Toch is het doorgaans niet zo moeilijk aangenaam ogende flitsfoto's te maken. Zonder groot kwaliteitsverlies kun je met de meeste systeemcamera's en DSLR's ISO 800 gebruiken. En beeldstabilisatie helpt je het inschakelen van je flitser nog weer verder uit te stellen.
Afhankelijk van de hoeveelheid licht binnen, gebruik je binnen een ISO waarde van 400 tot ongeveer 800. Ga je buiten in de schemer of het donker fotograferen? Dan gebruik je een ISO waarde tot 1600 of 3200. Kijk uit voor ruis bij ISO waarden vanaf 1600.
100 iso : Buiten in zonnige omstandigheden. 200 iso: Zonnig maar dan met wat bewolking.400 iso: Voor de bewolkte en donkere dagen.
Wanneer je op een zonnige dag buiten fotografeert, heb je meestal voldoende aan ISO 100 – 400. Pas wanneer er minder licht is, zoals op een bewolkte dag, bij de schemering of binnen in huis, dan heb je een hogere waarde nodig. Bijvoorbeeld ISO 800 of hoger.
De ISO waardes verdubbelen elke keer, dus als er naar het gehele plaatje gekeken wordt, zijn er vaak ISO waardes van (50), 100, 200, 400, 800, 1600, 3200, 6400, 12800 of zelfs 25600 en hoger, afhankelijk van de camera.
ISO 800: Als je binnenshuis zonder aanvullende lichtbron zoals een flitser opnamen maakt, gebruik je deze ISO-waarde. ISO 1600 of hoger: Wanneer het buiten donker is of als je binnenshuis bij weinig licht opnamen maakt, heb je een hoge ISO nodig.
De instellingsknop waarmee je de ISO instelt zit bij iedere camera ergens anders. Op Canon camera's zit er vaak bovenop het toestel een ISO-knop. Als je een Nikon camera hebt, stel je de ISO meestal in via het menu. Zodra je in het ISO-menu zit, gebruik je de navigeerknoppen om langs de diverse waarden te gaan.
Diafragma
Je fotografeert een zonsopkomst of zonsondergang meestal in een landschap. Dit betekent in veel gevallen een iets hoger F-getal en dus een kleiner diafragma om zo veel mogelijk scherp te krijgen op je foto. Denk aan f/8 en soms ook hoger, f/11 is een aardig uitgangspunt.
Zoek in je camera-menu naar de instelling voor handmatige witbalans.Selecteer je foto van de grijskaart en je camera stelt automatisch de witbalans in op basis van de grijskaart. Zorg er wel voor dat er geen schaduw of reflectie valt op de foto van de grijskaart.
Deze camera-instellingen voor de ISO-waarde kunnen je helpen bij het leren fotograferen: Fotograferen in de zon: 100 - 200 ISO. Bewolkte hemel, 's avonds of binnenshuis zonder flits: 400 - 800 ISO. 's Nachts of in donkere ruimten: meer dan 800 ISO.
Een laag ISO-getal (bijv. 50, 100 of 200) gebruik je in situaties met veel licht of wanneer je met lange sluitertijden kan fotograferen vanaf een statief. Om te zorgen dat je scherpe foto's krijgt in een donkere situatie kan je de hogere ISO-waarde aanhouden. Denk aan 800, 1600 of nog hoger.
Op veel systeemcamera's vind je bovenop het toestel een draaiwieltje. Door dit wiel naar rechts te draaien verkort je de sluitertijd. Als je het wieltje naar links draait, maak je de sluitertijd langer. Vaak stel je de sluitertijd ook in via het scherm of via de bedieningsknoppen van je camera.
Als je overdag in de buitenlucht foto's maakt, gebruik je de laagste ISO waarden (100 of 200) omdat er voor de sensor al voldoende licht is. Zodra je binnenshuis fotografeert, verhoog je de ISO waarde. Afhankelijk van de hoeveelheid licht binnen, gebruik je binnen een ISO waarde van 400 tot ongeveer 800.
De onderlinge verhouding tussen sluitertijd en diafragma. Hoe groter het diafragma (dus, hoe kleiner diafragmagetal), hoe meer licht er door de lens komt. Hoe sneller de sluitertijd hoe korter er licht op de sensor valt. In die twee zinnen is eigenlijk de onderlinge verhouding tussen sluitertijd en diafragma al genoemd ...
9. Witbalans op bewolkt voor de zonsondergang/zonsopkomst. Komen de warme kleuren van de zonsopkomst niet even goed over op de foto? Verander dan de witbalans naar bewolkt, flits of schaduw.
De witbalans kun je op automatisch laten staan, maar als het beeld te warm is van kleur, stel dan de witbalans in tussen de 3200 en 3500 Kelvin. Zet de ISO-waarde zo laag mogelijk om ruis te beperken, meestal is dit ISO 100.
Witbalans (WB) is een functie die de kleurzweem corrigeert die veroorzaakt wordt door het licht dat het onderwerp verlicht. Het corrigeert de kleuren zodat het witte onderwerp wit verschijnt en de algemene kleur daardoor het meest lijkt op wat door het oog gezien wordt.
Gebruik bij nachtfotografie zoveel mogelijk ISO 100.
Sommige kleurtonen en nuances gaan daarom verloren. Bij zonsopgang zijn onze ogen gewend aan het donker. Elke minieme kleurtoon en verschil in lichtsterkte kunnen we dan zien. Daarom observeren we, over het algemeen, zonsopgang beter dan zonsondergang.
Een mooie zonsopkomst of zonsondergang kun je goed aan zien komen. Als je weet dat er veel vocht in de lucht aanwezig is dan kun je veel kleur in de lucht verwachten. Maar…, dan moet de zon vlak voor of na zonsondergang wel onder de wolken uit komen.
Korte en lange sluitertijd
Je kunt het vergelijken met breuken tijdens rekenen. De sluitertijden die langer is dan 1/100e van een seconde, zoals 1/60e of 1/15e. Deze vallen onder de lange sluitertijden. Alle sluitertijden boven 1/100e van een seconde, zoals 1/500e of 1/2000e, worden korte sluitertijden genoemd.
Een klein diafragma heeft een hogere f-stop, terwijl een groot diafragma een laag f-stopgetal heeft. Bij een kleiner diafragma wordt er minder licht binnengelaten en bij een groter diafragma wordt er meer licht binnengelaten. Bij het maximale diafragma (bij sommige lenzen wel f/1.4) komt het meeste licht binnen.
Bij de meeste camera's ligt de limiet met lange sluitertijd fotografie op 30 of 60 seconden. Maar ook vrijwel alle camera's kennen een zogenaamde bulb-stand. Op deze stand kan de sluitertijd veel langer worden. In principe kun je de lengte van de sluitertijd kiezen zoals jij wilt.