Nederland heeft alle fasen van het demografisch transitiemodel al doorlopen. "Na het voltooien van de demografische transitie zien we een laag geboortecijfer en een laag sterftecijfer.
Fase 4: Het geboortecijfer en sterftecijfer grofweg aan elkaar gelijk, bijvoorbeeld in Nederland. In Nederland komen er nauwelijks nog nieuwe mensen bij door geboortes maar vooral omdat er veel migranten naar Nederland komen. Fase 5: In deze fase zie je dat het sterftecijfer hoger is dan het geboortecijfer.
In deze fase is het sterftecijfer hoger dan het geboortecijfer, de bevolkingsomvang neemt dus af in deze fase. Welvarende landen zoals Japan bevinden zich in deze fase, waarin de bevolking aan het krimpen is.
Landen als Indonesië zitten in deze fase. Fase 2: Ook het geboortecijfer daalt door anticonceptie en het feit dat er minder kinderen nodig zijn. De bevolking groeit nog steeds, maar de snelheid van de groei neemt af. Voorbeelden van landen in deze fase is bijvoorbeeld China.
Een demografische transitie of demografische revolutie is de overgang van een hoog sterfte- en geboortecijfer naar een laag sterfte- en geboortecijfer binnen een bepaalde bevolkingsgroep.
De verhouding tussen het aantal personen van 0 tot 20 jaar en het aantal personen van 20 tot 65 jaar. Dit cijfer geeft inzicht in de verhouding van de jeugd tot het werkende deel van de bevolking.
Het geboorteoverschot van een land of een bepaald gebied is het verschil tussen het aantal levend geboren kinderen en het aantal sterfgevallen per 1000 inwoners. In landen met een hoog geboortecijfer kan dit geboorteoverschot 40 ‰ bedragen, maar het kan ook negatieve waarden aannemen.
De demografische druk is een getal wat uitdrukt hoe groot het verschil is tussen door de werkende klasse (dit wordt gezien als mensen tussen de 20 en 64 jaar oud) en de klasse die door deze mensen onderhouden moeten worden, de ouderen (65+'ers) en de jongeren van de samenleving (mensen tot de 20, gemiddeld gezien).
nataliteit = (geboortecijfer) Geeft het aantal geboortes per 1000 inwoners over een bepaalde periode, doorgaans een jaar.
Een bevolkingspiramide is een grafiek of diagram van de leeftijdsopbouw van een bevolking in de vorm van een rug-aan-rug-histogram voor mannen en vrouwen.
De groene druk is het aantal personen jonger dan 20 jaar als percentage van het aantal 20-64-jarigen. De grijze druk is het aantal 65-plussers als percentage van het aantal 20-64-jarigen. Personen jonger dan 20 jaar zitten vaak nog op school en werken daarom niet of minder. Ouderen zijn dikwijls gepensioneerd.
Nederland heeft het 4de transitiemodel en Brazilië heeft het 3de transitiemodel. De 3de fase betekent: Het geboortecijfer neemt af, terwijl het sterftecijfer laag is.
Er worden in Nederland steeds minder kinderen geboren, blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Hoewel de verklaring in eerste instantie altijd werd gezocht bij economische problemen, blijkt het kinderaantal ook te dalen omdat vrouwen langer studeren en steeds meer flexwerken.
Demografie behelst de studie van de omvang, structuur en spreiding van de bevolking, en hoe de bevolking in de tijd verandert door geboorten, sterfgevallen, migratie en veroudering. De demografische analyse kan op de gehele maatschappij, of op specifieke groepen betrekking hebben.
Vergrijzing houdt in dat het aandeel ouderen in de totale bevolking toeneemt. In de twintigste eeuw is het aantal 65-plussers in Nederland meer dan vertienvoudigd: van 0,3 miljoen in 1900 tot 3,4 miljoen in 2020. Daarmee nam het aandeel 65-plussers in de totale bevolking toe van 6% naar 19,5%.
Op 1 januari 2020 telt Nederland inwoners ouder dan 65 jaar. Dat is procent van de bevolking. De vergrijzing van Nederland is opgelopen: in 1990 was nog 12,8 procent van de inwoners 65-plus. Er zijn mensen van 65 tot 80 jaar, en 80-plussers.
Op 1 januari 2021 zijn er volgens het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) 2 618 874 mensen van 65 tot 80 jaar, waarvan 838 661 80-plussers.. Het aantal 65-plussers bedraagt nu 19,8 % van de totale bevolking.
In 2040 zal het aantal ouderen zijn opgelopen tot 4,6 miljoen, ten opzichte van 2,6 miljoen nu. Na 2040 zet een daling in. Dit blijkt uit de nieuwe bevolkingsprognose voor de lange termijn van het CBS. Volgens de nieuwe prognose hebben de mannen van generatie 1946 na hun 65e gemiddeld nog 19 levensjaren voor de boeg.
In januari, februari en maart werden ongeveer evenveel kinderen geboren als in de jaren voor de gezondheidscrisis. In april lag dit aantal zelfs opvallend laag. In de eerste vier maanden van 2022 werden ruim 53.000 kinderen geboren.
De verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder en het aantal personen van 20 tot 65 jaar. Dit cijfer geeft inzicht in de verhouding van de ouderen tot het werkende deel van de bevolking.
De demografische druk is dus hoog wanneer er veel jongeren en ouderen zijn in een land. De grijze druk is hoog wanneer er veel ouderen zijn in een land en de groene druk is hoog als er veel jongeren zijn.
De samenstelling van een bevolking naar leef- tijdsgroepen. Deze samenstelling wordt vaak weergegeven in een bevolkingspiramide. Andere naam: leeftijdsstructuur, leeftijdssamenstelling, leeftijdsverdeling of leeftijdsopbouw.