Bramen zijn niet erg kieskeurig en groeien op elke grondsoort, al hebben ze een lichte voorkeur voor licht kalkhoudende gronden. Op zure gronden kun je dus elk jaar het beste wat kalk strooien om aan die wens tegemoet te komen. Bramen staan graag in de zon, al doen ze het op een halfbeschaduwde plaats ook goed.
Weinig schaduw omdat de meeste soorten geen uitgesproken schaduwbomen zijn (zoals de beuk, Am. eik en douglas). Bramen zijn op veel plaatsen onderhand een plaag geworden. Een paar struiken en wat lage ranken zijn welkom, maar als het grotere oppervlakken beslaat bemoeilijken ze de toegankelijkheid voor onderhoud.
De grond uit het plantgat kan vermengd worden met wat compost en oude stalmest, zodat de planten een voedzame bodem hebben om in te groeien. Bemest zeker niet te veel want dit zal bijdragen aan het woekeren van de bramen.
Bramen in de tuin
De braam dient bij voorkeur van de winter tot het vroege voorjaar te worden geplant op een beschutte, zonnige of licht beschaduwde plaats. De grond bevat bij voorkeur voldoende voeding, is doorlatend en vochtig. Bij het planten moeten de wortels worden verspreid en aangedrukt.
In tegenstelling tot de nauw verwante frambozen, zijn bramen uiterst tolerant wat de standplaats betreft. Ze verdragen zowel zonnige als ook halfschaduwrijke plaatsen. Een te donkere plaats is ongunstig omdat dan de bloei en zodoende de vruchtzetting karig uitvalt.
Planten die bessen of vruchten dragen zijn ook gevoelig voor zonnebrand: bramen, herfstframbozen, kruisbessen, rode aalbessen, witte trosbessen, ... Foto: Hitteschade na door te felle zon. Rijpe bramen kunnen na een hittegolf witte vlekken vertonen en smaken niet lekker meer.
Bramen kunnen slecht tegen zeer strenge vorst. Als het meer dan 10 graden gaat vriezen, is het raadzaam om wat bescherming te geven. Verder is het goed om onkruid weg te houden bij de basis van de plant, zodat de wortelstok weinig concurrentie van andere planten ondervind.
Na de oogst (of tot begin winter) kun je bramen en frambozen snoeien: knip alle stengels die vruchten gaven laag bij de grond weg. Bind dan meteen de nieuw gevormde eenjarige stengels van dat seizoen aan.
Taybessen zijn een kruising van bramen en frambozen. Bij slechte groei kunnen de vruchten abnormaal klein blijven.
In het voorjaar (maart) kunnen de frambozen een geringe hoeveelheid organische mest krijgen, zoals koemestkorrels, oude stalmest of compost. Veel mest heeft een framboos niet nodig, ook zonder uitgebreide bemesting zullen de planten goed groeien.
PLANTEN / RASSEN
Bedenk daarbij ook wat een braam nodig heeft: minimaal 2,5 meter maar liever nog 3 meter ruimte in de breedte. Je leidt bramen en hebt er dus stokken of palen met draden nodig, of een ander soort hekwerk waar je de takken aan kunt opbinden.
Onder het kroontje willen nog wel eens wormpjes voorkomen. In de winkel komt u dat zelden tegen, maar bij zelfgeplukte bramen wel. Als u ze tegenkomt legt u de bramen even in zout water. Spoel ze daarna goed af en alle wormpjes zijn er uit.
Oorzaak is de braamgalmijt. Dit beest legt haar eitjes in de bloem. De jonge mijten zuigen aan verschillende delen van de plant, maar alleen de vruchten ondervinden daar schade van. In de bessen scheiden ze een stof af waardoor de braam niet verder rijpt !
Leid de braam langs een latwerk of langs draden die je aan een zonnige muur bevestigt, zodat de vruchten goed rijpen. Het mooie van bramen is dat je aan één struik tegelijkertijd bloemen, onrijpe vruchten en rijpe vruchten kunt zien. Daarom worden bramenranken ook vaak in schikkingen gebruikt.
Waarom zijn bramen goed voor je gezondheid:
Bramen zitten tjokvol vitamines. Zo bevatten ze vitamine E en vitamine C, welke beiden als antioxidant je lichaamscellen helpen beschermen tegen schadelijke vrije radicalen.
De gewone braam (Rubus fruticosus) is een in heel Europa inheemse plant die met name langs bosranden voorkomt. De plant is een heester die 2 tot 6 meter hoog wordt. Elk jaar worden nieuwe stengels gevormd.
Frambozen kan u beter ook geen (of heel weinig) kalk geven. Frambozenplanten houden van lichtzure grond. Ook champost kan u beter NIET geven aan frambozen. KALKMINNENDE PLANTEN DIE VAN EXTRA KALK HOUDEN.
Een framboos staat het liefst op een zonnige standplaats maar doet het ook goed in de halfschaduw. Ze houdt van een lichtzure grond (Ph 6,0 tot 6,5). Frambozen wortelen oppervlakkig maar zijn ook gevoelig voor wortelrot. Om die reden moet het grondmengsel luchtig maar tegelijkertijd vochtvasthoudend zijn.
Ieder jaar snoei je de takken die vrucht gedragen hebben weg en bind je de nieuwe grondscheuten aan. Heeft de braam geen nieuwe scheuten aangemaakt? Laat dan de gezonde stengels nog minimaal een jaar zitten. De zijtakken snoei je op ongeveer 2,5 cm terug.
Het opbinden van bramen en frambozen kun je tegen een schutting, muur of pergola doen. Ook kun je zelf een eenvoudige constructie maken waar je de scheuten op kunt binden. Gebruik hiervoor palen die je met een afstand van 3 meter van elkaar in de grond slaat. Vervolgens span je draden tussen deze palen.
Een Braam stekken is een goede manier om nieuwe bramenstruiken te creëren. Zo kun je jouw (moes)tuin uitbreiden, of er natuurlijk iemand anders blij mee maken. De Braam is een ijzersterke plant en is op meerdere manieren te stekken. Veel gebruikte methodes zijn: wortelstekken, stengelstekken en afleggen.
Wildplukken is in Nederland verboden en bij een overtreding kun je een fikse boete krijgen. Máár een kleine hoeveelheid plukken voor eigen gebruik wordt meestal gedoogd. Pluk dus nooit meer dan ongeveer een champignonbakje vol per persoon en wees altijd respectvol voor de natuur.
De braam geeft pas na augustus vruchten. De vogels die de braam eten zijn de goudvinken, vos en das. De braam is niet alleen voor vogels een voedingsbron maar ook voor nachtvlinders.
Zomerstekken van bramen:
Men kan stekken met één oog (knop) en met twee ogen (knoppen) gebruiken (= lidstek). De steklengte is ca 10 cm. Knip de stekken onder en boven een blad af en verwijder de onderste bladeren. Steek de stekken in een luchtige stekgrond en druk de stekken onderaan licht aan.
Bramen hebben een zoete, sappige en soms iets zure smaak. Je kunt ze lekker uit de hand eten, maar ook gebruiken voor heerlijke gerechten. Verwerk ze bijv. in een fruitsalade, smoothie (bowl) of als garnering op ijs, taart of gebak.