Een organisatie mag niet zomaar persoonsgegevens doorgeven aan personen of andere organisaties. De algemene regel is dat verstrekken van persoonsgegevens alleen mag als dat verenigbaar is met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld. Of dit het geval is, hangt af van de concrete omstandigheden.
Zoals naam, adres, woonplaats en telefoonnummer. Er zijn ook 'bijzondere persoonsgegevens', zoals seksuele gerichtheid, godsdienst en gezondheid. Die gegevens mag u niet verwerken, tenzij er voor u een uitzondering in de wet staat.
Denk aan NAW-gegevens, geboortedatum, burgerservicenummer (BSN), relatienummer, e-mail-adres, rekeningnummer, telefoonnummer etc. Ook gegevens die in combinatie tot een persoon te herleiden zijn, zijn van belang.
Gevoelige gegevens als iemands ras, godsdienst of gezondheid worden bijzondere persoonsgegevens genoemd. Deze zijn door de wetgever extra beschermd. Het is verboden om bijzondere persoonsgegevens te verwerken, tenzij er een wettelijke uitzondering is.
Naast 'gewone' persoonsgegevens zijn er ook bijzondere persoonsgegevens. Deze gaan bijvoorbeeld over iemands gezondheid, strafrechtelijke verleden of politieke voorkeur. Het is verboden om bijzondere persoonsgegevens te gebruiken, tenzij je een wettelijke uitzondering hebt.
Sommige gegevens zijn zo delicaat dat ze alleen in heel specifieke gevallen mogen worden verwerkt. Een naam en adres zijn eerder onschuldige gegevens, maar dat geldt niet voor bv. ras, gezondheid, politieke opvattingen, religieuze overtuigingen, seksuele voorkeuren of uw gerechtelijk verleden.
Dit zijn gegevens over iemands ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, lidmaatschap van een vakbond, genetische gegevens, biometrische gegevens, gezondheidsgegevens en gegevens met betrekking tot iemands seksueel gedrag of seksuele gerichtheid.
Gegevens over organisaties, zoals rechtspersonen, verenigingen en stichtingen, zijn geen persoonsgegevens. Ook gegevens van overleden mensen vallen buiten de reikwijdte van de AVG. De AVG regelt wat er allemaal wel en niet mag met de persoonsgegevens van mensen.
Onder indirecte persoonsgegevens vallen gegevens die niet rechtstreeks over de persoon gaan, zoals WOZ-waarde, kentekennummer, de winst van een eenmanszaak en het IP-adres van een computer.
Ook algemene informatie zoals een postcode kan een persoonsgegeven zijn als het gecombineerd wordt met andere informatie. Voorbeelden: naam- en adresgegevens, e-mailadressen, pasfoto's, vingerafdrukken en IP-adressen. Ook gegevens die een waardering over een persoon geven, zoals iemands IQ, zijn persoonsgegevens.
In artikel 10 van de Grondwet is het recht op privacy geregeld: 'Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. ' In andere wetten staan regels over wat wel en niet mag in het kader van privacy.
Wanneer geldt het recht op vergetelheid niet? Er is een aantal uitzonderingen op het recht op vergetelheid. Bijvoorbeeld als u wettelijk verplicht bent iemands gegevens te gebruiken of een bepaalde tijd te bewaren. Dan mag u de gegevens niet wissen als iemand dat vraagt.
Juist als u aan consumenten en burgers e-mailt dan is de AVG van toepassing. Dit betekent dat e-mails geen persoonlijke informatie mogen bevatten. Wilt u toch persoonlijke informatie verzenden per e-mail? Dan moet u gebruik maken van veilige e-mails; AVG e-mails.
De AVG kent zes grondslagen: toestemming, uitvoering van de overeenkomst, wettelijke verplichting, vitaal belang van betrokkene of andere personen, algemeen belang of gerechtvaardigd belang.
Wie mogen mijn gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) inzien? Naast een aantal soorten organisaties, zoals de Belastingdienst, mag uzelf uw persoonsgegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) inzien. Ouders of verzorgers met ouderlijk gezag hebben inzage in gegevens van hun minderjarige kinderen.
Persoonsgegevens zijn alle gegevens die informatie geven over een bepaalde persoon. Daarbij gaat het om wat feitelijke gegevens worden genoemd en om waarderende gegevens. Feitelijke gegevens bestaan uit zaken die vast staan.
Een e-mailadres is een persoonsgegeven, wanneer deze bij een specifiek persoon hoort. Bijvoorbeeld omdat de naam van de persoon erin verwerkt zit, maar ook het [email protected] adres als het een e-mailadres van ZZP'er is, die zelf dat e-mailadres beheert.
Een organisatie mag niet zomaar persoonsgegevens doorgeven aan personen of andere organisaties. De algemene regel is dat verstrekken van persoonsgegevens alleen mag als dat verenigbaar is met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld. Of dit het geval is, hangt af van de concrete omstandigheden.
Zowel het invoeren van een wachtwoord, het controleren van het wachtwoord, als het hashen van een wachtwoord betreft dus een verwerking van persoonsgegevens.
Zo kan een schoenmaat, een hobby of een foto geclassificeerd worden als persoonsgegeven indien het mogelijk is om een individu met deze informatie te identificeren. Belangrijk is dat het niet per se de databeheerder zelf (de organisatie die de persoonsgegevens verwerkt) hoeft te zijn die de identificatie kan maken.
Strafrechtelijke gegevens zijn gegevens zoals een strafblad, strafbare feiten, verdenkingen en veiligheidsmaatregelen. Strafrechtelijke persoonsgegevens zijn ook extra beschermd door de wet. Meer informatie over persoonsgegevens vindt u op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Het HvJ oordeelt dat een dynamisch IP-adres in beginsel geen gegeven is welke direct is te herleiden naar een persoon. Echter, is een persoonsgegeven in de zin van artikel 2 van de Privacyrichtlijn ook elk gegeven, waarmee een persoon indirect kan worden geïdentificeerd.
Het is toegestaan om persoonsgegevens van betrokkenen (in deze werknemers) te verzamelen als daarvoor een wettelijke grondslag is. Gegevens over salaris, onkostenvergoedingen en de afgedragen loonbelasting/premie volksverzekeringen zijn bijvoorbeeld nodig voor de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
“Anonimiseren betekent verwisseling van persoonsgegevens in gegevens die niet langer gebruikt kunnen worden om een natuurlijk persoon te identificeren, daarbij in ogenschouw nemende 'alle middelen die hiervoor redelijkerwijs gebruikt kunnen worden' door zowel een verantwoordelijke als een derde partij.