Behalve ambachtsgilden bestonden er ook handels- of koopmansgilden en schuttersgilden. Ambachtsgilden bestonden uit vaklieden die allen hetzelfde ambachtelijke vak uitvoerden.
Gildes waren bedoeld om kennis en ervaring te delen. Personen met hetzelfde beroep volgden via het gilde een opleiding en werden zo vakmensen. Ook kwam een gilde op voor de belangen van de leden: een gilde had dikwijls een spaarpot voor bijvoorbeeld zieken en bood zo een vorm van sociale zekerheid.
De kooplieden waren vooral bezig met handel drijven en hadden geen tijd om de dingen die ze nodig hadden te maken. Anderen konden daar weer geld aan verdienen. Dat waren de ambachtslieden: bijvoorbeeld kleermakers, meubelmakers, timmermannen, mandenmaker, wagenmakers, smeden, zadelmakers en schoenmakers.
Schippers, kooplieden en ambachtslui
Schippers en kooplieden waren in die tijd dan ook de grootste en rijkste groep ondernemers. Zij organiseerden zich in gilden. Een gilde was een vereniging die opkwam voor de belangen van mensen met hetzelfde beroep. Het schippersgilde had een eigen kapel in de Steenstraat.
Zo kookt en poetst ze, maalt het graan, brouwt het bier en helpt ook bij de graanoogst. Maar ze werkt ook op het land, ze ploegt, zaait en oogst, vaak in slechte weersomstandigheden. De vrouwen uit lagere standen, zowel in de stad als op het land, hebben hetzelfde slechte leven als hun man.
Het beroep van bakker is al eeuwenoud en bestaat nog steeds. Vroeger was er ook de bakker aan huis. Dit was een bakker die brood aan de deur bezorgde. Hij schreef de inkopen in een boekje en rekende een keer per week af.
Omschrijving. In de Middeleeuwen waren overal in de steden verenigingen van beoefenaars van hetzelfde beroep ontstaan, gilden geheten. Een stad als Gouda heeft niet minder dan 55 gilden gekend. Zo sloten onder meer brouwers, knopenmakers, lakenwevers, pijpenmakers, schippers, schoolmeesters en zakkendragers zich aaneen ...
De Dikke van Dale heeft als definitie: am·bacht (het; o; meervoud: ambachten) vak waarbij je iets met de hand maakt. In de praktijk is een ambacht veel breder dan alleen een vak waarbij je iets met je handen maakt. Het gaat er vooral om hoe het product gemaakt of de dienst geleverd wordt.
In de meeste definities wordt het woord ambacht omschreven als handwerk of werkzaamheden waarbij een product wordt vervaardigd door een ambachtsman. Bij ambacht staan de vaardigheden van de ambachtsman centraal.
In bepaalde steden was een stadstimmerhuis of stadstimmerwerf ingericht, waar de stadstimmerman kon wonen en werken. De stadstimmerman werkte mee aan het ontwerp van gebouwen, verdedigingswerken en infrastructuur als bruggen, sluizen en dergelijke, en plannen voor stadsuitbreiding.
Hoe zag de stad eruit? Ter bescherming werd om de stad een gracht gegraven en een stadsmuur met torens en poorten gezet. Binnen die muren stonden de huizen aan kronkelige smalle straatjes. Maar er waren ook open plekken met zelfs enkele boerderijen en boomgaarden.
De meesterproef was een werkstuk dat door een ambachtsman werd vervaardigd met het doel als meester lid te kunnen worden van een gilde. Voor het eerst is sprake van de meesterproef in de 16e eeuw bij de goudsmeden, zilversmeden en tingieters.
Uitgestorven beroepen (1): reetveger, parlevinker, vinkenvanger. De mevrouw van het postkantoorloket, de uitbater van de videotheek, de man die fotorolletjes ontwikkelt – ze zijn in het nabije verleden allemaal werkloos geworden, simpelweg omdat hun baan is opgehouden te bestaan.
Voordat er geld was uitgevonden bestonden er al functies als stamhoofd, jager en medicijnman. Later ontwikkelden zich beroepen als krijger/soldaat, priester, landbouwer, visser, koopman. Concentratie van rijkdom, maakte het mogelijk dat beeldende kunstenaars en musici van hun kunst hun beroep konden maken.
Kerk werd gebruikt voor zondige activiteiten
Veel geliefden zochten hun toevlucht in de kerk, die een groot deel van de dag leeg was. Volgens de Amerikaanse mediëvist Ruth Mazo Karras was de kerk zelfs het equivalent van de achterbank van de auto, waar miljoenen van haar landgenoten hun eerste keer beleefden.
Vrouwen werden veelal jeugdig en rond weergegeven, met een slanke taille, hoge konische borsten en gewelfde heupen. Dit laatste was vooral om uiting te geven aan hun destijds voornaamste missie in de maatschappij: het moederschap. De Romeinen kenden weinig eigen kunst.
Naast brood en pap aten mensen in de middeleeuwen veel bonen en peulvruchten. Van melk maakten ze de 'luxeproducten' boter en kaas. Om eten langer te bewaren, werd het gedroogd, gerookt, gezouten, gezoet, bewaard onder vet of werd er zuur en zwavel aan toegevoegd.
Techniek, ICT, zorg en onderwijs
Uit analyse van Randstad blijkt dat bijna ieder vakgebied kansrijk is in 2022. Toch is ook duidelijk te zien dat met name in de techniek, ICT, zorg en het onderwijs structureel de meeste vacatures openstaan.
De grootste nood is er in de ICT, zorg en bouw. Voor functies als applicatiebeheerder, gespecialiseerd verpleegkundige en werkvoorbereider zijn nauwelijks mensen te vinden. Dus wie op zo'n functie solliciteert, heeft grote kans direct een baan te vinden. In 2019 is logistiek medewerker de meest aangeboden functie.