De Cito-toets meet namelijk geen intelligentie, maar schoolse ontwikkeling (rekenen, taal, informatieverwerking).
Wat betekent een B Score op een Cito-toets? Een B score betekent dat een kind 'ruim boven tot net boven het landelijk gemiddelde' scoort op een Cito-toets uit het Cito volgsysteem. Dit is 25% van alle leerlingen in hetzelfde leerjaar ofwel dezelfde groep.
Voor de maximale score van 550 moest een leerling 20 fouten of minder maken (van in totaal 220 taal- en rekenopgaven). Bij deze score adviseren scholen het vwo-niveau. Deze leerlingen scoren dan een A+ score of een I+ score.
Vijf leerlingen haalden de maximale score van 550. Zij hadden álles goed! Dat lukte vorig jaar niemand. De meeste leerlingen haalden dit jaar een vmbo-t- of havo-niveau op de Cito-toets.
Iedere letter geeft een bepaald resultaat aan, waarbij geldt, dat A het hoogste niveau is en E het laagste niveau. Niveau B: gemiddeld tot goed (volgende 25%); percentiel 51 t/m 75. Niveau C: zwak tot gemiddeld (volgende 25%); percentiel 26 t/m 50.
De scores voor begrijpend lezen en rekenen tellen het zwaarst mee voor het schooladvies. Dit omdat begrijpend lezen bij de meeste vakken in het voortgezet onderwijs belangrijk is en omdat rekenen de basis is van wiskunde, maar ook belangrijk is bij de andere bètavakken.
Een advies voor het voortgezet onderwijs kan enkelvoudig zijn: vmbo-b, vmbo-k, vmbo-gt, havo, vwo; of dubbel, met twee aan elkaar grenzende schooladviezen: vmbo-b/k, vmbo-k/gt, vmbo-gt/havo, havo/vwo. Een advies dat uit meer dan twee niveaus bestaat is niet toegestaan.
Iedere leerling die de Centrale Eindtoets heeft gemaakt, krijgt een standaardscore op een schaal van 501 tot en met 550. Op basis hiervan krijgen de leerlingen het best passende brugklastype geadviseerd. Dit jaar behaalden de leerlingen gemiddeld een standaardscore van 535,2.
Plaatsing in een gymnasiumbrugklas gebeurt alleen op wens van de ouders/leerling, anders wordt geplaatst in een atheneum/havo brugklas. Citoscore 545 <> 547, schooladvies: twijfel gymnasium.
De score ligt op een schaal van 501 tot en met 550. Heeft een leerling veel vragen goed beantwoord, dan is de standaardscore hoog. En heeft hij veel vragen fout beantwoord, dan is de standaardscore laag. Leerlingen scoren gemiddeld 535 op de Centrale Eindtoets.
Niveau I: 4,21 – 5,0. Niveau II: 3,41 – 4,20. Niveau III: 2,61 – 3,40. Niveau IV: 1,68 – 2,60.
Het belangrijkste verschil tussen basis- en kaderberoepsgericht is het niveau waarop de lesstof wordt aangeboden. Met de basisberoepsgerichte leerweg kun je naar niveau 2 van het mbo. De kaderberoepsgerichte leerweg geeft je toegang tot niveau 3 of 4 van het mbo.
Dat zijn scores binnen een bepaalde bandbreedte: een Cito-score van 545 tot 550 betekent bijvoorbeeld een vwo-advies.
De Cito-toets Begrijpend lezen is er vanaf eind groep 3. De meeste kinderen hebben dan het technisch leesniveau behaald waarbij ze op eind groep 3 niveau lezen.
De uitslag van de Cito-toetsen groep 6
Na de Cito-afnames krijgt je kind een rapport waarop je kunt lezen hoe je kind het heeft gedaan. Vaak is er op basis van dat rapport ook een oudergesprek op school met de leerkracht van je kind. In groep 6 kun je al een goede vergelijking maken met de vorige scores van je kind.
RTL Nieuws heeft op basis van de methodiek die voor het landelijke beeld gebruikt is de cijfers per school berekend. Aan elk schoolniveau is een cijfer gegeven. Het gemiddelde cijfer in Nederland was afgelopen schooljaar een 7,79, dit staat gelijk aan een vmbo/havo advies.
Standaardscore. Iedere leerling die de Centrale Eindtoets heeft gemaakt, krijgt een standaardscore op een schaal van 501 tot en met 550. Op basis hiervan krijgen de leerlingen het best passende brugklastype geadviseerd. Dit jaar behaalden de leerlingen gemiddeld een standaardscore van 535,0.
Op de Cito-toets kunnen kinderen een score halen tussen de 500 en de 550. Dit percentiel geeft aan welk type brugklas het beste geschikt is. Het advies havo komt overeen met een percentiel van tussen de 538 en 541. Dit is een puur havo advies.
De score op de Cito Eindtoets
De resultaten van toetsen die het kind maakte in groep 8. De resultaten uit het leerlingvolgsysteem. Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerling. Eigenschappen van de leerling, bijvoorbeeld werkhouding, taakgerichtheid en motivatie.
Als je aan het einde van groep 8 referentieniveau 1F hebt bereikt, dan beheers je taal en rekenen voldoende. Als je referentieniveau 1S of 2F hebt bereikt, dan beheers je taal en rekenen zelfs nog beter.