Kikkers, hippies en soulkikkers verschijnen in de jaren '60. In de jaren '70 komen daar de metalheads, disco's, rasta's, punkers, skinheads en hiphoppers bij. Uit deze verschillende jeugdculturen verschijnen, als vertakkingen, weer allerlei jeugdsubculturen.
De eerste jeugdcultuur die in Nederland ontstond waren de Nozems. In de jaren 1950 trok de economie aan, waardoor de jongeren meer geld te besteden hadden. Hiervan kochten ze spijkerbroeken, leren jacks en Zündapp- of Kreidler-bromfietsen. Wanneer je al uit een rijkere familie kwam kon je een Puch-bromfiets kopen.
Jongeren mochten hun verdiende geld zelf nu besteden. Ze kochten platen met hun favoriete muziek, kleding, sigaretten en een brommer. Jongeren gingen er ook anders uitzien dan de ouderen. Ze droegen andere kleren: de jongens leren jacks en spijkerbroeken, de meisjes wijde petticoats onder hun rokken.
Door toenemende gelijkheid en welvaart ontstonden er in de loop van de 20e eeuw jongerenculturen. Ze verzetten zich tegen de dominante cultuur van de jaren '50: ze waren een tegencultuur. Hippies wilden het taboe op naaktheid doorbreken en vonden dat er meer vrije liefde moest zijn, buiten vaste relaties om.
Jeugdcultuur is het geheel van culturele uitingen en belevingen dat specifiek leeft in jongerengroepen.
Al die dingen die mensen denken, doen en hebben: gewoonten en gebruiken, godsdienst, normen en waarden, bestaanswijze, muziek en voorwerpen, eetgewoonten en wijze van kleden, bouwwerken.
De leefwijze van de hippie was gericht op vrijheid, spontaniteit, creativiteit en plezier. De vrijheid omvatte ook seksuele vrijheid, waarbij seksuele taboes (bijvoorbeeld op openbare naaktheid) werden doorbroken en de vrije liefde (ook buiten vaste relaties om) werd bedreven.
Hippies hielden van psychedelische rock, een combinatie van rock, blues, country en western, volk en reaggae. Deze meeste muziek was eenvoudig en emotioneel. De muzikanten leefde hun muziek die, net als drugs, bedoeld was om het bewustzijn te 'vergeten'.
Ze hebben lange haren en baarden en zijn gekleed in felgekleurde kleding. Vooral t-shirts, spijkerbroeken (die eruit zien als vodden), kralenkettingen, bloemen en andere versierselen horen bij hen.. Ze wijzen de industriële welvaartsmaatschappij, die veel gebruikt maakt van technologie af.
Vanaf 1960 verdienden Nederlanders meer en kregen méér vrije tijd. Ze hoefde niet meer op zaterdag te werken en kinderen hoefde niet meer op zaterdag naar school. De Nederlanders hadden het nog nooit zo goed gehad. Steeds meer mensen kochten elektrische apparaten, zoals een platenspeler of een bandrecorder.
Nozem is een Nederlands woord dat werd geïntroduceerd in 1955. Hiermee werd een destijds nieuw type jongeling aangeduid: zelfbewust en vaak agressief, gekleed in spijkerbroek en leren jack en uitgedost met vetkuif, onverschillig hangend op zijn bromfiets voor de snackbar.
Populaire bewegingen in die tijd waren
Artistiekelingen; Zwarte kleding, jazz muziek en joints. Hippies; Geen of weinig make-up, lange haren en baarden, fel en bont gekleurde kleding met peace en indiaase motieven. Sex en veel drugs. Kikkers; Langer haar met scheiding, mini-rokken en strakke kleding rijdend op puchjes.
De meisjes droegen jurken met petticoats, pumps met naaldhakken en een bol kapsel, de 'suikerspin'. De Kikkers waren herkenbaar aan halfhoge bruin suède Clarks schoenen, groene legerparka's of oude PTT-capes en 'wijdpijpers'.
De nozems ontstonden in 1955. Voor die tijd werden jongeren streng opgevoed en was de wil van de ouders de wet. Terwijl Nederland na de Tweede Wereldoorlog opkrabbelde ontstonden grote groepen jongeren die hun eigen geld hadden door de stijgende welvaart. De jeugd kocht brommers, kleding en soms zelfs drugs.
Een tegenhanger van de nozemcultuur van de jaren zestig, was de hippiecultuur die overwaaide uit de Verenigde Staten, waarin jongeren afstand namen van de Amerikaanse Droom, van wereldmacht en militarisme.
Hippies waren gek op de natuur en aten het liefst onbespoten. Vaak verbouwden ze hun groenten zelf. Het milieubewuste van de hippies is nog zoiets wat anno 2012 nog bést wat meer doorgevoerd kan worden.
Kenmerken van de hippie kledingstijl
Vaak draagt men versleten, tweedehands kleding. Met zelfgemaakte, wijde kleding laat je merken dat je weinig om geld en consumptie geeft. Je ziet ook vaak wijde kleding en weinig onderscheid in mannen en vrouwenkleding.
De hippie kleding kenmerkt zich door het gebruik van felle kleuren, zoals geel, roze, paars en blauw. Een typisch hippie kostuum voor vrouwen zijn de fleurige jurkjes en wijde broeken met bloemenmotief. Deze outfits combineert u met hippie pruiken, peace kettingen en grote oorbellen.
De mensen die in de flowerpower-subcultuur zaten werden ook wel hippies genoemd. Ze leefden vaak in communes, rookten wiet, dronken thee en luisterden naar psychedelische muziek. Ze protesteerden tegen de oorlog, honger en armoede op de wereld.
Hippies verzetten zich ook tegen liefdeloosheid, oorlog, discriminatie en geweld. Het verlangen van de hippies naar een andere samenleving uitte zich doorgaans niet in een confrontatie met anderen, noch in politieke actie met het doel om de hele maatschappij te veranderen.
Naast de dominante cultuur zijn er subculturen; kleinere culturen die licht afwijken van de dominante cultuur. Iedereen zit in verschillende subculturen tegelijkertijd: die van een gezin, die van school, die van geloofs- en sportvrienden. Er zijn ook grotere subculturen.
De dominante cultuur is de overheersende cultuur van een land. Het is de cultuur die gevolgd wordt door de grootste groep mensen en dus het breedst gedragen is. In Nederland is dat dus de algemene Nederlandse cultuur.
Als een groep mensen dezelfde waarden, normen en gewoonten heeft, noemen we dit een cultuur. De overheersende cultuur van een land noemen we de dominante cultuur.