De correcte spelling is jouw naam. De spelling jou naam* is niet correct. In de combinatie jouw naam kunt u jouw vervangen door een ander bezittelijk voornaamwoord, bijvoorbeeld mijn, zijn of uw. Wat is jouw naam? (zoals Wat is zijn naam?)
Als ik jou was, zou ik jouw moeder om raad vragen. De eerste “jou” is een persoonlijk naamwoord (je kunt het vervangen door “hem”), dus voeg je geen w toe. De tweede “jouw” is een bezittelijk voornaamwoord (je kunt het vervangen door “zijn”), dus voeg je een w toe.
'Jouw' is een bezittelijk voornaamwoord. Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden die verwijzen naar iemand zijn bezit. Voorbeelden van bezittelijke voornaamwoorden zijn: mijn, onze, jullie en jouw. Wanneer je wil aanduiden dat iets iemands bezit is, dan is het 'jou' met -w.
Jouw = 'van jou'
Jouw duidt altijd bezit aan, bijvoorbeeld: Ik heb het jouw moeder als eerste gevraagd. (de moeder van jou)
'Jouw' (4 letters, wel een w) is een bezittelijk voornaamwoord en verwijst dus naar bezit: 'ik heb jouw fiets geleend'. 'Jou' (3 letters, geen w) is een persoonlijk voornaamwoord en verwijst naar een persoon: 'Ik heb jou zien fietsen'.
Jou is een 'persoonlijk voornaamwoord'. Andere persoonlijke voornaamwoorden zijn ik, mij, zij, hem, u en wij. Wie twijfelt tussen jou en jouw, kan jou(w) in gedachten vervangen door hem (kan alleen persoonlijk voornaamwoord zijn) of zijn (kan alleen bezittelijk voornaamwoord zijn). Als hem in de zin past, is jou goed.
Jouw – mét een W – schrijven we alleen zo als het woord zelf meteen ook het bezit aangeeft. Andere bezittelijke voornaamwoorden zijn: mijn, uw, zijn, haar, ons/onze, jullie en hun. Ook bij het woord jou – zonder de W – kan er sprake zijn van bezit: De hond van jou is daar een goed voorbeeld van.
Als je het door “zijn” kunt vervangen, is het jouw (bezittelijk voornaamwoord).Als je het door “hem” kunt vervangen, is het jou (persoonlijk voornaamwoord). In dit geval kun je wel zeggen “bij hem thuis”, maar niet “bij zijn thuis”, dus moet het “jou” zijn.
Jou is een 'persoonlijk voornaamwoord'. Andere persoonlijke voornaamwoorden zijn ik, mij, zij, hem, u en wij. Wie twijfelt tussen jou en jouw, kan jou(w) in gedachten vervangen door hem (kan alleen persoonlijk voornaamwoord zijn) of zijn (kan alleen bezittelijk voornaamwoord zijn). Als hem in de zin past, is jou goed.
Als je het kunt vervangen door het persoonlijk voornaamwoord “hem”, is het “jou”.Als je het kunt vervangen door het bezittelijk naamwoord “zijn”, is het “jouw”.
Helaas een taalfout in opkomst: jou huis, jou e-mail, jou baan. Ja, het klopt dat bezittelijke voornaamwoorden zo kunnen klinken als je ze snel (of slordig) uitspreekt. Maar nee, het woord 'jou' gebruik je nooit wanneer het om een bezit gaat.Dan hoort er een w achter jou: jouw.
Jouw dag is correct. In dit geval wordt “jouw” gevolgd door een zelfstandig naamwoord en er is sprake van een bezitsrelatie.
Ezelsbruggetje: jouw of jou
Als je het kunt vervangen door het persoonlijk voornaamwoord “hem”, is het “jou”. Als je het kunt vervangen door het bezittelijk naamwoord “zijn”, is het “jouw”.
Wanneer je verwijst naar een bezit (bezittelijk voornaamwoord), gebruik je 'jouw'.Wanneer je verwijst naar een persoon (persoonlijk voornaamwoord), gebruik je 'jou'.
Ja, 'je reactie' is ook correct. Dat komt omdat je 'je' als persoonlijk én als bezittelijk voornaamwoord kunt gebruiken. 'Jouw' gebruik je vooral als je de nadruk op het bezit wilt leggen. Als er geen speciale nadruk nodig is, dan wordt in de praktijk vaker voor 'je' dan voor 'jouw' gekozen.
Je zult niet zo snel per ongeluk zeggen: is het u verjaardag vandaag? Daar hóór je dat het 'uw' moet zijn. Zo kun je er gemakkelijk achter komen dat het in dat geval 'jouw' moet zijn. Het is uw verjaardag (met een w), dus het is ook jouw verjaardag (met een w).
Jouw geeft altijd aan dat iets 'van iemand' is. Het duidt dus op bezit, bijvoorbeeld in 'Is dat jouw telefoon? ' Jou geeft geen bezit aan. Het past in zinnen als 'Ik geef jou mijn telefoon.
'Ik wens jouw een mooi 2018' is geen juiste zin. Jouw is een bezittelijk voornaamwoord, dat past in een zin als 'Hopelijk wordt 2018 jouw jaar. ' Wie twijfelt tussen jou en jouw, kan het woord u of uw invullen: 'Hopelijk wordt 2018 uw jaar' is wel een goede zin, 'Ik wens uw een mooi 2018' niet.
Ezelsbruggetje: hem of zijn
Vervang dat woord dan door hem of door zijn. Past het woord hem, dan moet het jou zijn. Past het woord zijn, dan wordt het jouw.
Als een hond je lang, aanhoudend oogcontact geeft, is dat een manier om te zeggen: 'Ik hou van je'. Door dit terug te doen bij de hond, zeg je dit dus terug.
Bij dieren geldt eigenlijk hetzelfde als bij mensen. Verliefdheid komt door het stofje oxytocine. Oxytocine is een hormoon dat ervoor zorgt dat een band versterkt wordt. In het dierenrijk is dit stofje ook aanwezig, ook bij je hond of kat.
De woorden ðð¤ðª en ðð¤ðªð¬ worden vaak verkeerd gebruikt. Ik geef je graag een korte uitleg zodat je voortaan weet of het jou of jouw schoenen zijn. ðð¼ðð ð¼ðºð® ð¶ð ð±ð² ð¹ð¶ð²ð³ððð² / ðð®ð ððµð¶ð¿ð ð¶ð ðð®ð» ð·ð¼ð Je gebruikt jouw om bezit aan te duiden. Zo simpel is het inderdaad.
Jouw is een bezittelijk voornaamwoord dat altijd wordt gebruikt om aan te geven dat iets van iemand is.Jou is een persoonlijk voornaamwoord dat meestal geen bezitsrelatie uitdrukt. Het kan bijvoorbeeld een meewerkend of lijdend voorwerp zijn en wordt ook vaak gebruikt na een voorzetsel.
Jouw geeft altijd aan dat iets 'van iemand' is. Het duidt dus op bezit, bijvoorbeeld in 'Is dat jouw telefoon? ' Jou geeft geen bezit aan. Het past in zinnen als 'Ik geef jou mijn telefoon.