Breng dampdichte folie altijd aan de warme kant (meestal de binnenzijde) van de te isoleren laag aan.
De isolatie door de plakpennen drukken en een afhouder plaatsen aan beide zijde van de pen ivm luchtspouw isolatie. De naden van de isolatie overlappen ca 7 a 10 cm en afplakken en aan de onderzijde omvouwen en ook afplakken. De buitenmuur opmetselen. Span de isolatie onder de balkenlaag en niet het vast.
Dampdoorlatende folie wordt aangebracht aan de koude kant (de buitenzijde) van een constructie, op zowel daken als gevels. De folie wordt tussen de (dak)bedekking en het isolatiemateriaal geplaatst.
Je brengt dit folie aan aan de warme kant (de kamerkant) van de voorzetwand.
Je bevestigt de dampremmende laag aan de buitenkant. Dus de kant waar de warmte zit. Een dergelijke laag voorkomt dat glaswol nat wordt en daardoor minder goed isoleert.
De dampremmende folie oftewel dampscherm wordt toegepast aan de binnenzijde van de bouwschil, bijvoorbeeld onder een dakconstructie of in een gevel. Het doel van deze folie of dampscherm is te verhinderen dat er condensvorming in de isolatiematerialen optreedt.
Je plaatst een dampscherm altijd aan de warme kant van de ruimte. Wanneer je het dak isoleert, breng je het dampscherm dus als laatste aan. Isoleer je de zoldervloer, dan plaats je het dampscherm als eerste (zodat het in contact staat met de warmere kamer eronder).
De bouwfolie moet niet alleen op de grond worden gelegd, maar ook deels tegen opstaande wanden, om te voorkomen dat vocht kan optrekken. Houd hiervoor een hoogte van zo'n 20 centimeter aan. Bovenop de folie worden vervolgens staalmatten geplaatst, waarop de vloer kan worden gestort.
Plak de klimaatfolie op de dubbelzijdige tape en houd rekening met ca. 10 cm overlap aan de randen. De ISOVER VARIO® KM Duplex UV klimaatfolie zit dubbelgevouwen op de rol. Het is het makkelijkst als u deze nog dubbelgevouwen aanbrengt en deze dan vervolgens uitvouwt.
In een dampopen constructie is een dampremmende folie niet nodig. Het vocht van binnen wordt door de constructie heen afgevoerd en afgegeven aan de buitenlucht.
Dampremmende folie en PIR
Afhankelijk van de plek waar u de PIR isolatieplaten gaat gebruiken is er soms een dampremmende folie nodig om het isolatiemateriaal droog te houden. Condens vanuit uw woning mag het isolatiemateriaal niet constant belasten omdat anders het vocht in de muren of het plafond kan gaan zitten.
Beste antwoord (via MailMan op 09-02-2020 10:43) Officieel is dit dampopen door de gaatjes. Echter omdat deze folie aan de koude kant zit, en dus koud is, zal waterdamp condenseren op deze folie, en niet als damp er door heen gaan.
De folie reflecteert de straling, waardoor alle warmte de kamer ingaat. Ook bij mij voelt de folie zelf warm aan, maar is de buitenmuur er vlak achter, die voorheen warm aanvoelde, nu koud. Volgens Milieu Centraal bespaar je met radiatorfolie dan ook zo'n 10 m³ gas, per vierkante meter aangebrachte radiatorfolie.
Zo benut je je warmte van jouw radiator effectiever én bespaar je direct op je gasverbruik. Hoeveel je bespaart is afhankelijk van hoe je stookgedrag, je verbruik van je cv-ketel en of je huis goed geïsoleerd is. Bij een slecht geïsoleerde muur scheelt radiatorfolie gemiddeld zo'n 10m3 gas per m2folie.
Bij een radiator met één plaat is het beter om geen radiatorfolie aan de radiator plakken. Bevestig de radiatorfolie in dit geval aan de muur, omdat je anders de plaat inpakt en hierdoor de warmteafgifte van de radiator aan de ruimte beperkt.
Klimaatfolie wordt altijd aan de warme zijde (binnenkant) aangebracht. Het voordeel van klimaatfolie is dat je het maar aan een kant hoeft aan te brengen, omdat de andere kant dampdicht is.
Om bijvoorbeeld houtrot in het dak te voorkomen is het van belang dat het vocht kan verdampen. Wanneer de buitenzijde van het dak dampremmende laag heeft is het van belang dat de binnenzijde van het dak is voorzien van klimaatfolie.
Isolatiefolies werken net even anders. Aluminium lagen in de isolatiefolie weerkaatsen de warmte en kou, waardoor deze direct terugkaatsen naar de gewenste locatie. In de zomer reflecteert de isolatiefolie de hitte naar buiten, in de winter houdt de isolatiefolie de warmte in huis.
Bij het aanbrengen van vloerisolatie, brengt men een isolerende laag aan tegen de onderkant van vloer. Dit kan een houten vloer zijn, maar ook een betonnen vloer, of van elk ander materiaal. Belangrijk is dat men de vloer volledig afschermt van de koude, en vaak vochtige, ruimte onder de vloer.
Een damp-open folie wordt aan de koude kant (de buitenzijde) geplaatst. De koude kant bevindt zich tussen de (dak)bedekking en het isolatiemateriaal. Een damp-open folie zorgt ervoor dat het eventuele vocht in de constructie een weg naar buiten vindt. Ook zorgt het ervoor dat er geen vocht van buitenaf binnenkomt.
Om een optimaal resultaat te bereiken wordt de PE folie aan de binnenzijde van de wand of de onderzijde van een dak aangebracht. Door het aanbrengen van de PE folie zal het isolatiemateriaal droog blijven. PE folie dient echter niet ter vervanging van isolatiemateriaal, waarmee regen buiten gehouden wordt!
Dampremmende folie voorkomt dat waterdamp in de isolatielaag condenseert. Door het vocht buiten de isolatielaag te houden, blijft deze droog en behoudt het zijn isolerende werking. In sommige gevallen is het aanbrengen van zo'n folie echter juist af te raden omdat er al een folie in het dak aanwezig is.
Een dampscherm is nodig bij bepaalde isolatiematerialen – zoals minerale wol, cellulose, … - om te vermijden dat er vocht in de isolatie kan dringen. Dat is belangrijk om de isolerende capaciteiten van het materiaal te vrijwaren. Het scherm wordt ook wel eens gebruikt om gebouwstructuren te beschermen tegen vocht.
Hoe moet je een dampscherm aanbrengen? Een dampscherm moet je altijd plaatsen aan de binnenzijde van je hellend dak. Dus tussen je isolatie en Gyproc® platen en bevestig je op het Metal Stud® of Plagyp®-systeem. De folie is meestal een polyamide folie en moet volledig lucht- en dampdicht zijn.