In principe is alle vaarwater rechts van het midden stuurboordwal. Kleine vaart moet voorrang verlenen aan grote/beroepsvaart en ruimte geven (indien mogelijk) aan een oplopend groot schip. De kleine vaart zal dichter aan stuurboordzijde van het vaarwater varen en de grote beroepsvaart zal dus meer in het midden varen.
Als je iemand tegemoet vaart, geldt net als op de weg dat je rechts moet houden. Als je niet aan de rechterkant van het water vaart, wijk dan uit naar rechts. Zit je midden op een meer, dan gelden de normale regels, dus klein wijkt voor groot, een kano wijkt voor een zeilboot en een motorboot wijkt voor een kano.
De belangrijkste regels op het water:
Houd altijd stuurboord (rechts) aan. Kleine schepen (korter dan 20 meter) moeten in het algemeen voorrang verlenen aan grote schepen, passagiersschepen, veerponten en sleepboten. Roeiboten en zeilboten hebben voorrang op gemotoriseerde recreatievaart. Vaar niet te snel.
Als je met je neus naar de punt van het schip staat zit baKboord linKs, en stuuRboord Rechts.
Op het water gaat stuurboord voor bakboord. Rechts heeft voorrang, net zoals dat vaak voorkomt op de weg. Als je in een vaargeul, met betonningen aangegeven, rechts (dus aan stuurboordzijde) van het hoofdvaarwater vaart, heb je voorrang op boten en schepen die het hoofdvaarwater op willen varen.
Kortom, bij het achteruitvaren:
hou de manouevre eenvoudig: vaar achteruit in een rechte lijn. blijf 'gewoon' sturen tot je schip stilligt, geef pas roer voor deinzend schip als je vaart achteruit door het water hebt. het schip volgt de richting van het roerblad. blijf altijd vrij van de helmstok.
Betekenis boeien
De markering die de recreatievaargeul aangeeft is herkenbaar aan de rood-witte en groen-witte strepen. Op grotere wateren als de Waddenzee, Westerschelde en de Noordzee worden gele boeien gelegd om de recreatiegebieden aan te geven. Dit doen we in verband met internationale regelgeving.
Sturen bij hoge golven: De stuurman zorgt ervoor dat de boot zo goed mogelijk dwars op de golven komt te liggen. (Dit betekent dat de golven dwars op de boot afkomen; de boot ligt dus evenwijdig aan de golfkammen.) De stuurman moet op tijd beslissen hoe hij de golven gaat opvangen.
De boot mag niet sneller varen dan 13 kilometer per uur als je onder de 16 jaar oud bent. De boot mag ook niet langer zijn dan 7 meter zijn. In de praktijk komt dit vaak neer op een motor maximaal 2,5 PK.
Op de Prinsengracht, Grimburgwal en de Singelgracht is eenrichtingsverkeer van kracht (zie kaart). Als je toch in de verkeerde richting vaart riskeer je een boete van 340 euro. ok ok..
Een klein zeilschip met het zeil over bakboord heeft voorrang op een klein zeilschip met het zeil over stuurboord. Varen ze met het zeil over dezelfde boeg, dan moet het loefwaartse schip voorrang verlenen aan het lijwaartse schip.
Beperkingstekens op het water
Deze borden geven de beperkingen aan met betrekking tot de vaardiepte, doorvaarthoogte en breedte van doorvaart of vaarwater. Staat het driehoekje onderaan het bord met de punt naar boven dan betekent dit 'beperkte vaardiepte' en geeft eventueel een getal de vaardiepte aan in centimeters.
De richting van het vaarwater
Laterale betonning zijn de rode en groene boeien die je op een rij op ongeveer gelijke afstand in het water ziet liggen. De markering kan ook als een walbaken op de oever staan. Ze geven de richting en breedte van het vaarwater aan.
Bakboord is de linkerzijde van het vaartuig, stuurboord de rechterzijde maar dan moet u wel aan boord van achteren naar voren kijken. Het rode navigatielicht zit aan bakboord en groene aan stuurboord. Een eenvoudig ezelsbruggetje is GRAS ofwel Groen Rechts Aan Stuurboord.
Deze boei markeert het diepste punt van het vaarwater. Je kunt hem veilig aan beide kanten passeren. De haven invarend, zie je aan stuurboord zijde een groen baken en aan bakboord zijde een rood baken.
betond vaarwater, waarvan enkele bakens of boeien van een licht voorzien zijn.
Door die wielwerking is recht achteruit varen met veel schepen lastig en soms zelfs onmogelijk. Maar gelukkig kun je met wat kunst- en vliegwerk zorgen dat het tóch goed komt. Ook als je geen boeg- of hekschroef hebt. Achteruit varen met een links draaiende schroef: weinig gas geven, met het roer naar bakboord.
Roerdruk. De meeste boten gebruiken een roerblad om te kunnen sturen. Dit roerblad kan je naar bakboord (links) en naar stuurboord (rechts) bewegen. Een roer heeft roerdruk nodig om te kunnen functioneren.
Op het water geldt voor snelle motorboten een landelijke maximumsnelheid van 20 km/h, tenzij ter plekke iets anders is aangegeven. Er zijn veel plaatsen waar de snelheid afwijkt. Op brede rivieren en grote meren mogen kleine schepen vaak sneller varen.
Stuurboord wijkt voor bakboord. Dit betekent dat degene die zijn zeil aan bakboord heeft staan, voorrang heeft over degene die zijn zeil aan stuurboord heeft staan. Loef wijkt voor lij. Deze regel gaat op als zeilschepen elkaar kruisen en ze beiden het zeil over dezelfde boeg hebben staan.
Varen zonder vaarbewijs
Wanneer kun je zo het water op? Je kunt varen zonder vaarbewijs op een boot met een maximale snelheid van 20 kilometer per uur en/of met een lengte van maximaal 15 meter. Overschrijdt de boot één van deze richtlijnen, dan moet je examen doen voordat je hier als schipper mee het water op gaat.