Humus houdt water vast en laat een teveel aan water goed door. Gronden met veel slib worden door de humusvorming beter bewerkbaar en losser, zandgronden krijgen juist een meer samenhangende structuur. Door de menging ontstaat een homogene structuur.
Als je een plant hebt die prima tegen een zuurdere grond kan, kun je veenmos gebruiken om extra vocht in je grond vast te houden. Maar als je plant meer neutrale grond nodig heeft, voegt het toevoegen van Sphagnum mos de watervasthoudende eigenschappen toe die je nodig hebt.
Leg zo min mogelijk tegels in de tuin en zorg voor voldoende planten. Hoe meer groen, hoe beter het water weg kan zakken in de tuin. Waterdoorlatende verharding is een alternatief: grind, schelpen, boomschors of grasbetontegels. Sluit een regenton aan op de regenpijp en gebruik dit water om je tuin te besproeien.
Strooi dikke lagen organisch materiaal als fijngeknipt tuinafval tussen de planten. Het houdt vocht vast en vormt een beschermend dekentje voor de tuinaarde. Eronder stimuleert de laag bovendien het bodemleven; dankzij wormen en andere dieren die het materiaal verteren, blijft de aarde luchtig.
Zand heeft grotere korrels, daarmee een kleiner oppervlak en dat zorgt ervoor dat zand sowieso wat minder vocht kan vasthouden dan klei of silt.
Bij wateroverlast is het verstandig om te kiezen voor een materiaal zandzak dat goed bestand is tegen water. Er zijn hierin diverse opties die beter geschikt zijn en een langere levensduur hebben dan de jute zandzak, denk hierbij aan zandzakken van Polypropyleen (PP), PVC en Polyacryl.
Een tuin aanleggen op kleigrond
Lucas raadt aan om de klei ongeveer 70 cm diep af te graven. Vervolgens breng je een zandlaag van 30 cm aan, gevolgd door een laag tuinaarde van 40 cm, zodat je uiteindelijk weer op hetzelfde niveau terecht komt, alleen kun je nu wel alle kanten op met de tuin.
Kleigronden zijn over het algemeen slecht waterdoorlatend. Als er water blijft staan in je tuin dan is dat vaak een gevolg van een storende laag in de ondergrond. Zo'n laag kun je doorbreken door de border diep door te spitten met een mobiele kraan.
Beplanting houdt water vast en bevordert de opname van water in de bodem. Hierdoor wordt de kans op wateroverlast kleiner. Een beplante bodem warmt bovendien veel minder op dan een verharde bodem en de planten zorgen voor extra verkoeling door verdamping.
Daar komt neerslag uit, die uiteindelijk via het grondwater of rivieren weer in zee terechtkomt. Herhaal. Zo'n 35 procent van die neerslag komt via het grondwater of de rivier weer in zee terecht. De rest verdampt opnieuw.
Houtsnippers gebruiken in de tuin
Houtsnippers in de tuin zien er niet alleen mooi uit, maar ze zorgen er ook voor dat de grond minder snel uitdroogt en dat is fijn voor de planten. Daarnaast werkt het de groei van onkruid tegen, waardoor je minder tijd kwijt bent aan onkruid wieden.
Een grindkoffer is eigenlijk een diepe kuil of sleuf van ongeveer +/- 50cm diep. De sleuf is bekleed met worteldoek en gevuld met grind en heeft als functie water te bergen.
Breng een grote pijp of een specieton zonder bodem of een frame met worteldoek aan in het gat. Vul dit met grof grind. Vul de buitenkant op met aarde. Dek de grindput af met een rooster en/of laat de regenpijp boven de grondput uitkomen.
Zoals gezegd nemen hydrokorrels vocht op, om het daarna weer los te laten. Dit gebeurt wanneer de grond om de korrels heen droger wordt. Door hydrokorrels door de potgrond heen te mengen, zorg je ervoor dat je plant gelijkmatiger het vocht op kan nemen.
Dankzij de bijzondere samenstelling is potgrond uitstekend in staat om lucht en water vast te houden. Het voordeel is dat planten zich hierdoor snel en goed kunnen ontwikkelen. Afhankelijk van de hoeveelheid en soort meststoffen, zit er meestal voldoende voeding in de potgrond voor een aantal maanden.
Zand. Om tot een afwaterende structuur te komen neem je een zandmengsel van ongelijke korrelgrootte, zoals brekerzand, rijnzand/rivierzand, of metselzand. Dus geen speelzand o.i.d. met een korrelgrootte die te uniform is, want daarmee krijg je dichtgeslagen i.p.v. drainerende grond.
Hoeveel water er kan worden opgeslagen in de bodem hangt af van de grondsoort. In een kleigrond kan het volume voor 40 tot wel 60 procent bestaan uit poriën. In fijn zand kan dat 20 tot 45 procent zijn. De grond is tot op een zekere hoogte gevuld met water.
In de grote waterkringloop verdampt het water in zeeën en rivieren door de warmte van de zon. De waterdamp komt in de lucht en vormt een wolk. Als er genoeg damp in een wolk zit, gaat het regenen en valt het water weer terug op de aarde.
Zand en kalkrijke grond laten water snel door. Klei-, slib- en veengrond houden water juist lang vast. Veel planten houden er niet van om te nat te staan. Wil je extra drainage toevoegen, voeg dan stenen, scherven of grind toe.
Compost zorgt ervoor dat een zandige bodem beter water en voedingsstoffen vasthoudt en dat leem- en kleigronden beter water en lucht doorlaten. Compost geeft zo een goede structuur aan de grond en stimuleert tegelijk het bodemleven.
Lava verbetert de structuur van de bodem
Vooral in zandgronden verhoogt lava de waterabsorberende kwaliteit van de grond. In natte periodes kan de lavakorrel het water vasthouden om het vervolgens tijdens droge periodes terug af te geven. Er is gewoon een grotere waterbuffer aanwezig.
Bij kleigrond zie je onderin het glas een laagje met grove delen. Daarboven zit een laag met kleine, fijne slibdeeltjes. Dat geeft duidelijk aan dat je een klei- of leemgrond hebt. Als je een grote laag met slibdeeltjes hebt, betekent dit dat je een zware kleigrond hebt.
Op basis van de erfgoedverordening is het verboden om zonder (omgevings)vergunning de bodem dieper dan 40 cm onder de oppervlakte te verstoren, tenzij het gaat om onder andere een gebied met lage archeologische verwachtingswaarde.
Het verschil met zand is dat zand bestaat uit kleine rotsblokjes (als gevolg van erosie door water, wind en/of temperatuurverschillen) en klei bestaat uit (kleine) kleiplaatjes. Kleiplaatjes zijn chemisch gevormd en bestaan uit silicium- en aluminiumzouten.