De algemene bevoegdheden van de (G)MR, de OPR en de geledingen bestaan uit drie rechten: het recht op overleg (artikel 6 Wms);het initiatiefrecht (artikel 6 lid 2 Wms);het recht op informatie (artikel 8 Wms).
De drie algemene rechten zijn het recht op overleg, het recht op informatie en het initiatiefrecht. De twee bijzondere rechten zijn het adviesrecht en het instemmingsrecht. Het recht op overleg houdt in dat de MR recht heeft om te overleggen met het bevoegd gezag en het toezichthoudend orgaan van de school.
In het Nederlandse onderwijs is een Medezeggenschapsraad (MR) verplicht. De MR bestaat uit personeel en ouders. Zij beslissen o.a. mee over onderwijsinhoudelijke keuzes en over de besteding van de vrijwillige ouderbijdrage.
De rol van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Is meepraten over het beleid van het schoolbestuur dat voor alle scholen geldt. De leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad zijn ook ouders (en leerlingen in het voortgezet onderwijs) en personeel.
Elke school heeft een medezeggenschapsraad (mr) en op de meeste scholen is ook een ouderraad (or) actief.
Waarom zou u in de MR gaan? Als MR-lid kunt u een positieve bijdrage leveren aan de gang van zaken op de school van uw kind. U bent nauw betrokken bij de school, u kunt meepraten en –beslissen over het beleid, krijgt meer contact met andere ouders, het team en het bestuur en u doet een schat aan ervaring op.
Instemming nodig
De medezeggenschapsraad (MR) wordt volgens de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) altijd betrokken bij nieuw schoolbeleid. Zij heeft namelijk instemmingsrecht. De MR moet in sommige gevallen om instemming worden gevraagd. Zonder instemmen kan beleid niet ontstaan of gewijzigd worden.
Daarin staat dat u tenminste 60 uren voor het lidmaatschap hoort te krijgen als u lid bent van de medezeggenschapsraad of de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Mocht u lid zijn van beide raden dan heeft u recht op tenminste 100 uren.
Medezeggenschap is het uitoefenen van invloed op de (arbeid)omstandigheden, verhoudingen en de onderneming door werknemers of andere betrokken, zoals de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging dat kan binnen een organisatie.
3. Wie mogen er lid worden van de MR? Alle personeelsleden (ook niet-onderwijzend), ouders en leerlingen (in het voortgezet onderwijs) mogen in beginsel lid worden van de MR.
Medezeggenschap betrekt werknemers bij de totstandkoming van besluiten in de organisatie. Zo kunnen werknemers via een medezeggenschapscommissie (MC) invloed uitoefenen op besluitvorming en besluiten.
Als ouder in de mr heb je geen zeggenschap, maar het is wel mogelijk om bepaalde zaken een andere richting in te sturen. In onze mr hebben we bijdragen kunnen leveren aan een pestprotocol, het verkeersplan en de verbouwing. Zo zorg je er dan voor dat de school van je kinderen er nog wat beter voor komt te staan.”
In de medezeggenschapsraad (MR) zitten ouders, personeel en in het voortgezet onderwijs ook leerlingen. De samenstelling wordt bepaald door een verkiezing. De MR vergadert regelmatig. Meestal is de schooldirecteur daarbij, maar dat hoeft niet.
Iedere school heeft verplicht een medezeggenschapsraad. Die bestaat uit een aantal ouders, personeelsleden en op de middelbare school ook leerlingen. De MR denkt mee, praat mee en adviseert over schoolbeleid.
Wat is een medezeggenschapsorgaan? Een medezeggenschapsorgaan is een, al dan niet bij wet ingesteld, zelfstandig orgaan voor inspraak bij een instelling of organisatie. Het is een adviserend orgaan met soms ook wettelijke bevoegdheden.
Instemmingsrecht. Instemmingsrecht houdt in dat het bevoegd gezag de MR moet vragen akkoord te gaan met een voorstel voordat over wordt gegaan tot de implementatie van het voorstel. De MR heeft hier dus het recht een voorstel goed te keuren, maar kan een voorstel ook met inhoudelijke redenen afwijzen.
Voor ondernemingen of organisaties met 50 of meer medewerkers is een ondernemingsraad (OR) verplicht. Heeft een ondernemer meer bedrijven? Dan moet elk bedrijf met minimaal 50 medewerkers een eigen OR hebben.
De Wet op de Ondernemingsraden (afgekort: de WOR) regelt de samenstelling en de totstandkoming van ondernemingsraden. Iedere organisatie met 50 of meer werknemers is verplicht een ondernemingsraad (OR) in te stellen.
De Wet medezeggenschap op scholen (WMS) schrijft voor dat een medezeggenschapsraad (MR) uit ten minste vier leden bestaat (artikel 3 lid 2 WMS), waarvan twee ouderleden (artikel 3 lid 3b1) en twee personeelsleden (artikel 3 lid 3b3).
het aantal lesuren op jaar basis is 1113, lesgerelateerd uren 63 en 132 uur deskundigheidsbevordering ( 10% van 1327uur op basis van 0.8 fte).
Fte betekent fulltime-equivalent. Het is het officiële meetmiddel waarmee de omvang van een functie of de personeelssterkte kan worden uitgedrukt. Eén fte is een volledige werkweek. Een functie van 0,6 fte bijvoorbeeld is – uitgaande van een werkweek van 38 uur – een functie van 0,6 x 38 = 22,8 uur.
Instemmingsrecht ondernemingsraad
De ondernemer moet de OR om instemming vragen voor besluiten over het vaststellen, wijzigen of intrekken van personele regelingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan werktijden, arbeidsomstandigheden, opleidingen, functiebeoordelingen of ziekteverzuim.
Als de MR besluit niet in te stemmen met een bepaald voorstel, kan het bevoegd gezag besluiten de zaak voor te leggen aan de geschillencommissie. Deze commissie doet een bindende uitspraak of het bevoegd gezag ondanks het onthouden van de instemming van de MR het voorgenomen besluit mag gaan uitvoeren.
Het medezeggenschapsreglement wordt opgesteld door het schoolbestuur. Dit reglement wordt vastgesteld nadat twee derde van de MR of gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) instemt.