De bruine draad is de fasedraad en zorgt voor de stroomtoevoer. Hier staat altijd spanning op. De blauwe draad zorgt voor de afvoer van stroom.
Omdat de nuldraad elektriciteit terugleidt staat deze onder spanning, het is daarom belangrijk dat je de draad niet aanraakt, tenzij de stroom eraf is gehaald natuurlijk.
De bruine (of zwarte) fasedraad sluit je aan op ingang 'L1'. De blauwe nuldraad plaats je in de opening waar 'L2' bij staat. Er zijn nu nog twee opening over in het midden van de schakelaar. Deze zijn bedoeld voor de draden die naar de lamp of het elektrische apparaat lopen.
De schakeldraad is zwart, deze wordt gebruikt om stroom vanaf een wandschakelaar naar het armatuur (de lamp). Sluit de zwarte draad aan op de bruine draad aan.
De fasedraad is een elektriciteitsdraad met een bruin omhulsel die zorgt voor de toevoer van stroom naar elektrische apparaten. De spanning die een fasedraad voert, bedraagt 230 volt. Samen zorgen de fasedraad en de nuldraad voor het transport van stroom naar elektrische apparaten en vanaf elektrische apparaten.
Bruin of zwart maakt niet uit. Ze mogen aan elkaar.
Geel/groen: Aardedraad dat zorgt voor ontlading en afvoer van spanning. Bruin: Fasedraad (aanvoerdraad van de stroom) Blauw: Nuldraad (afvoerdraad van de stroom) Zwart: Schakeldraad om schakelaars mee te bedienen.
Specialist Elektra
Voor de werking maakt het niets uit. Maar de nul zit normaal op de schroefdraad van de fitting en de spanning op de stift, dit voorkomt dat je bij uitdraaien van een lamp onder spanning kan komen. Een aardlek kan altijd weigeren!
Fasedraad wordt met de letter 'L' aangeduid dat staat voor het Engelse woord 'live'. Er worden ook wel drie fasedraden gebruikt. Dan is de aanduiding L1, L2, L3 voor de verschillende schakeldraden. De afkorting 'N' staat voor het Engelse woord 'neutral'.
De nuldraad wordt ook wel nulleider genoemd. Het is een elektriciteitsdraad met een blauw omhulsel die zorgt voor de afvoer van stroom van elektrische apparaten. Vaak is de nuldraad elektrisch gekoppeld met de aarde en voert de nuldraad nauwelijks spanning ten opzichte van de aarde.
Er wordt vaak expliciet vermeld dat de rode kabel op de plus polen moet en de zwarte op de min polen. Maar waarom is dat zo? Beide kabels zien er (los van het kleurverschil) hetzelfde uit en het draad is in beide gevallen even dik.
Een éénpolige schakelaar beschikt over 2 aansluitingen; 1 fasedraad en 1 schakeldraad. Bij deze schakeling wordt alleen de schakeldraad onderbroken. In dit geval loopt de schakeldraad naar de lamp, de draad wordt dan ook wel lampendraad (L) genoemd. De nul- en aardedraad wordt rechtstreeks met het lichtpunt verbonden.
De bruine en blauwe draad kunt u zowel links als rechts aansluiten. Het is alleen wel van belang dat zowel de ingaande als uitgaande kabels van dezelfde kleur maar aan één kant zitten.
Als de stroom hoger is kunnen er brandwonden ontstaan en als de stroom via het hart loopt bestaat het risico op elektrocutie. Een elektrische schok kan door statische elektriciteit of dynamische elektriciteit worden veroorzaakt.
De nuldraad (blauw) gaat alleen naar de lamp omdat deze bij de schakelaar niet nodig is. De lamp verbruikt namelijk elektriciteit en niet de schakelaar. In een domoticasysteem is elk onderdeel actief en gebruikt dus elektriciteit. Dus dan heb je een bruine + blauwe draad nodig.
Elektrische draadversperring
Schrikdraad is niet dodelijk maar bij aanraking alleen onaangenaam. Een afscheiding onder een dodelijke elektrische spanning komt echter ook voor.
Fasedraad = deze was vroeger groen en is tegenwoordig bruin. Nuldraad = deze was vroeger rood en is tegenwoordig blauw. Aardedraad = deze was vroeger grijs en is tegenwoordig geel/groen. De zwarte schakeldraad en de blanke draad zijn gelijk gebleven.
Schakeldraad. De schakeldraad is zwart van kleur. De schakeldraad komt altijd na een schakelaar en is als het ware een verlengde van de fasedraad die richting het plafond (de lamp) gaat. Op de schakeldraad staat alleen spanning als de schakelaar waar de schakeldraad op aangesloten zit, ook daadwerkelijk aan staat.
Met een 2-polige lasklem kunt u twee draden verbinden. Met een 3-polige lasklem kunt u 3 stroomdraden verbinden of een bestaande draad splitsen. Om te testen of alles goed zit zijn er twee manieren, namelijk de groep weer inschakelen of een spanningsmeter gebruiken in het gaatje van de lasklem.
Blauw = Nuldraad Bruin = Fasedraad Zwart = Schakeldraad Geel/groen = Aarde draad. Zoals u kunt zien op het plaatje gaat de bruine draad naar de schakelaar en naar het stopcontact. De blauwe gaat naar de lamp en naar het stopcontact. De zwarte is de schakeldraad tussen de schakelaar en de lamp.
Een blauw stroomdraad noemt men ook wel de nuldraad. Een andere benaming voor de stroomdraad is mindraad. Waar op een bruin stroomdraad altijd spanning staat, geldt voor een nuldraad het tegenovergestelde: op deze stroomkabel staat geen spanning. De blauwe stroomdraad zorgt voor de afvoer van stroom uit uw woning.
De fasedraad kan ook grijs zijn, dan is het een driefasige installatie. De zwarte schakeldraad zorgt vanaf de schakelaar voor de stroomtoevoer van het apparaat. Blauw, de nuldraad, is de draad die over het algemeen elektrisch gekoppeld is met de aarde.
Fasedraad (bruin)
Fasedraad is te herkennen aan de bruine kleur en heeft als functie de stroomtoevoer. Dit betekent dat er op bruine stroomdraden altijd 230V spanning staan. Fasedraad wordt ook wel plusdraad genoemd. Naast de bruine kleur heeft dit stroomdraad als symbool de L.
Witte en grijze draden worden normaal gesproken gebruikt als neutrale geleiders. De nationale elektrische code van 2011 vereiste een nulleider in elke schakelkast om nieuwe apparaten zoals bewegingssensoren, aanwezigheidssensoren, domotica-schakelaars en dimmers te kunnen plaatsen.
Kleur van de Nuldraad
Wanneer een apparaat stroom ontvangt vanuit de fasedraad wordt de stroom teruggeleid door de nuldraad. In oude installaties is deze draad rood.