Soorten. Meer dan 50% van de uitzaaiingen in de wervels zijn afkomstig van borst-, long-, of prostaatkanker. Andere vaak naar de wervels uitzaaiende tumoren zijn de kwaadaardige moedervlek (melanoom), nierkanker, weke delen kanker (sarcoom) en maag-darmkanker.
Als kanker is uitgezaaid naar de wervels, is de eerste klacht meestal pijn in de rug of de nek. De pijn voelt vaak 'zeurend' aan. Dat betekent dat de pijn niet heel heftig is, maar wel aanhoudt. De pijn kan soms ook aanvoelen alsof er een 'band' om je borst of buik zit, die steeds strakker wordt.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Een combinatie van een operatie en chemotherapie direct in de buik (HIPEC) kan de uitzaaiingen soms genezen. HIPEC staat voor Hypertherme IntraPeritoneale Chemotherapie. De behandeling kan alleen als er geen uitzaaiingen zijn naar de lever of de longen.
Uitzaaiingen kunnen al bij de eerste diagnose aanwezig zijn, maar ook pas jaren later ontstaan. Als kankercellen losraken van de tumor, worden ze via het bloed of lymfebanen, of via beide, naar andere organen verspreid.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Een MRI-scan maakt een serie foto's van het lichaam of een deel ervan. Hiermee kan de arts een beter beeld krijgen van de uitzaaiing en de weefsels eromheen.
Er kan een tumor (gezwel) uitgaan van de ruggenwervels, het ruggenmergvlies, de zenuwwortels of het ruggenmerg zelf. De tumoren die uitgaan van ruggenmergvlies en van zenuwwortels vormen de zogenaamde extrinsieke ruggenmergtumoren. Daarbij ligt het gezwel buiten het ruggenmerg.
Bij pijn aan de lever is er vaak sprake van pijn in de rechterschouder en de monnikskap spier, en bij pijn in het midden van de rug en aan de linkerschouder kan er sprake zijn van problemen met de longen. Pijn aan de nieren zorgt over het algemeen voor pijn in de onderrug. De nieren liggen achter in ons lichaam.
Wervel tumoren (zowel de kwaadaardige uitzaaiingen als de goedaardige werveltumoren) gaan vaak gepaard met (heftige) (rug)pijn, vaak ter plaatse van de wervel waarin het tumorweefsel groeit. Meestal is rugpijn, wat erg veel voorkomt, echter niet het gevolg van een tumor.
Een MRI is heel geschikt om zachte delen van uw rug te zien, zoals tussenwervelschijven, spieren en pezen. Ook veranderingen in de botten zijn goed te zien. Een MRI werkt met radiogolven en een sterke magneet. Met de radiogolven en een sterke magneet worden signalen in uw lichaam opgewekt.
Hoge rugpijn bevindt zich meestal tussen de schouderbladen en kan gevoeld worden in de ribbenkast of vlak onder de nek. In sommige gevallen zit de pijn in de bovenrug bij de longen. De één voelt de pijn op een specifieke plek, de ander voelt pijn en stijfheid in de hele bovenrug.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
Kwaadaardige tumoren groeien meestal snel, de kankercellen kunnen doorgroeien in de omgeving en zich naar andere lichaamsdelen verspreiden.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
De arts kan longuitzaaiingen ontdekken doordat op een röntgenfoto afwijkingen zijn te zien. Een röntgenfoto van de longen kan horen bij standaardonderzoek na de diagnose kanker. Dit onderzoek gebruikt de arts om vast te stellen of er uitzaaiingen zijn.
Het woord 'uitbehandeld' betekent voor iedereen die kanker heeft wat anders. Soms kan het betekenen dat je niet meer lang zult leven. Het kan ook inhouden dat je nog jaren kunt leven. Je ziekte is niet te behandelen of te genezen, maar gelukkig niet zo agressief dat je direct moet vrezen voor je leven.
Een chemotherapie kan ook palliatief zijn als de kanker niet kan worden genezen. Ze kan de ziekte vertragen door de tumor te verkleinen, door uitzaaiingen te vernietigen of hun aantal te verminderen. Zo kan de levensverwachting soms met meerdere jaren verlengd worden.
"Vaak weten we uit onderzoek dat een behandeling bij een bepaald percentage patiënten aanslaat, bijvoorbeeld bij veertig procent. Maar je weet niet of die specifieke patiënt die tegenover je zit, hoort bij de veertig of de zestig procent.
Chemotherapie tast de haarcellen aan, waardoor het haar broos wordt en afbreekt of uitvalt. Haarverlies kan van persoon tot persoon verschillen en hangt ook af van de medicijnen, de dosis en de duur van de behandeling. Sommige mensen worden volledig kaal, bij anderen wordt het haar dunner.