Dieren die zich ongeslachtelijk voortplanten via fragmentatie zijn onder meer platwormen, zeesterren, bloemdieren en veel ringwormen, waaronder polychaeten en sommige oligochaeten. Bij zeesterren wordt fragmentatie vaak aangeduid met de term fissipariteit.
De Indische wandelende tak, sommige kevers, beerdiertjes en vele bladluizen, maar ook sommige hagedissen, salamanders en slangen zijn voorbeelden van soorten met maagdelijke voortplanting. Ook bij de komodovaraan schijnt sprake te zijn van parthenogenese en bij de haai is dit waargenomen.
Er zijn echter veel organismen die zich niet voortplanten. Bijvoorbeeld: muilezels, werkbijen, onvruchtbare menselijke koppels , etc. Voortplanting kan dus geen allesomvattend bepalend kenmerk zijn van levende organismen.
Nooit levensvatbaar
"Een dier en een mens liggen te ver van elkaar vandaan. De eitjes herkennen elkaar simpelweg niet." In een laboratorische setting zou het, volgens Curfs, mogelijk zijn om door dat schilletje te komen en een zaadcel dus in een eicel te krijgen.
Toch kan het niet gebeuren dat een eicel van een mens ook daadwerkelijk wordt bevrucht door die van een dier. Daar heeft de natuur voor gezorgd. Om de eicel zit namelijk een soort schilletje, en alleen een spermacel van hetzelfde diersoort kan door dat schilletje heen.
“Chimpansees hebben 48 chromosomen: 23 paar autosomen en één paar geslachtschromosomen. Als een eicel van een vrouw zou fuseren met een zaadcel van een chimpansee, dan blijft er bij de eerstvolgende celdeling een chromosoom over. Dat kan niet, en als gevolg daarvan zal het bevruchte eitje afsterven.”
Van zo'n tachtig gewervelde diersoorten (op een totaal van ongeveer 70 duizend beschreven soorten) is bekend dat ze zich in bepaalde gevallen zonder partner kunnen voortplanten. Het gaat daarbij vooral om reptielen (slangensoorten en hagedissen) en om bepaalde kraakbeenvissen (haaien, zaagvissen en roggen).
Bij zoogdieren hebben mannetjes XY-geslachtschromosomen , waardoor mannelijke ‘ligers’ en ‘tigons’ (nakomelingen van tijgers en leeuwen) onvruchtbaar zijn, terwijl vrouwtjes, die twee X-chromosomen hebben, doorgaans vruchtbaarder zijn.
Dat blijkt onderzoek van de Universiteit van Sydney, meldt de wetenschapssite Phys.org. Zeepaardjes zijn de enige diersoort waarbij het mannetje verantwoordelijk is voor de zwangerschap.
Het is zeer onwaarschijnlijk dat een koe en een hert succesvol kunnen kruisen. Hoewel ze beide tot de orde van de evenhoevigen behoren, zijn ze genetisch te verschillend. Koeien behoren tot de familie van de holhoornigen, terwijl herten tot de familie van de hertachtigen behoren.
De mannelijke lijgers en tigons zijn onvruchtbaar. In het wild zullen ze zelden voorkomen omdat het leefgebied van een leeuw en een tijger alleen in een heel klein gebied in India overlappen. En een solitaire tijgers zal niet snel in contact komen met een groep leeuwen. Een zebra en een ezel maakt een zezel.
Een hybride wolf is een dier dat voortkomt uit recentere kruisingen tussen honden en wolven. De kans dat een hond en een wolf kruisen is vooral groter in landen met veel loslopende zwerfhonden, maar ook in Duitsland zijn in de afgelopen decennia enkele hybride wolven aangetroffen.
De goudhamster heeft van de zoogdieren de kortste draagtijd, namelijk 16-18 dagen. Van de grotere dieren hebben alleen de buideldieren een nog kortere draagtijd, maar daar blijft het jonge diertje nog lang in de buidel van de moeder totdat het volgroeid is.
Parthenogenese komt van nature voor bij sommige planten, algen, ongewervelde diersoorten (waaronder rondwormen, sommige beerdiertjes, watervlooien, sommige schorpioenen, bladluizen, sommige mijten, sommige bijen, sommige Phasmatodea en parasitaire wespen ) en enkele gewervelde dieren, zoals sommige vissen, amfibieën en reptielen.
Maagdelijke voortplanting, of parthenogenese, komt voor bij verschillende soorten in het dierenrijk. Het verschijnsel is bekend bij sommige insecten (kevers en bladluizen), reptielen (hagedissen en slangen) en vissen (onder andere haaien). De nakomelingen van de maagdelijke voortplanting zijn bijna altijd wijfjes.
Hoewel ze elkaar zelden in het wild ontmoeten, zijn leeuwen en tijgers nog steeds zo nauw verwant dat ze in staat zijn om te kruisen, en in gevangenschap doen ze dat af en toe . Maar succesvolle kruising is de sleutel, en de hybride nakomelingen zijn meestal onvruchtbaar en kortlevend.
Hoewel sommige hybride paringen resulteren in vruchtbare nakomelingen , kunnen kruisingen zich meestal niet voortplanten. De oudersoort heeft mogelijk niet dezelfde genetische samenstelling, wat betekent dat de chromosomen van de nakomelingen mogelijk niet overeenkomen, waardoor ze onvruchtbaar worden.
De draagtijd van een leeuwin is ongeveer 3,5 maand. Als de jongen geboren gaan worden, zoekt de leeuwin een rustig plekje op, weg van de groep. Meestal worden er één tot zes welpen geboren.
Wat de onderzoekers van het Amerikaanse Salk Instituut nu hebben bereikt is geen kruising tussen een mens en een dier, maar een dier met stukjes mensenweefsel of -organen.
Wetenschappers hebben ontdekt dat een krokodil haarzelf zwanger heeft gemaakt. Het vrouwtje creëerde een embryo die genetisch gezien voor 99,9 procent identiek was aan haarzelf. Maagdelijke voortplanting, waarvan de wetenschappelijke naam parthenogenese luidt, komt in het dierenrijk vaker voor.
Gewervelde dieren zoals honden, katten, vissen en vogels hebben bijvoorbeeld hersenen, maar ook krabben, insecten, ringwormen en inktvissen. Maar een paar dieren, zoals sponzen en anemonen, hebben geen hersenen.
Of zijn apen net mensen? Dat we veel op elkaar lijken is wel duidelijk. Dat ons DNA voor maar liefst 99% hetzelfde is als dat van de chimpansee, weten we ook. Wetenschappers leren steeds meer over het ontstaan van de mens.
Onze chemische basis verschilt niet van die van andere organismen op aarde. Mensen delen ongeveer 60% van hun DNA met een banaan, 80% ervan met een muis en 96% met een chimpansee.