Lodewijk XVI werd met zijn familie opgesloten en berecht door de Nationale Conventie, die hem schuldig bevond en de doodstraf toemat. Zijn halsrechting op 21 januari 1793 maakte van hem de enige koning van Frankrijk die geëxecuteerd is.
Op 21 januari 1793 wordt de Franse koning Lodewijk XVI in Parijs onthoofd op de guillotine. Met de bestorming van de Bastille op 14 juli 1789 was de Franse Revolutie uitgebroken en in 1791 werd Lodewijk gevangen genomen. Met zijn dood kwam er een einde aan het absolutistische Ancien Régime.
De Conventie stemde op 16 en 17 januari 1793 voor oplegging van de doodstraf. De koning werd beschuldigd van het samenzweren tegen de algemene veiligheid van de Staat. Vier dagen later, 21 januari 1793, werd het vonnis op de Place de la Révolution (nu Place de la Concorde) voltrokken met de guillotine.
Robespierre zou als een soort hogepriester optreden. Dit festival viel door een regenbui in het water. Toen op 26 juli 1794 Robespierre een nieuwe golf van terreur wilde aankondigen, werd hem het woord ontnomen. Hij werd gevangengezet.
Tijdens de Terreur (1793-1794) werden onder de leiding van Robespierre zo'n 40.000 mensen geëxecuteerd. Hijzelf onderging dit lot na een staatsgreep op de 9e Thermidor van het jaar II (= 27 juli 1794), samen met 23 aanhangers.
Jazeker, nog ruim tien seconden. Althans in proefdierhersenen, volgens onderzoek van biologen Mikeska en Klemm uit 1975. Maar of die hersenactiviteit – met elektroden te meten als hersengolven – gelijk staat aan bewustzijn, wordt door dezelfde auteurs betwijfeld.
Een correct uitgevoerde onthoofding waarbij één slag genoeg is, is een snelle en relatief pijnloze manier om te overlijden. Sommige experts schatten dat je binnen een paar seconden het bewustzijn verliest door de snelle bloeddrukverlaging in de hersenen.
De Franse Revolutie is de opstand van Franse arbeiders en boeren tegen de adel en het Franse koningshuis in 1789. De Franse koning en de adel hebben alle macht in Frankrijk in die tijd. Het Franse volk vindt dat ze door hen onderdrukt worden en komt hiertegen in opstand.
Tegenstander van een oorlog was Maximilien Robespierre, de leider van de radicale Jakobijnen. Hij wees erop dat het leger vanwege de revolutie uiteengevallen was en daarmee nog niet slagvaardig genoeg voor oorlog.
Er werden oorlogen gevoerd met Pruisen en Oostenrijk, maar ook binnen Frankrijk werd er gevochten. Uiteindelijk kregen de Jacobijnen de macht in handen, de radicale revolutionairen onder leiding van Maximilien de Robespierre.
De Franse koningin Marie Antoinette werd slechts 37 jaar oud. Tijdens de Franse Revolutie werd ze met haar man ten val gebracht. Na een dubieus proces werd ze vervolgens beschuldigd van incest en hoogverraad en uiteindelijk ter dood veroordeeld. Op 16 oktober 1793 maakte de guillotine een einde aan haar leven.
Louis XIV (Louis Quatorze, Lodewijk de Veertiende) was koning van Frankrijk van 14 mei 1643 tot 1 september 1715, wanneer hij sterft. Zijn geboortenaam is Louis Dieudonné (5 september 1638 - 1 september 1715) en tot zijn bijnamen behoren Louis Le Grand (Lodewijk de Grote) en le Roi Soleil (de Zonnekoning).
De man achter de revolutionaire Terreur, Robespierre, werd zelf geëxecuteerd nadat hij duizenden mensen de dood in had gejaagd. In september 1793 brak in Frankrijk een donkere tijd aan, die later bekend is geworden als de Terreur.
In de periode voor de Franse Revolutie stond er op het Place de la Concorde een beeld van koning Lodewijk XV. Tijdens de revolutie werd dit beeld echter vernield en moest het plaatsmaken voor een guillotine. De guillotine stond er niet alleen als beeld, maar werd daadwerkelijk gebruikt.
Lodewijk Napoleon zorgde voor voedsel en richtte een nationaal hulpfonds op, feitelijk het eerste nationale rampenfonds uit de Nederlandse geschiedenis. In 1809 vond een overstroming plaats in de Betuwe, waarbij Lodewijk Napoleon opnieuw zijn medemenselijkheid toonde.
Hij wordt begroet door de beul Charles-Henri Sanson als hij uit de koets stapt, hij doet zijn bruine geklede jas en zijn halsdoek en stropdas uit.
De Girondijnen waren de aanhangers van de rijkere bourgeoisie, de Jakobijnen waren radicaal en onder leiding van Robespierre, een advocaat uit Arras. De Girondijnen vonden het goed zo: de koning had nauwelijks macht meer, er was kiesrecht en de standenmaatschappij was verleden tijd.
De jakobijnen of jacobijnen (Frans: Jacobins) vormden tijdens de Franse Revolutie van 1789 tot 1794 een centralistische, hervormingsgezinde beweging, die zich inzette voor meer sociale rechtvaardigheid, volkssoevereiniteit en de ondeelbaarheid van de Franse Republiek.
De girondijnen waren voorstander van een imperialistische politiek. Ze waren voor het exporteren van de Revolutie naar de rest van Europa en verklaarden Engeland, Oostenrijk, de Nederlandse Republiek en Spanje de oorlog, ook bekend als de Eerste Coalitieoorlog.
Bonaparte kreeg onder de Eerste Franse Republiek bekendheid. Hij wist de Eerste en Tweede Coalitie tegen Frankrijk te verslaan. In 1799 pleegde hij een staatsgreep, waarna hij zichzelf als eerste consul installeerde. In 1804 liet hij zich tot keizer van Frankrijk uitroepen.
Hij kwam aan de macht in de laatste roerige fase van de Franse Revolutie en veroverde met het Franse leger grote delen van Europa. In veel landen voerde hij op terreinen als de rechtspraak, gewichts- en afstandsmaten en de burgerlijke stand belangrijke en vaak blijvende veranderingen door.
Deze periode in Frankrijk wordt ook wel het ancien régime genoemd. Vooral koning Lodewijk XIV zag zichzelf als een groot en belangrijk vorst. Hij vond dat niets de macht van de koning mocht beperkten en liet zich de Zonnekoning noemen; alles moest om hem heen draaien.
Volgens wetenschappers zou op het moment van de onthoofding de bloeddruk en het zuurstofgehalte in de hersenen zo snel dalen en zou er zo veel bloed verloren worden dat de hersenen meteen in coma zouden gaan. Ook als de eigenlijke dood nog enkele seconden op zich zou laten wachten.
De guillotine was ontworpen om de executie zo humaan en pijnloos mogelijk te laten verlopen. De veroordeelde werd op zijn buik op een bank gelegd, en vastgebonden met een riem. De nek van de veroordeelde bevond zich tussen twee houten blokken met een spleet erin waardoorheen het mes kon vallen.