Minder overlast geven de opgaand groeiende sierperen (Pyrus), de grootbladige Catalpa of Cercidiphyllum met zijn mooie ronde kroon.
Er is zelfs een kleinblijvende boom die jaarrond interessant is en maar weinig onderhoud nodig heeft: de Amelanchier lamarckii (krentenboompje). In de lente krijg je witte bloesem, in de zomer sierlijke groene blaadjes, bessen en een prachtige herfstverkleuring.
De kleinste walnotenboom is 'Westhof's Dwarf' die in volle grond slechts 4 meter hoog wordt. (In een grote pot of kuip wordt de boom slechts 2 meter hoog.) Er zijn klassieke cultivars van walnoot die na tien jaar een kroon van 4 meter hebben, alleen staan die dan op een stam van pakweg 2 meter.
Ook voor een kleinere voortuin is een zuilvormige boom geschikt, omdat de meeste vormbomen niet heel groot worden; Leibomen: met groenblijvende of bladverliezende leibomen of leifruitbomen groeit er een mooi dicht scherm aan takken, dat een mooie binnenkomer is in de voortuin.
De lindeboom is zonder twijfel een van de populairste leibomen, vandaar dat hij ook wel leilinde wordt genoemd. Er bestaan verschillende soorten lindebomen die geschikt zijn als leiboom. Met een Tilia platyphyllos, Tilia cordata, Tilia tomentosa of Tilia europea 'Palida' zit je altijd goed.
Knip alleen de dode punten weg en laat wel een stukje dood hout zitten. Als de boom toch te groot dreigt te worden, snoei dan midden in de zomer in juni of juli als de boom vol in het blad zit. De wonden gaan nu niet bloeden en overgroeien meteen. Spaar de takken waar de jonge noten aangroeien.
Perzisch ijzerhout (Parrotia persica) Schijnbeuk (Nothofagus antarctica) Sierkers (Prunus x subhirtella 'Autumnalis Rosea') Smalbladige wilg (Salix exigua)
Wanneer je een schaduwterras wilt creëren met dakbomen dan zullen deze bomen over het algemeen in de bestrating komen te staan. Dakplatanen en daklinden kunnen hier goed tegen. De dakplataan Platanus hispanica (gewone plataan) is het meest populair, deze krachtig groeiende boom geeft dan ook snel een mooie parasol.
Heeft u een kleine tuin, kies dan voor kleine bomen. Deze worden niet hoger dan ca. 6 meter.
U kunt u leiboom het beste planten vanaf september, in de herfstmaanden. Met vorst is het niet verstandig om te gaan planten. Graven is praktisch onmogelijk met harde grond en ook voor de wortels is dit niet wenselijk, omdat ze niet door bevroren grond heen kunnen komen.
Leiboom en de erfgrens
Bomen moeten op minimaal twee meter afstand van de grens worden gepland. Voor heesters en hagen die lager zijn dan drie meter, geldt een minimale afstand van 50 centimeter tot de erfgrens.
De meeste leibomen hebben rekken van 150 cm. breed. Deze bomen hebben dus een minimale pootafstand van 1,5 meter. Wij raden echter aan om de ruimte tussen de rekken op 20 cm te houden.
In het zogenaamde Veldwetboek staat dat hoogstammige bomen op 2 meter van de scheiding moeten staan en laagstammige (en levende hagen) op 50 centimeter. Die afstand wordt berekend vanaf de kern van de boom tot aan de scheidingslijn.
Wie heel het jaar door van 100% privacy wil genieten, neemt best een wintergroene schermboom zoals steeneik (Quercus ilex). De erg decoratieve grijsgroene bladeren blijven het jaar rond aan de takken hangen. Doordat een steeneik maar langzaam groeit, heb je er ook weinig onderhoud aan.
Bij het kiezen van een boom moet je rekening houden met de uiteindelijke grootte, de omvang en de lichtdoorlatendheid van de kruin. Andere eigenschappen waar je uit kunt kiezen zijn: bloemen, vruchten, herfstverkleuring of een bepaalde bladkleur.
Het hele jaar privacy en beschutting.
Zeker met de klimaatverandering die steeds meer te merken is kiest u veilig voor een groenblijvende boom als de steeneik. Populair zijn de laurierbomen, de glansmispel, steeneik en de groenblijvende magnolia.