Bloemige aardappelen: bloemige aardappelen zijn losser van structuur en vallen tijdens het koken gemakkelijker uit elkaar. Ze zijn geschikt voor de bereiding van puree, frietjes, soep en soufflés. Hoe meer zetmeel de aardappel bevat, hoe bloemiger deze is. De bekendste soort is Bintje.
Kruimige aardappels zorgen voor zachte friet met knapperige buitenkant. Risico is wel dat de friet uit elkaar valt. Vastkokende aardappels vallen minder snel uit elkaar maar resulteren vaak in slappe friet. Er zijn daarom speciale rassen ontwikkelt speciaal voor het maken van friet: Santana, Innovator en de Agria.
In veel recepten wordt een aardappel toegevoegd aan de ingrediënten. Die is bedoeld om de soep mooi te laten binden. Oftewel: ze wordt er mooi glad van. Laat je de soep nog even opwarmen, dan kan het zetmeel van de aardappel de soep beter binden en indikken.
Vastkokende aardappels: geschikt voor salades, ovenschotels en gerechten waarbij je de aardappel in kleine stukjes snijdt. Vrij vastkokende aardappels: geschikt om te bakken en voor in ovenschotels. Kruimige aardappels: geschikt om te poffen, bakken, pureren en frituren.
Voorbeelden van kruimige aardappelen zijn de rassen Bildtstar, Bintje, Doré, Mozart, Rode Pipo en Santé. Door de wat luchtigere structuur zijn deze rassen ook erg geschikt om friet van te maken.Ook doen ze het goed als puree en als gepofte aardappel.
Bloemige aardappelen: bloemige aardappelen zijn losser van structuur en vallen tijdens het koken gemakkelijker uit elkaar. Ze zijn geschikt voor de bereiding van puree, frietjes, soep en soufflés. Hoe meer zetmeel de aardappel bevat, hoe bloemiger deze is. De bekendste soort is Bintje.
Bloemige soorten zoals Maris Piper en King Edward zijn geweldig om te bakken en te pureren, maar niet om te koken omdat ze de neiging hebben om uit elkaar te vallen. Wasachtige soorten zoals Charlotte of Anya blijven bij elkaar als ze gestoomd of gekookt worden, maar zijn niet goed te pureren.
Zetmeelrijke aardappelen zoals Russet of Idaho aardappelen zijn ideaal om te bakken, te pureren en te frituren . Vastkokende aardappelen zijn het beste om te gebruiken in elk recept waarbij u wilt dat de aardappel zijn vorm behoudt. Voorbeelden zijn Red Bliss, Russian Banana en fingerlings.
Opperdoezer Ronde-aardappels zijn een ware delicatesse en uniek in haar soort: het is één van de zes Nederlandse producten met een beschermde oosprongsbenaming, wat betekent dat ze alleen zo mogen worden genoemd als ze daadwerkelijk uit Opperdoes (Noord-Holland) komen.
Bloemige aardappelen zijn eigenlijk hetzelfde als kruimige aardappelen. De smaak van de aardappelen is wat kruimig en tijdens het koken valt deze makkelijk uiteen.
Eén manier is om ze gewoon in blokjes te snijden en ze aan de soep toe te voegen terwijl deze suddert . Op deze manier koken ze gaar en nemen ze alle heerlijke smaken van de soep op. Een andere manier is om de aardappelen apart te koken en ze tegen het einde aan de soep toe te voegen. Op deze manier blijven ze lekker luchtig en worden ze niet papperig.
Laat een pan soep nooit koken, zo verliest hij zijn smaak. Laat een pan met soep zachtjes pruttelen op een zacht vuurtje. Als je de groenten toevoegt aan de soep, laat ze dan een paar minuten meebakken en voeg daarna pas de bouillon toe. Dit zorgt ervoor dat de groenten nog meer smaken afgeven aan de soep.
Met maïzena (maïszetmeel) of aardappelzetmeel geef je soepen en ook sauzen namelijk extra binding in een handomdraai. Los een deel zetmeel op in een kleine hoeveelheid water tot je een glad papje hebt en voeg dit toe aan je soep om klonters te voorkomen.
De Frieslander is een kruimige, geelbruinige, ovale aardappel die na het koken lichtgeel van kleur wordt. Deze smaakvolle kruimige aardappel is ook zeer geschikt voor stam en puree.
Het is nu wel duidelijk: alleen aardappelen met een hoog zetmeelgehalte kunnen de perfecte frietjes opleveren. Vergeet dus vastkokende aardappelen en ga resoluut voor bloemige variëteiten zoals Bintje, Caesar, Victoria … Er zijn tal van mogelijkheden, al wordt in België vooral het traditionele Bintje gekozen.
Die aardappel heet de Bonnotte de Noirmoutier , maar wordt vaak simpelweg "La Bonnotte" genoemd. Hij wordt alleen verbouwd op het eiland Noirmoutier, voor de westkust van Frankrijk (vandaar de naam).
Bloemige of kruimige aardappelen, ook wel afkokers genoemd, vallen een beetje uit elkaar na het koken omdat ze veel meer zetmeel bevatten. Je kan ze gewoon zo serveren maar bloemige aardappelen lenen zich ook goed voor gepofte patatjes, frieten, gratin, rösti en puree.
Vastkokende aardappelen (bijvoorbeeld Nicola of Charlotte) behouden bij het koken goed hun vorm, bloemige aardappelen (zoals Bintje of Bildtstar) vallen een beetje uit elkaar. Kies liever niet voor té bloemige aardappelen zoals pureeaardappelen: die zijn beter om, zoals hun naam al zegt, puree van te maken.
Russet-aardappelen worden zetmeelrijk genoemd omdat ze meer van een bepaald soort zetmeel bevatten waardoor ze droger en luchtiger worden gekookt. Daarom zijn ze ideaal om boter en jus op te nemen als ze gebakken of gepureerd worden . Maar diezelfde luchtige textuur zorgt ervoor dat ze uit elkaar vallen in stoofschotels.
Zoete aardappels zijn duidelijk kampioen als het op bètacaroteen aankomt. Er zit namelijk 9,4 mg per 100 gram in en gewone aardappels bevatten geen bètacaroteen. De zoete knol wint ook qua hoeveelheid in vitamine B2, vitamine B3, vitamine C en vitamine E. De gewone aardappel bevat wel meer magnesium en vitamine B6.
Vastkokende aardappelen zijn stevig qua structuur en vallen na het koken niet uit elkaar. De vastkokende aardappelen worden iets kruimig aan de buitenkant, maar zijn uiterst geschikt voor de lekkerste gerechten. Onder vastkokende aardappelen vallen onder andere de Bildtstar, Frieslander, Bintjes en Nicola aardappelen.
Haan. Nieuwe variëteit, ovale vorm met onderscheidende rode huid en bloemig geel vlees . Ze zijn een goede allround variëteit en zijn niet onderhevig aan verkleuring tijdens het koken.
Kies de juiste aardappel
En dat is een vastkokende, zoals Charlotte of Nicola. Deze aardappelen slorpen namelijk minder vet op tijdens het bakken, waardoor ze lichter en krokanter worden. Ze worden bij het koken ook minder kruimig en bakken daardoor gaver, zonder kleine brokjes die in de pan rondzwerven.