De MRSA bacterie is ongevoelig voor alle ß-lactam antibiotica zoals flucloxacilline, amoxicilline/clavulaanzuur en cefuroxim. Voor andere groepen antibiotica kunnen ze vaak nog wel gevoelig zijn, zodat er over het algemeen nog wel andere behandelingsopties zijn.
MRSA-dragerschap is meestal van tijdelijke aard, met andere woorden: men raakt de bacterie ook weer vanzelf kwijt. Sommigen krijgen echter infecties als steenpuisten of krentenbaard. In zeldzame gevallen ontstaat bloedvergiftiging, longontsteking of botinfectie.
Omdat de verwekker meestal een stafylokok of streptokok betreft, wordt de voorkeur gegeven aan een smalspectrum-penicilline.
Wat zijn symptomen van een MRSA-infectie? De symptomen kunnen zijn: krentenbaard, furunkel en karbunkel, wondinfectie, mastitis puerperalis en andere abcessen of invasieve infecties. Bij dragerschap kan een MRSA positieve persoon geheel klachten vrij zijn.
Een infectie met de MRSA bacterie kan zeer ernstige en zelfs dodelijke gevolgen hebben. Daarom moet een besmetting altijd voorkomen zien te worden.
De MRSA-bacterie is niet gevaarlijk voor gezonde personen, maar wel voor mensen met een sterk verzwakte gezondheid. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die in het ziekenhuis of verpleeghuis liggen. Zij kunnen aan een besmetting met de MRSA-bacterie overlijden. De bacterie veroorzaakt onder andere huid- en wondontstekingen.
Wat de behandeling tegen MRSA in houdt, is afhankelijk van de plaats waar bij u de bacterie is gevonden. Een behandeling kan bestaan uit het gebruiken van een neuszalf en het wassen met een desinfecterende zeep. Soms krijgt u ook antibiotica.
Driemaal daags brengt u met een wattenstaafje of een vinger mupirocine neuszalf (Bactroban®) aan, vóórin beide neusgaten (binnenkant van de neusvleugels). Eenmaal daags doucht of wast u uw gehele lichaam met de desinfecterende zeepoplossing (Hibiscrub®). Zorg ervoor dat u hiermee ook uw hoofdhaar wast.
De bacterie kan dieper in het lichaam komen en verschillende ziektebeelden veroorzaken, zoals bloedvergiftiging, endocarditis (ontsteking aan de hartkleppen), abcessen, botontsteking, gewrichtsontsteking en longontsteking. Sommige Staphylococcus aureus-bacteriën kunnen giftige stoffen (toxinen) aanmaken.
U blijft in ziekenhuis St Jansdal als MRSA drager of ex-MRSA drager gemarkeerd totdat zeker is dat de bacterie niet meer bij u aanwezig is. Deze periode zal zeker een jaar in beslag nemen.
Als u MRSA-drager bent, verplegen wij u in strikte isolatie. Strikte isolatie betekent dat u op een eenpersoonskamer met een voorkamer (sluis) wordt verpleegd. Het ziekenhuispersoneel trekt, voordat ze uw kamer binnenkomen, in de sluis een neusmondmasker, een muts, handschoenen en een schort aan.
Een gezonde persoon die MRSA bij zich draagt, kan de bacterie ongewild doorgeven aan anderen. Bij mensen met een verminderde weerstand kan de bacterie infecties veroorzaken en zich via de bloedcirculatie verspreiden naar verschillende organen. In het ergste geval kan dat de dood tot gevolg hebben.
Wereldwijd zou er dan elke drie seconden een dode vallen door superbacteriën. Op dit moment overlijden alleen in Europa en de Verenigde Staten meer dan 50.000 mensen per jaar aan infecties door resistente bacteriën, zoals de ziekenhuisbacterie MRSA. Wereldwijd gaat het om een aantal van 700.000 sterfgevallen.
De MRSA screening
Dat betekent dat er met een wattenstokje vocht afgenomen wordt (een uitstrijkje gemaakt) uit uw keel, neus en perineum (gebied voor de anus). Heeft u wonden of andere huidafwijkingen (zoals psoriasis of eczeem) dan worden daar ook uitstrijkjes van gemaakt.
Het afnemen van deze kweekuitstrijken is pijnloos. Het duurt 2 tot 5 dagen voordat we de uitslag van deze uitstrijkjes (kweken)hebben. Als u opgenomen bent, doen we een sneltest, waarbij we binnen 3 uur weten of u MRSA-negatief bent (dan draag u de MRSA-bacterie niet bij u).
Als de behandeling te vroeg stopt vlamt de infectie mogelijk weer op. Het verschilt per antibioticum hoe lang het lichaam erover doet om het te verbruiken. Daarom is er geen vaste regel hoe lang het antibioticum nog in je lichaam blijft. Vaak staat in de bijsluiter van het antibioticum hoe lang de halfwaardetijd is.
Meestal schrijft de arts dan feneticilline, fenoxymethylpenicilline of azitromycine voor. Fenoxymethylpenicilline doodt de streptokok-bacterie. Na inname verspreidt het medicijn zich via het bloed over uw lichaam, onder meer in het slijmvlies van uw keel. Hierdoor bestrijdt het de keelontsteking.
Penicilline-antibiotica werken tegen infecties met bacteriën. Artsen schrijven het voor bij infecties met bacteriën, vooral huidinfecties, zoals ontstoken eczeem, krentenbaard, steenpuisten, gehoorgangontsteking en wondroos.
Besmetting met MRSA vindt vooral plaats door direct huidcontact, vooral via de handen. Soms kan MRSA via huidschilfers of niezen in de lucht komen en kan je het zo inademen. Gelukkig leidt dit bijna nooit tot dragerschap. Als je drager bent van MRSA hoef je niet extra schoon te maken.
Een bacterie is een eencellig micro-organisme. Bacteriën verspreiden zichzelf in een mum van tijd, omdat de cel zichzelf kan delen. Op die manier verspreiden bacteriën zich ook gemakkelijk van mens naar mens. Bacteriën zijn overal en ook in ons lichaam dragen wij miljoenen bacteriën mee.
Medewerkers in de gezondheidszorg lopen een verhoogd risico op dragerschap. Daarnaast lopen werknemers die in contact komen met besmette dieren in de (intensieve) veehouderij (vooral varkenshouderijen, vleeskalverbedrijven en pluimveebedrijven) een verhoogd risico om drager te worden van LA-MRSA.
Het Diakonessenhuis neemt maatregelen om te voorkomen dat MRSA zich verspreidt naar medewerkers en andere patiënten. Besmetting met MRSA kan plaatsvinden via de huid door aanraking en door hoesten of niezen. MRSA kan ook overleven in de omgeving en vanuit daar een verspreiding veroorzaken.
Een intoxicatie met stafylokokken enterotoxines heeft een typische incubatietijd van 2-7 uur, maar soms treden symptomen al 30 minuten na consumptie van een besmet voedingsmiddel op. Een dergelijke vergiftiging wordt gekenmerkt door onder meer braken, misselijkheid, maagkrampen en in sommige gevallen ook diarree.
BRMO -positieve personen zijn besmettelijk. Personen met een infectie zijn in de regel besmettelijker dan personen die drager zijn. BRMO kunnen vooral effectief overgedragen worden bij intensief contact zoals bij slijmvliescontact en contact met uitscheidingsproducten zoals bij wondverzorging en hulp bij toiletgang.