Op 1 juni begint de meteorologische zomer en die duurt tot en met 31 augustus. Lees alles over het Nederlandse klimaat in de zomer. De astronomische zomer begint vaak op 21 juni. Sterrenkundigen houden namelijk het moment aan waarop de zon vanaf de aarde gezien haar meest noordelijke positie bereikt.
Astronomische zomer
De zon gaat dan door het zomerpunt, de zon bereikt die dag de hoogste stand boven de horizon en de dag duurt het langst. De zomer eindigt met de herfst-equinox (rond 23 september op het noordelijk halfrond en 20 maart op het zuidelijk halfrond).
Voor de weerkundigen begint de herfst op 1 september.Op 23 september begint de astronomische herfst. Rond 23 september staat de zon precies boven de evenaar waardoor dag en nacht overal op aarde even lang duren. Daarom begint de herfst meestal op 22 of 23 september.
Het meteorologische seizoen, ofwel het weerkundige seizoen start daarom altijd op de 1e van de maand. Zo start de lente op 1 maart, de zomer op 1 juni, de herfst op 1 september en de winter op 1 december.
Voor de zomer wordt gekeken naar de langste dag van het jaar. Op ons halfrond is dat 21 juni. Dit is dan ook het moment waarop de zomer officieel begint. De zomer eindigt vervolgens op 23 september met de herfstequinox.
De gebruikelijke vier meteorologische seizoenen zijn de winter: december-januari-februari, de lente: maart-april-mei, de zomer: juni-juli-augustus, en de herfst: september-oktober-november.
Rond 21 december begint de winter volgens de astronomische kalender. Voor meteorologen en klimatologen is de winter al op 1 december begonnen en duurt het seizoen precies drie kalendermaanden.
Meteorologische seizoenen
Elk seizoen duurt precies drie maanden. Op die manier zijn seizoenen makkelijker te vergelijken en kan er ook met de data makkelijker gerekend worden. Ideaal voor bijvoorbeeld klimatologen. De meteorologische herfst begint op 1 september, de winter op 1 december en de lente op 1 maart.
Een seizoen of jaargetijde is een jaarlijks terugkerende periode van 3 maanden. Het tropisch jaar van de aarde is ingedeeld in 4 jaargetijden: lente, zomer, herfst en winter. Overigens vallen deze jaargetijden vooral in de gematigde tot hogere breedten samen met duidelijk te onderscheiden klimatologische periodes.
De weerkundige seizoenen worden anders gedefinieerd. In het noordelijk halfrond duren lente en zomer dus langer dan herfst en winter. Je kan het ook anders uitrekenen, door op zoek te gaan naar het totaal aantal uren daglicht per jaar voor verschillende locaties.
Bepaling. De meteorologische winter kan op twee verschillende manieren gedefinieerd worden. Een veel gehoorde definitie van de meteorologische winter is die van de maanden december, januari en februari op het noordelijk halfrond en juni, juli en augustus op het zuidelijk halfrond.
Zeer warme start van de herfst
De meteorologische herfst begint op 1 september.
Eens in de vier jaar duurt het jaar een dagje langer. Het startpunt van de astronomische is altijd rond 21, 22 of 23 september. In 2023 begint de astronomische herfst op 23 september.
Je had er misschien al wel maanden naar uitgekeken: de zomer van 2023.
Zomer weersverwachting 2024
De kans op een vrij warme zomer met een bovengemiddeld aantal zonuren lijkt ook dit jaar groot. Net als in de lente lijken lagedrukgebieden vanaf de oceaan geregeld over ons deel van Europa te schuiven, met neerslag. Een landelijke hittegolf is ook tegenwoordig nog steeds geen zekerheid.
Vanaf dat moment stijgt het kwik en kunnen we temperaturen rond de 25, en wellicht tot wel 30 graden verwachten! Volgens Weeronline wordt het in de tweede helft van augustus niet helemaal droog, maar wél zonniger en een stuk minder wisselvallig.
De seizoensverschillen komen voort uit de schuine stand van de as waar de aarde om draait. Hierdoor komt de zon op het noordelijk halfrond in de zomer hoger boven de horizon dan in de winter. De zon schijnt daardoor in de zomer langer dan in de lente, herfst en winter.
De seizoenen hangen in feite af van de positie van de Aarde ten opzichte van de Zon in die bepaalde maand van het jaar. Bij ons, en in onze buurlanden, zijn er vier seizoenen: Afhankelijk van het seizoen, staat de Zon hoger of lager aan de hemel en komt er op Aarde meer of minder warmte of regen terecht.
Meestal begint de winter op 21 december, maar het komt ook voor dat het laatste seizoen van het jaar op de 20e of 22e haar intrede doet. Dat is in 2023 geval, wanneer de astrologische winter op 22 december begint. Dit is ook gelijk de kortste dag van het jaar.
Maar er is nog een tweede reden waarom het in de winter zo afkoelt: de dagen zijn veel korter! Dat de dagen in de zomer veel langer duren dan in de winter komt doordat de zon hoger aan de hemel komt te staan. Daardoor duurt het ook langer om van het oosten (zonsopkomst) naar het westen (zonsondergang) te komen.
De oorzaak voor de wisseling van de seizoenen is de schuine stand van de aarde. De aarde draait niet alleen om de zon, maar ook om zijn eigen as, die circa 23,5 graden helt ten opzichte van de zon.
Januari, de tweede maand van de meteorologische winter, is gemiddeld gezien de koudste maand van het jaar. De maandgemiddelden van de maximumtemperatuur liggen, naargelang van de plaats, tussen 0 en 6°C en die van de minimumtemperatuur tussen –5 en 1°C.
Het is de 'kortste' dag van het jaar 2023. En hoewel de donkerte niet voor iedereen prettig is, doet deze dag ons toch goed. Bij de 'donkerste dag van het jaar' denk je misschien niet direct aan iets positiefs. Vrijdag 22 december is dit jaar officieel de dag met de minste zonuren.
Bepaling. Het begin en einde van de lente (20 of 21 maart - 20 of 21 juni) is bepaald op basis van een afspraak. Astronomisch gezien begint de lente als de dag en de nacht even lang zijn. Deze lentenachtevening treedt op rond 20 maart op het noordelijk halfrond en rond 23 september op het zuidelijk halfrond.