebt om de aurora in Groenland te aanschouwen hangt af van je locatie.
Voor noorderlicht opteren we vaak voor 800 of 1600 ISO, bij een full frame camera kies je voor 3200 ISO. Liever een hogere ISOwaarde en iets meer ruis, en een kortere opnametijd. Een lange opname zorgt voor een slechte (of onscherpe) aflijning van het noorderlicht.
Zodra in het Pure Noorden de duisternis invalt, kan het noorderlicht zich laten zien. In Lapland kan dat dus in de wintermaanden al om 14.00 uur zijn. In Lapland maakt het niet uit hoe noordelijk je bent. In Noord-Zweden en -Finland is de kans op het noorderlicht net zo groot als in Zuid-Lapland.
#2 Het Noorderlicht is altijd anders
Dat maakt het ook zo bijzonder. Afhankelijk van de aardse gassen waarmee deeltjes botsen, verschillen de kleuren van felgroen naar rood, maar zelfs oranje, wit en blauw zijn mogelijk. Groen licht bevindt zich op de onderste laag, waardoor je deze kleur het vaakst kunt zien.
Wanneer de dagen korter worden in de winter wordt het ook steeds vaker mogelijk het natuurfenomeen te zien. In Fins Lapland is het 200 dagen van het jaar mogelijk om het noorderlicht te zien.
Kan ik het poollicht ook met het blote oog zien? Het poollicht is vaak ook prima met het blote oog te zien. Soms denk je naar een wolk te kijken terwijl dit op een camera groen kleurt. Dit is poollicht wat voor het oog niet goed zichtbaar is.
Het Noorderlicht is namelijk altijd in beweging, maar je fotografeert ook met langere sluitertijden. Door een statief te gebruiken, voorkom je dat je camera beweegt. Als je een statief gebruikt, is het ook aan te raden om een korte zelfontspanner op je camera in te stellen.
Om het Noorderlicht te fotograferen met een iPhone heb je een langere sluitertijd nodig. Dat betekent ook dat je de camera heel stil moet houden. Dat valt niet mee, want tijdens het Noorderlicht is het ook nog eens vaak heel koud. Trillende handen zijn dan vast geen uitzondering.
Een lens met een lichtsterkte van f/2.8 is een goed uitgangspunt, maar sneller is beter. Je wilt namelijk de sluitertijd kort houden. Zo hou je zoveel mogelijk de vormen en structuur van het noorderlicht intact. Als de sluitertijd te lang wordt vervagen de structuren tot een wazige groene vlek.
Is de KP-index 1, dan is het Noorderlicht alleen zichtbaar in het allerhoogste puntje van Noorwegen. Is de KP-index 9, dan kun je het Noorderlicht zelfs in het noorden van Nederland zien. De kans op Noorderlicht in Nederland is echter heel klein, gemiddeld wordt het zeven keer per jaar gezien.
Hoe lang ze te bewonderen zijn kan ook variëren, soms is het maar een kwartiertje of half uurtje, andere keren duurt het dan weer enkele uren. Het noorderlicht blijft met andere woorden een sporadisch fenomeen. Net dat maakt het ook zo bijzonder.
Het poollicht is een bijzonder natuurverschijnsel, wat je rond de noord- en zuidpool wel eens kunt zien. Op de Noordpool heet het noorderlicht en op de Zuidpool het zuiderlicht.
Een soort geruis, geknetter, gesis en het geluid als klappen met de zweep. Het werd altijd afgedaan als een legende van vroeger. Maar juni 2016 hebben Finse wetenschappers het bewijs geleverd dat er écht geluiden zijn te horen wanneer het poollicht te zien is.
Dit betekent dat het op 23 december de zon in Rovaniemi om 11:08 uur opkomt en om 13:23 uur ondergaat. Vanaf 6 juni is het tot en met halverwege juli 24 uur licht. Het is dus nooit 24 uur donker in Lapland maar wel 24 uur lang licht.
Wanneer kan ik het noorderlicht zien? Om noorderlicht te kunnen waarnemen moet het in de eerste plaats donker zijn. Dus zodra de duisternis valt, is het te zien, zelfs al is dat om 14:00 uur 's middags, bijvoorbeeld in Lapland, Noord-Noorwegen of op Spitsbergen.
Hoe noordelijker je zit, hoe eerder op de avond. Dus bijvoorbeeld in Canada is de beste tijd tussen zeven en tien uur. Terwijl het in IJsland en Fins Lapland (dat lager ligt) van tien tot twee uur in de nacht is. Maar je kunt het Noorderlicht op elk moment van de avond en nacht zien.