Parenterale voeding Als het spijsverteringskanaal ontzien moet worden, of de voeding via het maagdarmstelsel niet mogelijk is, kan via het infuus voedingsstoffen worden toegediend: eiwitten, glucose, vet, vocht, vitaminen en mineralen. Dit wordt parenterale voeding genoemd.
Als de darmen niet voldoende voeding (en/of vocht) kunnen opnemen, is het mogelijk dit via de bloedbaan toe te dienen. Zo krijgt u toch de benodigde voeding, vitamines en mineralen (en/of vocht) binnen.
Infuusvoeding is dus voeding die via een infuus direct in de bloedbaan wordt toegediend. Infuusvoeding wordt ook wel parenterale voeding genoemd. Parenteraal betekent buiten het maag-darmkanaal om.
Parenterale voeding bevat alle voedingsstoffen die het lichaam nodig heeft.Zoals energie, eiwit, vet en koolhydraten, vocht, vitamines en mineralen. Het wordt daarom ook wel totale parenterale voeding (TPV) genoemd.
Dit gebeurt via een kleine ingreep. Bij de ingreep wordt een dun slangetje (katheter) via een bloedvat in uw bovenarm ingebracht. Het uiteinde van de PICC komt uit in een groot bloedvat, vlak boven het hart. Op het andere uiteinde van het slangetje, buiten uw lichaam, sluiten we de voeding aan.
Voeding en procedure
Moet er langere tijd parenterale voeding gegeven worden dan wordt gebruikgemaakt van een glucoseoplossing. Omdat deze oplossing hypertoon is kan deze niet perifeer worden toegediend. Het bloedvat waarin de katheter is geplaatst zou daar op reageren door sterk samen te trekken.
Allerlei maatregelen, zoals voedingssupplementen, kunnen verbetering brengen. Maar in ernstige gevallen moet voeding toegediend worden langs een sonde (enteraal), of via een katheter rechtstreeks in de bloedbaan gebracht worden (parenteraal).
De werkgroep is van mening dat totale parenterale voeding effect heeft op kwaliteit van leven en overleving bij geselecteerde patiënten met kanker in de palliatieve fase en een ileus, die een Karnofsky Performance Status hebben van > 50% en een geschatte levensverwachting van > 2-3 maanden.
Totale Parenterale Voeding (TPV)
Is sondevoeding geen optie, bijvoorbeeld omdat je de sonde steeds uitspuugt, dan wordt soms Totale Parenterale voeding toegediend. Dit is een vorm van voeding die niet via het maag-darmstelsel loopt, maar direct in de bloedbaan wordt gebracht.
Enterale sondevoeding is een manier om patiënten die zich niet via de mond kunnen voeden toch een afdoende voedingswaarde te bezorgen. De techniek bestaat uit de directe toediening van voeding in de maag of de ingewanden via een sonde.
Bij malabsorptie kan je dunne darm niet voldoende voedingstoffen opnemen uit voedsel. Als malabsorptie niet wordt behandeld, kunnen er in je lichaam tekorten aan bepaalde voedingstoffen ontstaan. Deze tekorten kunnen leiden tot andere problemen zoals bloedarmoede (anemie), zenuwaantasting of ondervoeding.
Bij een infuus krijgt uw kind een prik in de hand, of arm of heel soms op de bovenkant van de voet. Na de prik blijft er een dun, plastic buisje in de ader zitten. Via dat buisje kan het volgende in het lichaam komen: medicijnen, bloed, vloeibaar voedsel of contrastvloeistof.
Een infuus is een flexibele kunststof hol buisje (canule), dat met een naald in de bloedbaan wordt gebracht. De naald wordt daarna teruggetrokken en de canule blijft in het bloedvat achter. Een infuus wordt gebruikt voor toediening van vocht, bloed en medicijnen.
We onderscheiden het perifeer infuus en het centraal infuus. Het inbrengen van ieder infuus werkt op dezelfde manier. Het centraal infuus is enigszins anders vanwege de extra voorzorg.
Bij het prikken van een infuus kunnen complicaties ontstaan, zoals een infectie via de infuuscanule. Dan komt er een bacterie of virus in de bloedbaan terecht of in het weefsel om het aanprikgebied heen. Je kunt dit voorkomen door hygiënisch te werken. Een andere complicatie die kan ontstaan is flebitis.
Patiënten met ernstig darmfalen moeten soms, om voldoende voeding binnen te krijgen, worden behandeld met voeding die rechtstreeks in de bloedbaan wordt toegediend. Op die manier wordt het spijsverteringsstelsel omzeild (parenteraal).
Een goede voedingstoestand draagt bij aan uw conditie en weerstand maar ook aan het herstel na een behandeling. Uw diëtist bepaalt welke sondevoeding, hoeveel en hoelang u sondevoeding moet gebruiken. Dit kan variëren van enkele weken tot een aantal maanden of zelfs levenslang, afhankelijk van uw situatie.
Onze aanname van 480 tot 620 TPV patiënten geldt dus ook voor 2020. Als we uitgaan van de kosten per gebruiker van €13.540 en een aantal gebruikers van 480 tot 620, dan betekent dit dat de te verwachten kosten voor voedingsmiddelen tussen de €6,5 en €8,5 miljoen zullen bedragen.
Wanneer de darm van een kind niet in staat is om voldoende voedingsstoffen op te nemen voor groei, spreekt men van darmfalen. Het is dan noodzakelijk om deze voedingsstoffen via de bloedbaan toe te dienen (totaal parenterale voeding; TPV).
Gebruik van sondevoeding
Als de sonde alleen gebruikt wordt om vocht aan te vullen, wordt meestal drie tot vier keer per dag een hoeveelheid water gegeven van 250 tot 300 ml. Zolang het slikken veilig is, kunt u naast de sondevoeding nog eten of drinken wat u lekker vindt.
Per bolus voeden betekent het toedienen van sondevoeding in porties, meestal via een spuit of trechter. ☞ Alvorens de voeding wordt toegediend, dient door middel van auscultatie te worden gecontroleerd of de sonde nog in situ is. ☞ Er wordt zo weinig mogelijk met de sonde gemanipuleerd.
'Totaal' wil zeggen dat de voeding alle noodzakelijke voedingsbestanddelen bevat: suikers (koolhydraten), eiwitten (aminozuren), vetten, vitamines en sporenelementen (zoals bijv. koper en lood). Dit alles is opgelost in een hoeveelheid vocht van gemiddeld 2 liter. Meestal wordt TPV in het ziekenhuis toegediend.
Een periode waarin uw kind geen verpleegkundige en medische zorg meer nodig heeft en naar huis mag. Zolang uw kind niet in staat is om zelf voldoende voeding tot zich te nemen, is sondevoeding thuis nodig.