Een vuistregel voor het bepalen van de voorboordiameter bij inwendig schroefdraad tappen is de diameter van de draad minus de spoed. Voorbeeld: Schroefdraad M16 heeft standaard een spoed van 2,0 mm, dus de voorboordiameter is dan 16 - 2 = 14,0 mm.
Voorbeeld: wil je schroefdraad M8 tappen dan moet je een gat boren van 6,8 mm. Machine tappen zijn geschikt om in een boormachine of speciale tapmachine te gebruiken.
Heeft u bijvoorbeeld een slotbout van m10 dik, gebruik dan een 11 mm boor voor het voorboren.
Normaal gesproken kun je als vuistregel aanhouden dat wanneer je een gat moet boren dat groter is dan 8 millimeter, je voorboort met een boortje van 4 millimeter. Je plaatst daarom eerst het kleinere boortje in je boormachine en boort in het materiaal. Doe dit niet dieper dan de uiteindelijke schroef / plug lang is.
Dit zijn een voorsnijder (1e tap), een midden-snijder (2e tap) en een na-snijder (3e tap). Door ze achter elkaar te gebruiken, maakt de derde de beoogde schroefdraad. De tapvolgorde wordt vaak aangegeven op de schacht door één, twee of drie ringen als merkteken.
M4 voorboren doe je als je te maken hebt met een minimale plaatdikte van 1,4 millimeter en de diameter van de boor 3,3 millimeter is. Voor M5 voorboren geldt een minimale plaatdikte van 1,6 millimeter en een boor diameter van 4,2 millimeter.
Dat is een vaak voorkomende vraag. Een vuistregel voor het bepalen van de voorboordiameter bij inwendig schroefdraad tappen is de diameter van de draad minus de spoed. Voorbeeld: Schroefdraad M16 heeft standaard een spoed van 2,0 mm, dus de voorboordiameter is dan 16 - 2 = 14,0 mm.
Voor metrische (M) en metrisch fijne schroefdraad (MF) is er een gemakkelijke vuistregel. Namelijk de nominale maat van de schroefdraad dient verminderd te worden met de spoed. Dus bij een M6 schroefdraad die een spoed heeft van 1 mm zal de voorboordiameter worden 6-1=5 mm.
Bij handtappen wordt de tap gespannen in een wringijzer wat dhet vierkant omspant. Bij machinetappen wordt het vierkant vooral gebruikt om de roterende kracht over te brengen op de tap.
Voordelen van fijne schroefdraad
Fijne schroefdraad is makkelijker te tappen in harde materialen en dunwandige buizen. Fijne schroefdraden hebben minder koppel nodig voor gelijkwaardige boutvoorspanningen. Fijne schroefdraden hebben minder de neiging om los te raken omdat de draadhelling kleiner is.
Gebruik een schuifmaat om de diameter om de 1e, 4e en laatste volle draadgang op te meten. Als de diameter bij de een buitendraad oploopt, of bij een binnendraad afloopt, is er sprake van een conische draad. Als de diameter op de verschillende meetpunten gelijk is spreken we van een rechte draad.
Veel mensen weten wel hoe ze moeten boren, maar vragen zich regelmatig af: wanneer moet ik voorboren? In principe geldt altijd dat wanneer u een gat moet boren dat een diameter heeft die groter is dan 8 mm, u altijd eerst moet voorboren met een boortje van 4 mm.
Door voor te boren beperk je de kans op scheuren aanzienlijk. Je maakt als het ware plaats voor de schroef of het grotere gat, waardoor het materiaal minder snel zal barsten. Voorboren gebeurt standaard met een kleinere diameter dan het uiteindelijke gat.
Niet in elk soort beton of steen kan namelijk dezelfde boor gebruikt worden. Boor je in beton, gebruik dan niets anders dan een echte boorhamer. Voor boren in steen kun je zowel een klopboormachine als een boorhamer gebruiken.
Standaard boorgaten zijn 9 mm.
De maat M10 wil zeggen dat u de verzinkte keilbout bevestigt in een voorgeboord gat met een boordiameter van 16mm.