Veel zoogdieren lijken in eerste instantie te profiteren van vergrassing omdat ze er dekking en voedsel vinden. Voor reeën werkt dat bijvoorbeeld goed. Soorten als das, bever, steenmarter en otter nemen in aantallen toe omdat ze goed beschermd worden.
Vooral vogels, reptielen, vlinders en andere insecten hebben te lijden onder de teruglopende biodiversiteit. Het stikstof zorgt ervoor dat bepaalde planten niet meer kunnen groeien. Daardoor hebben insecten onvoldoende te eten, en worden ook dieren die insecten eten, de dupe.
Stikstof is een belangrijk bestandsdeel van bijvoorbeeld eiwitten en DNA, dus een noodzakelijk element voor al het leven op aarde. De lucht om ons heen bestaat voor 79% uit stikstofgas (N2), maar in die vorm is stikstof niet bruikbaar voor veel organismen, zoals mensen en dieren.
Stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) zijn schadelijk voor de natuur als er te veel van in de bodem of het water terechtkomt. Planten als bramen, brandnetels en gras gaan er harder door groeien en overwoekeren andere planten. Daardoor verdwijnen ook insecten, vlinders en vogels.
Planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen, groeien extra hard. Zo verdringen ze kwetsbare planten. Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mensen en de natuur.
In Nederland stoot de landbouw volgens het RIVM al decennia de meeste stikstof uit, gevolgd door industrie en verkeer.
Vlinderbloemige planten, zoals klaver, bonen, erwten, luzerne en lathyrus, kunnen stikstof uit de lucht halen. Daardoor kunnen ze goed groeien waar andere planten een tekort aan stikstof hebben. In je moestuin hoef je peulvruchten geen stikstofrijke bemesting te geven – geen stalmest, wel bv. wat compost.
Bomen en planten hebben stikstof nodig om te groeien. Nu is het zo dat er te veel stikstof in de lucht zit. Dat is normaliter geen probleem want bomen en planten nemen dit op en verwerken het. Méér stikstof betekent snellere groei en ondergroei (van snelle groeiers zoals brandnetel, of grassen).
NOORDWIJKERHOUT – In een kas in Noordwijkerhout is een ontdekking gedaan die Nederland mogelijk van het stikstofprobleem af kan helpen. Er is een plant ontdekt, een soort mammoetgras, waarvan één hectare zes keer meer stikstof opneemt dan een hectare bos.
Moestuinplanten die van wat extra stikstof houden zijn planten waarvan je het blad eet of die veel blad of een grote plant maken. Voorbeelden zijn sla en andijvie, spinazie, snijbiet, prei, de meeste koolgewassen, en maïs.
Varkens en kippen stoten van het landbouw-deel respectievelijk 17 en 9 procent uit. Veruit het grootste deel, 57 procent, komt voor rekening van koeien. De 184 miljoen kilo stikstof uitgestoten is opgebouwd uit 132 miljoen kilo ammoniak en 246 miljoen kilo stikstofoxiden.
"Als het over absolute aantallen gaat, is China veruit koploper in de stikstofuitstoot", zegt hoogleraar Wim de Vries (Universiteit Wageningen). "In delen van het land stoten ze zelfs per hectare veel meer uit dan wij, maar gemiddeld over het hele land is het minder."
Door te veel stikstof wordt de grond zuurder.
Als er meer stikstof in de grond komt wordt de bodem zuurder. De structuur van de bodem verandert en er komen bijvoorbeeld giftige metalen los. Door regen komen deze giftige stoffen in de sloten terecht. De planten en dieren die in deze sloten leven gaan dan dood.
Stikstof is van vitaal belang, net als zuurstof, water of koolstof. Zonder stikstof zouden er geen cellen zijn, geen leven. Omdat het element essentieel is voor de opbouw van eiwitten.
In Nederland is dat al decennia aan de hand: de opeenstapeling van stikstof in de bodem is schadelijk. Planten die goed gedijen op stikstofrijke grond krijgen de overhand en verdringen andere soorten. Daardoor neemt de biodiversiteit af, en dat werkt door in de hele keten.
Voor het opnemen van stikstofoxiden en ozon is de gaswisseling van de blade- ren bepalend. Daarbij zijn loofbomen effectiever dan naaldbomen, en loofbo- men met grote gladde bladeren effectiever dan bomen met behaard of plak- kerig blad. Ook hierbij geldt dat hoe groter het bladoppervlak is, hoe groter de opname.
Het element stikstof komt in allerlei vormen voor. Niet-schadelijke vormen, zoals de gasvormige stikstof in de lucht en stikstof in de vorm van eiwit. Deze zijn zelfs heel belangrijk voor de mens.
Bananenschillen verbeteren de bodem en voegen stoffen toe als kalium, fosfaat, natrium en magnesium. Schillen in hun geheel hebben veel tijd nodig om af te breken, dus u kunt ze het beste in kleine stukjes snijden of ze door de tuinaarde vermalen.
Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mens en milieu. Maar er zijn ook verbindingen van stikstof in de lucht die wel schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu. Dit zijn stikstofoxiden (NOx, een verbinding van stikstof en zuurstof) en ammoniak (NH3, een verbinding van stikstof en waterstof).
Voor het wegvangen van gasvormige verontreinigingen, zoals stikstof (NOx) en ozon (O3) zijn juist loofbomen het meest geschikt. De gassen worden via de huidmondjes in het blad opgenomen, om door stofwisselingsprocessen in het blad te worden verwerkt. Door het bredere bladoppervlak zijn loofbomen hiervoor effectiever.
Maar ook de Hollandse eik is de dupe van te veel stikstof. “Eikensterfte: vooral in bossen op zandgronden doet onze inheemse zomereik het slecht. We zien steeds meer boomkronen met weinig bladeren, veel dode bomen. Er is discussie over de oorzaken, maar neerslag van ammoniak uit mest draagt zeker bij.”
Stikstofoxiden en ammoniak reageren met andere deeltjes waardoor er fijnstof wordt gevormd. Dit fijnstof kan mijlenver met de wind meegevoerd worden voordat het ergens neerkomt. Een deel waait de grens over maar het kan ook in Nederland in het water of de bodem terecht komen.
Als bepaalde onkruidsoorten overheersen betekent dit dat uw bodem over de ideale groeicondities beschikt voor deze planten. Sommige soorten groeien vooral op een zure bodem, andere hebben een alkalische grond nodig of hebben behoefte aan voldoende vruchtbare grond, of houden van een bodem met een goede structuur.
Paardenbloemen zijn indicatoren voor een calciumtekort in de bovenste laag van de bodem. Ze halen met hun lange penwortels calcium naar boven en slaan dit op in de bovengrondse delen.
Alle onkruiden met een penwortel zoals distels, biggenkruid, ridderzuring en heermoes (paardenstaart) wijzen op een slechte bodemstructuur. Zorg ervoor dat je de bodem bijvoorbeeld belucht met een woelvork (grelinette) of een riek en daarna jaarlijks voorziet van compost en voedingsstoffen.